Twee van onze redacteuren in gesprek met Paula, lijsttrekker van de Amsterdamse SGP
- Interview
- 16 feb 2018
- 16 minuten leestijd
Paula Schot stond o-ver-al in de krant. Het is dan ook niet niks: een jonge vrouw (!) als lijsttrekker van de SGP in Amsterdam. Zelf vindt ze het niet zo bijzonder. “Het gaat niet om mij, maar om wat ik wil bereiken. Dat heeft meer met karakter te maken dan met dat ik een vrouw ben.”
Er was een dag, vorige maand, waarop Paula Schot geen minuut stilte werd gegund. Thuis, met haar persvoorlichter dichtbij, stond ze gretige journalisten stuk voor stuk te woord over het nieuws van de dag: zij, Paula, vierentwintig jaar, werd lijsttrekker van de SGP in Amsterdam. “Ja, dat was wel heftig,” zegt ze. “Iedereen wist me te vinden die dag. Journalisten zijn best creatief, hè?”
Yep, dat zijn we.
Met z’n drieën zitten we in een café bij Paula om de hoek, op een bankje in de vorm van een halve maan. Leden van de SGP gaan namelijk heus wel eens naar de kroeg, verzekert Paula ons. Ze brengt een kalmte met zich mee waar wij nog wat van kunnen leren. “Ja, het was wel spannend. Het ging zo weinig over waar ik voor sta, en zo veel over wie ik ben. Steeds weer die verbaasde mensen: ‘Oh, wauw, je bent vrouw.’” Ze zucht. “Ik wil liever laten zien dat ik iets te vertellen heb.”
We verfrommelen het blaadje met daarop de eerste vraag. Laten we bij het begin beginnen.
Veerle: Je bent 24 en nu al lijsttrekker. Is dat onderdeel van één buitengewoon goed doordacht masterplan?
Paula: “Ik ben al sinds mijn veertiende lid van de SGP. Maar ja, ik ben ook lid van de sportschool, en daar ga ik nooit heen. Ik ben eh, een sponsor, haha. Zo was het ook een beetje toen me aansloot bij de SGP, ik was lang alleen op afstand betrokken. Tsja.. Een partij die paste in mijn zuil, snap je? En die haar standpunten op de Bijbel baseert, op een goede manier.”
Roos: Wat is die 'goede manier’?
Paula: “Je hebt natuurlijk andere partijen die de Bijbel als inspiratiebron gebruiken. De ChristenUnie en het CDA, bijvoorbeeld. Maar de SGP volgt de Bijbel écht inhoudelijk. We proberen hem te lezen zoals bedoeld is, en daar baseren we onze standpunten op.”
Veerle: Wanneer werd je actief bij de partij, Paula?
Paula aarzelt: “Ja… kan het niet geleidelijk gaan?”
Ze is even stil, herpakt zich.
Paula: “Toen ik eenmaal in het bestuur van de SGP-jongeren zat, kwam het besef: dit doe ik niet zomaar om mijn CV aan te vullen. Ik wil me écht inzetten voor dit programma. Ik wil me hard maken voor deze zaken.”
Roos: Welke zaken?
“Nou… laat ik het meteen op Amsterdam betrekken: het prostitutiebeleid. Dat is echt een onderwerp waar ik veel mee bezig ben. Kijk, wij vinden vanuit ons geloof dat seks binnen het huwelijk hoort. Dat is één kant van ons argument, daar komen we voor uit. Maar daarnaast is er een gigantische reeks aan argumenten die laat zien dat dit beleid ook in maatschappelijke zin heel ouderwets is.”
Roos: Kom maar op.
