We vroegen drie jonge Nederlandse Molukkers wat nou typisch Moluks is
- Even bellen met
- 25 jan 2017
- 5 minuten leestijd
"In een Molukse familie heb je geen ooms en tantes, maar is iedereen je papa of mama."
Op de gemiddelde middelbare school in Nederland wordt opvallend weinig over het roerige verhaal van Molukse Nederlanders verteld. Want hoe zat het ook al weer?
Na de Tweede Wereldoorlog vochten Molukse soldaten voor Nederland tegen de Indonesiërs, die onafhankelijkheid wilden. De Indonesiërs wonnen, maar lieten de vierduizend Molukse soldaten niet teruggaan naar de Molukse eilanden. Deze eilanden streden namelijk zelf voor onafhankelijkheid van Indonesië. Op dertien schepen werden de Molukse soldaten toen ‘tijdelijk’ met hun families naar Nederland vervoerd. Daar werden voormalige concentratiekampen omgebouwd tot woonoorden. Zowel Nederland als de Molukkers zelf gingen ervan uit dat ze op korte termijn terug naar huis konden. Dat is nooit succesvol gebeurd – iets waar veel Molukkers Nederland aansprakelijk voor houden.
De wens tot terugkeer is vervaagd, een Nederland zonder Molukkers is niet meer in te denken. Toch voelt de derde generatie zich nog sterk verbonden met de culturele identiteit van hun voorouders. Drie jongeren vertellen wat die inhoudt.
Alfiana Matulessy (29) uit Utrecht studeerde af aan de Design Academy en woont en werkt dit jaar in de Canadese Rocky Mountains.
“Herkenbaar voor de Molukse cultuur is de enorm sterke band met familie. Nu ik Canada zit, mis ik soms mijn thuis. Maar dat is voor mij geen kwestie van topografie, wat ik mis is niet Nederland of Utrecht. Nee, wat ik mis is mijn familie. Voor Molukkers staat dat op één. Mijn broertjes en zusjes voelen als verlengde van mijzelf.”
“Grappig aan Molukse families is dat we geen ooms of tantes hebben. Nou ja, die hebben we natuurlijk wel – heel veel zelfs – maar dat zijn allemaal papa’s en mama’s. De ooms die ouder zijn dan mijn vader, zijn mijn oudere vaders. Zijn jongere broers mijn jongere vaders. Als er iets met één van je ‘echte’ ouders gebeurt, dan heb je altijd nog je oudere of jongere vaders en moeders om je op te vangen.”
“De participatiemaatschappij hoef je aan Molukkers niet uit te leggen. Bij ons zie je weinig opa’s en oma’s in bejaardentehuizen, met familie die te druk is om ze te bezoeken. Wat ik fijn vind aan de Nederlandse cultuur? Nou, je hoeft bijvoorbeeld niet bang te zijn om je eigen, individuele ambities te hebben. Dat is best moeilijk als je veel met familie bezig bent. Giovanni van Bronckhorst heeft veel ‘chillen met zijn neven’ moeten afzeggen om te trainen, dat weet ik zeker. Dat is voor ons niet makkelijk. Als ik ooit kinderen krijg, hoop ik dat ze het verzorgen van de Molukse cultuur meenemen. En de ambities van de Nederlandse.”
Sadé Willems (19) uit Eerbeek studeert voor pedagogisch medewerker.
“Zelf ben ik half-Nederlands en half-Moluks. Ik zie de Nederlandse kant van mijn familie alleen als er ‘iets’ is, zoals een verjaardag; dan staat er ham en kaas op tafel. Molukse feesten worden een week lang voorbereid. Soms koken er wel vijftien vrouwen. Alles is zelfgemaakt, de koekjes zijn heer-lijk. We spelen gitaar en dansen de hele avond. Ook na een begrafenis eten we samen en drinkt iedereen een shotje jenever. Het voelt heel bijzonder.”
“Toch lijkt het alsof de meeste Molukse meisjes eerder voor een Nederlandse jongen kiezen. Ik ook, hoor. Molukse mannen doen vaak weinig in huis. Dat doen de vrouwen. De jongens zijn op dat vlak wat verwender. Althans, dat zegt mijn gevoel. Soms vind ik het jammer. Zo breidt de Molukse cultuur zich niet langer uit. Terwijl die cultuur juist zo fijn is.”
Uriël Matahelumual (23) uit Rotterdam is regisseur en maakte naast muziekvideo’s en korte films een documentaire over eerste- en derde-generatie Molukkers.
“Het staat misschien niet in de Nederlandse boeken, maar wij Molukkers hebben een geschiedenis die we moeten waarborgen. Hoewel sommige mensen een slecht beeld van ons hebben door de treinkaping of door de motorbende, heb ik persoonlijk nog nooit van iemand gehoord dat Molukkers niet zouden deugen. Ik ben supertrots op het feit dat ik Moluks ben.”
“Ik voel me dan ook echt Moluks. Neem mijn achternaam, bijvoorbeeld. Daaraan zien andere Molukkers die me ontmoeten van welk eiland mijn opa en oma komen en wie mijn familie is.”
“Voor het Moluks Historisch Museum heb ik een documentaire over de eerste en derde generatie Molukkers gemaakt. Tijdens het maakproces ontdekte ik dat er nog maar weinig van de eerste generatie over is. Ook mijn oma is bijvoorbeeld overleden. Zij heeft me geleerd hoe goed we het hier hebben, hoe belangrijk studeren is en dat je in Nederland echt alles kan worden wat je wil. De eerste generatie kon dat niet, dus binnen de Molukse cultuur wordt daar extra de nadruk op gelegd.”
Eerder deze week zond Brandpunt een profiel uit van de buitengewoon succesvolle Feyenoord-trainer Giovanni van Bronckhorst en zijn Molukse trots.
Onze collega's van 2DOC compileerde eerder een aantal eigen documentaires over de geschiedenis van de Molukkers in Nederland, samen met bijdragen van de NOS en de Correspondent. Die tref je hier.