Een betere wereld begint bij minder empathie, zegt deze hoogleraar
- Interview
- 04 jan 2017
- 8 minuten leestijd
"Empathie is een beetje als racisme: helemaal verdwijnen zal het nooit, maar we kunnen in ieder geval proberen de neiging te onderdrukken." Was getekend, Paul Bloom.
Laat me raden: jij bent best trots op je inlevingsvermogen en vindt dat een beetje een fatsoenlijk mens beschikt over de nodige empathie. Welnu, je zit ernaast. Dat beweert psycholoog en Yale-professor Paul Bloom (1963) althans in zijn nieuwe boek Against empathy, waarin hij afrekent met – je verwacht het niet – empathie. Als notoir empathicus en social justice warrior voel ik enige weerzin bij het lezen van Blooms theorie. Zo erg kan het toch niet zijn om je zo nu en dan eens in te leven in een ander? Reden genoeg de goede man eens te bellen, kortom.
Hallo Paul, fijn dat je tijd voor ons hebt. Hoe definieer jij empathie eigenlijk?
“Sommige mensen verwarren empathie met moraliteit, met je best doen een goed persoon te zijn. Dat is niet wat empathie is, en het is heel belangrijk om dat onderscheid duidelijk te hebben. Empathie is putting yourself in someone else’s shoes. Voelen wat iemand anders voelt, met een nadruk op de pijn en misère van de ander.”
En waarom is dat slecht?
“Empathie zou in theorie een goede stok achter de deur kunnen zijn om eindelijk eens iemand te helpen en iets goeds te doen. Alleen, zo werkt de praktijk niet. Uit onderzoek blijkt dat we meer empathie voelen voor mensen in onze eigen sociale groep: mensen die op ons lijken, mensen die erg knap zijn, of jonge kinderen. Onze empathie is dus ontzettend bevooroordeeld."
“Daarnaast is empathie geen rekenwonder: tot twee tellen is al te veel gevraagd. Empathie richt zich meestal maar op één persoon, voor meer is geen plaats. Daarom slaat zo’n tragisch aangespoeld kind van een vluchteling zo aan. Het lijden van één iemand doet ons meer dan het lijden van hele volksstammen, of het lijden van de hele planeet.”
Soms is op één iemand focussen toch helemaal niet erg? Als ik een oma van haar fiets zie vallen en uit empathie ingrijp, is dat toch goed?
“In één-op-één gevallen kan het inderdaad geweldig zijn. Maar als het op beleid aankomt, wordt het veel ingewikkelder. Want dan kan je niet meer inzoomen op het kortetermijnlijden van een enkeling, maar moet je continu rekening houden met kosten en baten. Stel, één kind sterft onfortuinlijk na een vaccinatie. Leg je alle vaccinaties van die soort dan plat? Empathie laat je zeggen: ‘Ja, help dat kind, verbied die vaccinatie’. Want verplaats je eens in dat kind, of in de moeder van dat kind. Alleen zegt dat niets, als die vaccinatie ook heel veel kinderen helpt. Empathie reduceert ons tot wezens die enkel kortetermijnkeuzes kunnen maken. In het dagelijks leven kan dat leefbaar zijn, maar als het op politiek beleid aankomt, heb je er weinig aan.”
Als ik Donald Trump hoor spreken, denk ik vaak: daar zou wel een onsje empathie bij kunnen.
“Juist niet! Empathie is één van de voornaamste redenen dat de man überhaupt verkozen is. Toen Trump woede tegen immigranten wilde aanwenden, sprak hij heel bewust over de slachtoffers van misdaden begaan door immigranten. ‘Put yourself in their shoes’, zei hij dan, om vervolgens voor een muur te pleiten – een klassiek empathisch argument."
“Van dat soort argumenten bedienen demagogen zich vaak. Een empathisch argument doet een beroep op onze gevoelens voor iemand anders die het zwaar heeft om daarna iets gedaan te krijgen. Want die mensen hebben het niet zomaar zwaar, nee, hen wordt iets aangedaan. Hitler zwom in de empathische argumenten toen hij Duitsland de Tweede Wereldoorlog in wilde krijgen. Hij zei: ‘Kijk naar die Duitse burgers in Polen, zie ze lijden. Hun leven is een kwelling. Verplaats je eens in hen. We moeten ingrijpen!’ Zie je het mechanisme? Heel gevaarlijk. Door empathie laten we ons vaak oorlogen inpraten.”
“Uit onderzoek blijkt dat mensen die over veel empathie beschikken, meestal ook buitengewoon oorlogszuchtig zijn. Want als je heel empathisch bent en je hoort over het lijden van kinderen of mensen die erg op jou lijken, wil je terugslaan. Dat onrecht, dat mag niet, daar moéten we tegen optreden. En over hoeveel empathie je ook beschikt, je zult nooit evenveel voelen voor de mensen die lijden als voor de mensen die dat lijden veroorzaken.”
Ik sprak onlangs een vrouw die zich met alles wat ze heeft inzet voor het milieu. Die verzuchtte: hadden mensen maar wat meer empathie voor moeder aarde.