Paula: “Waarom willen we in Nederland vasthouden aan een schijnvrijheid? We zetten gewoon dames halfnaakt voor een raam, als een attractie voor toeristen! Ik vind het oprecht zó bizar dat we dat per se willen behouden, omdat er een paar happy hookers in de media zeggen: ‘Ja, maar we doen het echt voor onszelf.’ Luister, ik ontken echt niet dat die mensen er zijn, maar ik geloof ook dat er een grote zwijgende meerderheid is, die daar écht niet voor hun lol zitten. Er is daar op de Wallen sprake van uitbuiting en misbruik en wij doen allemaal alsof dat normaal is. Ik kan er gewoon niet bij.”
Ik weet wel dat ik leden van andere partijen niet overtuig met argumenten die ik baseer op de Bijbel. Als ik dat wel probeer, staat iedereen meteen op z’n achterste benen
Voor Paula is het duidelijk. Haar politieke standpunten rusten op een fundament dat bestaat uit twee, precies even zware pilaren: een aan de Bijbel ontleende overtuiging en een stapel maatschappelijke argumenten. Paula: “Je moet het zo zien: het inhoudelijke stuk van mijn standpunt is net zo goed deel van mijn politieke overtuiging als de diepere laag – de Bijbel – die eronder zit.”
Veerle: Is het niet lastig om te debatteren met mensen die jouw diepere laag niet delen of begrijpen? Je weet wel, met al die progressieve millennials die Amsterdam bevolken.
Paula: “Nou, ik heb die diepere laag gelukkig niet nodig om een punt te maken. Sterker nog: meestal benoem ik ‘m helemaal niet, omdat het aversie kan oproepen. Ik weet wel dat ik leden van andere partijen niet overtuig met argumenten die ik baseer op de Bijbel. Als ik dat wel probeer, staat iedereen meteen op z’n achterste benen.”
Roos: Hoe komt dat, denk je?
“Mensen voelen zich op zo’n moment persoonlijk aangesproken. Het is een natuurlijke reactie, denk ik, dat je bij jezelf denkt: ‘Met die overtuiging ben ik het absoluut niet eens, dus dan kloppen die andere argumenten vast ook niet.’ Het zijn weer die vooroordelen: mensen denken toch vaak dat SGP’ers niets anders willen dan hun geloof opdringen.”
Even denkt ze na. Dan moet ze lachen.
“Ach, dat willen we ergens ook wel. Ha! Maar hé, dat wil iedere politicus, toch? Er zijn net zo goed mensen die ons ervan willen overtuigen dat er geen God is. Die zijn net zo fanatiek, hoor. Misschien wel fanatieker nog. Ik denk zelfs dat je zonder zo’n overtuiging geen politiek kunt bedrijven. Wij hebben de Bijbel, D66 zet alles op alles voor het principe van vrijheid. Of zo’n fundament nou gebaseerd is op de Bijbel of op wat anders, volgens mij moet dat niet uitmaken.”
Toch: in praktijk maakt het verschil. Uit de resultaten van de Stemwijzer blijkt dat de SGP bij een groot deel van de kiezer in de top vijf staat, helemaal bovenaan. De standpunten van de SGP sluiten naadloos aan bij wat de stemmer wil de stad of het land. Maar daadwerkelijk op ze stemmen? Dat gaat die goede mensen dan weer te ver.
Volgens kinderen van de openbare school hadden wij refo’s een bril, een beugel, en eh, pluishaar… Ja, pluishaar
Veerle: Dan is het toch die diepere laag die tegen de borst stuit. Wat doe je daar aan?
“Ja, dat is wel lastig. Ik denk dat een groot deel van de mensen het in de kern best met ons eens is maar denkt: ai, als de SGP het zegt… Het zou mooi zijn als we mensen kunnen bereiken met onze diepere laag, maar dat gaat gewoon niet lukken. We proberen bij de SGP op een zo positief mogelijke manier politiek te bedrijven, met inhoud. Misschien kan ik wat veranderen, ik zie er volgens mij niet uit als een stereotype SPG’er. Kijk, toevallig heb ik vandaag een rok tot over m’n knie aan, maar meestal kun je mij er niet uitpikken als iemand die dui-de-lijk naar de kerk gaat. Ik kan laten zien dat we heel normaal zijn. Ik bedoel: zoals er geen gemiddelde Nederlander is, is er ook geen archetype SGP’er. Dat geldt ook voor GroenLinksers of D66’ers. Alleen bij de VVD varieert het wat minder, geloof ik.”
