Voor je het weet eten we vlees zonder dieren te hoeven slachten, voorspelt deze activist
- Even bellen met
- 02 feb 2018
- 7 minuten leestijd
Vlees dat van dieren komt, maar waar er nooit eentje voor hoeft te sterven: in laboratoriums gekweekt vlees komt eraan, zegt Paul Shapiro.
Winston Churchill droomde er in de jaren dertig van de vorige eeuw al van: geen hele kip meer fokken voor het vlees, maar elk lichaamsdeel apart kweken in een fabriek of laboratorium – zonder dat de consument het verschil ooit proeft.
De Britse politicus was zijn tijd een jaar of honderd vooruit, maar inderdaad: in 2013 ontwikkelden en introduceerden de Nederlandse farmacoloog Mark Post en zijn team de eerste gekweekte burger. Een plat schijfje, gemaakt uit vleescellen die groeiden in een laboratorium. Het verschilde in vrijwel niets van ‘echt’ vlees, behalve dat er dus geen dierenkadaver aan te pas kwam. Agricultuur op microniveau: het is geen sciencefiction meer.
De talrijke milieuvoordelen om minder (of: geen) dieren te fokken voor vlees, zuivel, eieren en leer mogen na alle documentaires en boeken van de afgelopen jaren als bekend worden verondersteld. Om nog maar te zwijgen over dierenleed – of over het feit dat we over een poosje zo’n negen miljard mensenmonden moeten voeden en er dus meer eten nodig is dan onze huidige infrastructuur kan produceren.
Gekweekte frikadellen
Toch blijkt uit onderzoek dat de vleesconsumptie in de wereld niet daalt, maar groeit. Want nu de welvaart in landen als China en India toeneemt, schakelen steeds meer burgers over op een luxueuzer, westers dieet – vaak met vlees als prominent ingrediënt.
Vraag is dan ook: waarom gaan we niet massaal aan het kweekvlees? Ondertussen kelderde de prijs van kweekvlees van 330 duizend (Amerikaanse) dollar voor die eerste burger in 2013 naar 1200 dollar voor een paar gehaktballen in 2016. En die trend zet zich voort: naar verwachting kost één burger in 2020 nog maar een schamele elf dollar.
Met andere woorden: crisis afgewend, kwestie van nog even investeren en voor je het weet haal je bij de plaatselijke FEBO gekweekte frikadellen uit de muur.
Probleem is alleen: we moeten het niet, dat kweekvlees. Het idee staat mensen tegen, en echt overtuigd dat clean meat de oplossing is voor het milieu, de hongersnood en dierenleed, zijn we nog niet. De Amerikaanse dierenactivist Paul Shapiro publiceerde begin dit jaar het boek Clean Meat: How Growing Meat Without Animals Will Revolutionize Dinner and the World, over hoe groot kweekvlees kan worden, en vooral hoe we het groter kunnen máken. Eerder was Shapiro jarenlang vicepresident van de grootste dierenrechtenbescherming-beweging die Amerika rijk is. Reden te meer de in 1979 geboren wereldverbeteraar eens te bellen, leek ons.
Hoi Paul, om te beginnen: het lijkt me toch een beetje eng, vleescellen die zich ineens vormen tot weefsel in een lab. Ik ben geen ultraconservatieve technofoob of zo, maar synthetisch gehakt uit een laboratorium klinkt een beetje smerig.
“Clean meat is niet per se vlees uit een lab. Ik bedoel, cornflakes werden ook ooit in een laboratorium bedacht, maar komen nu uit een fabriek. Dat gaat straks ook gebeuren: vlees komt dan uit een soort brouwerij.”
Kun je misschien uitleggen hoe dat eigenlijk gaat, kweekvlees maken uit cellen?
“Stel je dit voor: je neemt een heel klein stukje weefsel uit het spier van een dier. Daarin zitten al miljoenen cellen, wier levenspad is om zich te vermenigvuldigen; om ‘meer’ spier te worden, zeg maar. Die cellen stop je in een soort kweekkast, cultivator genaamd. Daarbinnen gedragen die cellen zich nog steeds alsof ze in het lichaam van een dier zitten, en groeien ze uit tot echt vlees. Het is dus geen alternatief voor vlees - het ís vlees.”
Wat heeft het weefsel nodig om te groeien? Water?