“Die vrouw heeft het natuurlijk helemaal niet over empathie, over je in iemand verplaatsen. Je kunt de pijn van moeder aarde niet voelen. Moeder aarde is helemaal geen moeder, ze is geen persoon. En dus kun je je niet in haar verplaatsen. You can’t put yourself in the shoes of a tree. Sterker nog: empathie is de reden dat we geen bal aan klimaatverandering doen. We zijn gewend te handelen op basis van reclamespotjes met uitgemergelde kinderen, maar het milieu heeft niet zo’n herkenbaar gezicht. Het aantasten van moeder aarde is een godsonmogelijk traag proces dat niemands empathie echt prikkelt. En dus hebben we het meer over immigranten en aanslagen, want dat kunnen we ons beter voor de geest halen.”
Heeft empathie niet geleid tot het einde van raciale segregatie in Amerika?
“Nee. Integendeel: als je oude brieven van slaveneigenaren leest over de kwestie, beroepen ze zich continu op empathie. ‘Wat moet die slaaf zonder meester, die kan toch helemaal niet voor zichzelf zorgen? Put yourself in their shoes. En wat moet deze meester zonder slaaf? Wat blijft er dan over van de plantage? Put yourself in my shoes.'"
“Ik zou eerder het tegenovergestelde beweren. Empathie heeft raciale segregatie lange tijd in stand gehouden. Empathie kiest favorieten, vaak op basis van uiterlijk voorkomen, en hield daardoor segregatie in stand. Dus het simpele feit dat zwarte mensen er anders uitzien dan witte mensen, maakte het voor witte mensen moeilijker empathie voor hen te voelen – terwijl ze, laten we even wel wezen, een stuk meer compassie verdienden dan de slavendrijvers.”
Tijdens oudejaarsnacht betreedt een bewapende terrorist een nachtclub in Istanbul. Als hij het vuur opent, schiet hij raak. Liefst 39 mensen sterven die avond. Krap twee weken eerder rijdt een terrorist met een vrachtwagen in op een menigte in Berlijn. Die avond kwamen twaalf mensen om. Toch wordt er over ‘Berlijn’ veel meer geschreven dan over ‘Istanbul’.
Ook eerder was vrijwel iedereen Charlie en drapeerde half Nederland het Franse-tricot over zijn profielfoto na ‘Parijs’, maar bleef soortgelijke massa-empathie na even bloederige aanslagen in Turkije uit. In wit-Nederland, althans: daarbuiten gebeurde in grote lijnen het tegenovergestelde. Zou Bloom gelijk hebben – kunnen we ons door empathie paradoxaal genoeg juist beperkt in anderen inleven? Zou empathie niet helpen gaten te dichten, maar ze juist tot kloven doen groeien?
Wat is een goed alternatief voor empathie?
“De ondertitel van mijn boek is The case for rational compassion. Ik denk dat we onze best moeten doen om voor elke beslissing een kosten-batenanalyse te maken. We moeten aan tafel gaan zitten met experts, alle scenario’s uitwerken en ons afvragen: als we dit doen, zou dat de wereld echt een betere plaats maken? We zijn de Irak-oorlog ingepraat op basis van empathische argumenten. Hadden we even tot tien geteld en experts laten beslissen, dan was dat allemaal niet gebeurd.”
Dat klinkt hartstikke mooi, maar denk je echt dat we daartoe in staat zijn?
“Zeker, ook in het huidige politieke klimaat. Sommige mensen zijn egocentrischer dan andere, en sommige mensen hebben zo verschrikkelijk veel empathie dat ze er simpelweg niet zo goed in zijn om echt te helpen. Maar we hebben allemaal een aanleg tot redeneren en een aanleg om vreselijk veel om andere mensen te geven. Die combinatie zou goud waard kunnen zijn."
“Dus laten we aan die tafel gaan zitten met experts en laten we praten. Laten we proberen ons niet te laten beïnvloeden door mooie plaatjes, door verschrikkelijke foto’s, of door ijzingwekkende video’s. Laten we ons best doen ons te laten leiden door verstand en compassie. Laten we de demagogen aan beide kanten van het politieke spectrum negeren. Empathie is een beetje als racisme: helemaal verdwijnen zal het nooit, maar we kunnen in ieder geval proberen de neiging te onderdrukken.”
Heb je zelf weleens de keerzijde van empathie ondervonden?
“De moeilijkste momenten die ik als vader heb gehad, waren niet die waarop ik te weinig empathie had, maar die waarop ik er bijna in omkwam. Soms ben je juist een goede vader als je je empathie uitschakelt en het kortetermijnlijden van een kind ziet voor wat het is: kortstondig lijden. Ik heb daarmee geworsteld, moest dat echt leren.”
Beschik je zelf over veel empathie?
“Ja. Sterker nog: een tikkeltje té veel. Wat dat betreft zou je mijn boek kunnen zien als een ultieme poging tot zelfhulp.”
Against Empathy: the case for rational compassion is uitgegeven door Ecco.
Illustraties: Hannah Vischer