Roos: Hoe hardnekkig zijn die vooroordelen over SGP’ers dan?
“Jij dacht toch dat ik aan de VU had gestudeerd? Nou, dat is er één. Op mijn reformatorische middelbare school deden we mee aan een uitwisselingsproject met leerlingen van het openbaar onderwijs. Volgens die kinderen hadden wij refo’s een bril, een beugel, en eh, pluishaar… Ja, pluishaar. Dingen die echt helemaal niks met geloof te maken hebben. Wij dachten weer van hen dat ze thuis helemaal geen regels kenden. Ik bedoel, waarom zou je op tijd thuis moeten zijn als je niet naar de kerk gaat ‘s ochtends? In de aula, met z’n allen, zagen we onze vooroordelen op een groot scherm. We zagen dat we eigenlijk heel erg op elkaar leken. Nou ja, wij hadden dan misschien wat vaker een rokje aan. Het zit zo in het onbewuste, die vooroordelen. En ja, er zijn altijd mensen die vooroordelen bevestigen. Ik weet wel beter, maar ik denk nog steeds: GroenLinks, geitenwollensokken.”
“Weet je, bij de SGP zitten gewoon, normale mensen. Net als ik.”
Paula vindt zichzelf hartstikke normaal. Wij niet: we zien een uitzonderlijk ambitieuze, slimme, jonge politicus, en een voorbeeld voor andere vrouwen binnen en buiten haar zuil. Ja, er is een andere vrouwelijke SGP-lijsttrekker in Nederland: Lilian Janse, uit Vlissingen. Maar haar soort is nog altijd zeldzaam. Pas in 2010 besloot de Hoge Raad dat de SGP vrouwen niet van de kieslijst mocht schrappen. Lilian was de eerste, Paula de tweede. “Een godswonder”, stond in de krant.
En toch: Paula’s benoeming tot lijsttrekker van de Amsterdamse SGP-fractie werd binnen de partij niet unaniem toegejuicht. Het ging zelfs zo ver dat SGP-voorzitter Maarten van Leeuwen het nodig vond om in het SGP-partijblad De Banier te benadrukken dat het hoofdbestuur de kersverse lijsttrekker niét heeft gefeliciteerd. Waarom, vraag je je misschien af? Vanwege een SGP-standpunt dat zo oud is als de weg naar Rome: liever geen actieve vrouwelijke politici binnen de partij.
Veerle: Zou je zeggen dat jij van een apart slag bent, binnen de SGP?
Paula: “Hm. Waar wil je heen?”
Veerle: Er is vanuit de partij kritiek geweest op jouw benoeming. Sta jij voor een nieuwe stroming; voor modern elan?
“Ik doe dit niet voor een deel van de partij, of om uitzonderlijk progressief te zijn. Ik doe dit gewoon omdat ik het leuk vind, omdat ik het belangrijk vind, en omdat het bestuur mij het vertrouwen heeft gegeven om het ook te gaan doen. Ik mag toch hopen dat dit gebaseerd is op kwaliteit. ”
Veerle: Vind je dat dan geen progressieve daad?
Paula: “Mwoah. Er staan nog tien dames op de lijst, hè.”
"Ik ben niet zo snel onder de indruk. Annabel Nanninga doet het ook maar voor het eerst.” Foto: Koen van Weel/ANP
Roos: Ik las dat de SGP-jongeren jouw benoeming, net als jij, helemaal niet zo bijzonder vonden.
Paula: “Klopt, bij de jongerenpartij zitten al zo'n vijftien jaar vrouwen in het bestuur.”