“De cellen moeten gewoon worden gevoed met dezelfde dingen als wanneer ze zich in een lichaam bevinden: eiwitten, aminozuren en peptiden. Alleen hebben deze spiercellen veel minder nodig, omdat je spierweefsel moet laten groeien voor een stuk vlees in plaats van voor een heel dier. Dat brengt me op een belangrijk voordeel: het proces is hierdoor duurt hierdoor niet langer jaren, maar wordt een kwestie van weken.”
Paul Shapiro
Zo’n stukje gemanipuleerd vlees druist helemaal tegen de huidige trend in om ons voedsel zo ‘natuurlijk’ en ‘biologisch’ te maken – om alles terug te draaien naar hoe het was.
“Ja, maar uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen wel te overtuigen zijn dat clean meat het proberen waard is. Denk aan hoe er ooit een natuurijsindustrie bestond, waarbij mensen steeds ijs uit bevroren meren haalden en daarna over de hele planeet verscheepten. Toen de koelkast werd uitgevonden, was de hele natuurijsindustrie woedend over wat zij ‘kunstmatig’ ijs noemde – terwijl dat natuurlijk precies hetzelfde is als natuurijs. Nu kijkt niemand nog op van ijs uit de vriezer.”
Hoe maak je die verstokte carnivoren een beetje warm voor clean meat?
“We moeten duidelijk maken dat er geen enkel verschil is met ‘gewoon’ vlees. En zodra kweekvlees qua prijs in de buurt komt van dierenvlees en mensen horen over de milieuoverwegingen, zal het merendeel kiezen voor clean meat kiezen. Geloof me: zoiets kan snel omslaan. Als je ziet hoe onnatuurlijk onze huidige manier van vleesproductie is, dan is kweekvlees het enige alternatief. Want laten we eerlijk wezen: niet de hele wereld gaat vegetariër worden. Dan moet er dus een alternatief komen, en dat hebben we: kweekvlees uit laboratoriums.”
Oké, maar wat vindt de vleesindustrie daarvan?
“Vleesproducenten zien clean meat meer als een kans dan als een bedreiging. Daarom investeren de grote namen er ook in, die willen de boot niet missen. Je kunt het misschien vergelijken met hoe Canon ooit van fotofilmfabrikant naar producent van digitale camera’s ging. De vleesindustrie ziet dat het beter is om zich aan te sluiten bij deze beweging dan om er tegen te vechten.”
Er gaat wel vreselijk veel geld om in de vleesindustrie: ik lees dat het in Amerika alleen al zorgt voor 1,8 miljoen banen en 346 miljard dollar aan nationaal inkomen per jaar. Waarom zou de industrie dit niet willen behouden?
“Om maar weer Canon te noemen: hun concurrent Kodak wilde destijds dat alles bleef zoals het was en bleef fotofilm promoten. Canon omarmde de digitale revolutie, Kodak eindigde bankroet. Drie keer raden wie de grootste digitale-cameraproducent ter wereld werd. Ik denk dat de iedereen in de vleesindustrie Canon wil zijn, niet Kodak.”
En de concurrentie dan? De plantaardige vleesvervangers die wel erg veel op vlees lijken, en naar vlees smaken en ruiken – maar het niet zijn? De Vegetarische Slager ligt hier overal in de supermarkt, terwijl kweekvlees in geen velden of wegen te bekennen is.
“Plantaardig vlees is zeker veelbelovend en gaat een groot deel van de markt overnemen. Dergelijke alternatieven voor melk vormen al tien procent van de vloeibare zuivelmarkt in Amerika. Tegelijkertijd denk ik dat clean meat vooral geschikt is voor de mensen die weten dat ze daadwerkelijk dierenvlees willen blijven eten. Denk aan de fanatiekste carnivoren. Die kunnen dat blijven doen, maar zonder al die schadelijke gevolgen.”
Tot slot: valt er al wat te zeggen over hoe gezond kweekvlees is?
“Het is sowieso veiliger dan industrievlees, want je hebt geen risico op ziektes uit darmflora, zoals E coli. En op termijn is het qua voedingswaarde gelijk aan vlees."
En als onhandige amateurkoks kweekburgers laten aanbranden in de pan, dan is 't nog steeds kankerverwekkend toch, zoals bij echt vlees?
“Haha, ja, ik vrees van wel.”