Roos: Dus de ene generatie wijkt toch al wat af van dat oude SGP-standpunt.
“Ja, die ontwikkeling is al jaren gaande, maar die is altijd intern gebleven. Bij de fractie heb je gewoon vrouwelijke medewerkers, op lokaal niveau waren ook al heel veel vrouwen actief. Ik denk dat het voor de buitenwereld veel meer een kantelpunt lijkt, dan het intern werkelijk is. Nu wordt zo’n interne discussie door de media extern uitvergroot. Mensen worden nu gedwongen er wat van te vinden. Dan krijg je zulke berichten. Ach, dat is ook prima.”
Veerle: Voelt het niet naar? Dat leden van je bloedeigen partij je niet feliciteren?
“Nee, ik wist dat het eraan zat te komen. Ik voel me niet verrast, niet gekwetst en niet persoonlijk aangevallen. Een groot deel van de partij steunt me wel. Weet je, uiteindelijk gaat het niet om mij. Het gaat om een standpunt dat sommige mensen hebben.”
Roos: Het zal wel.
“Precies. Mijn foto staat bij alle berichten, maar uiteindelijk komt die media-aandacht goed uit voor de hele partij.”
Veerle: Ik kan het toch niet helpen dat ik een rebel in je zie.
Paula moet lachen. “In mij? Ik ben he-le-maal niet rebels. Ik heb voor het lijsttrekkerschap gebeden. En als je vervolgens positieve geluiden hoort uit je omgeving, voelt dat goed. Ik krijg mooi wel een podium om het geluid van de SGP te laten horen. Dat doe ik graag: voor de stad, voor de SGP én voor mezelf.”
Toch laat het ons niet los. Wellicht is het onze vooringenomenheid, maar een jonge vrouw die tegen alle kritieken in gaat, die haar mannetje staat in een partij waar de mannenbroeders sinds jaar en dag de dienst uitmaken en uiteindelijk tóch de finish haalt. Als lijsttrekker nota bene. Dat klinkt in onze oren - we durven het bijna niet te zeggen - redelijk feministisch.
Veerle: Ik noem mezelf feminist, Roos ook. En ik vind jouw fractievoorzitterschap een feministische daad.
Paula: “Nee, zo zie ik dat niet. Ik denk bij het feminisme toch aan de jaren vijftig. Ik doe gewoon mijn werk.”
Roos: Denk je dat ik in de problemen kom als ik met mijn feministische idealen bij de SGP aan zou kloppen?
“Nee hoor. Ik denk dat vrouwen juist bij de SGP een grote rol spelen. Je weet wat ze zeggen: naast elke man staat een sterke vrouw. Ik denk zelfs dat mannen bij de SGP beter naar vrouwen luisteren dan de meeste mannen. Omdat ze de krachtige rol van de vrouw maar wat goed inzien. Gelijkheid is bij ons juist belangrijk.“
Roos: Oké, die zag ik niet aankomen.
Paula: “Kijk, gelijk is goed. Maar ik heb toch het idee dat feministen vaak boven de man willen staan. Dat vind ik zo lastig. Naar mijn idee zijn we heel ver in Nederland als het om gelijkheid gaat. En daar komt bij: mannen en vrouwen zijn best een beetje anders. Wel gelijk, natuurlijk. Maar anders. Klaar.”
Het kost ons interviewers wat moeite om onze eigen mening te onderdrukken. Nee, zeggen we tegen onszelf. Nu niet. Het liefst doken we met Paula in de wondere wereld van sekseongelijkheid. “Hm, hier hebben we het nog wel een keer over”, zeggen we. “Ok,” reageert Paula, “En dan met een wijntje.”
Het gaat niet om mij, maar om wat ik wil bereiken. Dat heeft meer met karakter te maken dan met dat ik vrouw ben
Roos: Oké, je hebt me, ik had een vooroordeel.
“Nou, ik denk dat jij misschien meer van je wilt laten horen als het gaat om je feminisme. Ik vind het wel prima. Kijk, ik vind het niet erg om niet altijd vooraan te staan. Het gaat niet om mij, maar om wat ik wil bereiken. Dat heeft meer met karakter te maken dan met dat ik een vrouw ben.”
Veerle: En toch denk ik dat je best een voorbeeld kunt zijn voor jonge Christelijke meiden.
“Als dat het neveneffect is, prima.”
Roos: In Amsterdam is de SGP wel een beetje een buitenbeentje, he? Je zei het zelf al: er wonen in de stad niet zo veel SGP-leden.
“Natuurlijk, we hebben een ander geluid dan de meeste partijen in Amsterdam, maar zijn wij echt zo anders? Ons partijprogramma overlapt behoorlijk met dat van GroenLinks, van het CDA, van de VVD… Volgens mij is het gewoon zo dat je in campagnetijd even de nadruk legt op die verschillen. Dat is hartstikke normaal. Bovendien: er komen veel nieuwe, kleine partijen bij. Het politieke landschap verandert heel snel in de stad. Als je kans wilt maken als buitenbeentje, is dit het jaar.”
Veerle: In jullie partijprogramma staan een aantal voorstellen die in Amsterdam nogal gevoelig liggen. Prostitutie, koopzondag, de legalisering van wiet… Ben je als SGP’er in de hoofdstad geen roepende in de woestijn?
“Uiteindelijk ben ik ervan overtuigd dat dit beleid voor iedere Amsterdammer het beste is. Niet iedereen is het met me eens, logisch, anders was er überhaupt maar één partij geweest. Ik ben niet naïef, weet heus wel dat ik op mijn eerste dag in de raad de winkels niet dicht krijg op zondag. Maar ik kan wel proberen het betaald parkeren op die dag terug te brengen.”
Nu is Paula écht lekker op dreef.
“Wij zijn bijvoorbeeld tegen de koopzondag. Er zijn meer dan genoeg argumenten waarom we allemaal recht zouden moeten hebben op een rustdag. We zijn allemaal vre-se-lijk druk in onze samenleving. Mensen snakken naar rust. En het is toch ook belachelijk dat een middenstander in Amsterdam nu ook elke zondag zijn winkel open moet doen.”
Veerle: Oké, dat vind ik redelijke argumenten. Zullen we dan elke maandag een rustdag nemen?
Paula schrikt, en lacht hardop. “Nee, zo werkt het niet -.het moet echt de zondag zijn.”
Veerle: Snap je dat ik me nu een beetje gefopt voel? We zijn het met elkaar eens over de argumenten, maar dan blijkt er toch nog een addertje onder het gras te zitten. Een kern waar ik niet aan mag tornen.
Paula: “Ja, dat zijn mijn principes. Daar ben ik eerlijk over.”
Roos: Hm, dat lijkt me spannend. Die principes in debat met concurrenten als Annabel Nanninga en Sylvana Simons.
“Hm, ik ben niet zo heel snel onder de indruk. Annabel Nanninga doet het ook maar voor het eerst – net als ik.”
De volgende ochtend zien we Paula weer. Deze keer voor banalere zaken dan een goed gesprek over politieke overtuigingen. We hebben een foto nodig voor bij het artikel.
Als een ware pro poseert Paula bij een tramhalte in het net ontwakende Bos en Lommer. Kijkend in een winkelruit, kneedt ze met haar vingers haar haren nog even in model. “Mijn kapper zag laatst een foto van me en stuurde me direct een berichtje,” vertelt ze lachend. “Dat ik écht moet zorgen dat er wat meer volume in mijn haar zit voordat ik op de foto ga.”
Onze fotoshoot blijft niet onopgemerkt. Een viertal mannen van de Amsterdamse schoonmaakdienst rijden langs in hun dienstwagen. Er wordt driftig gezwaaid en gejoeld.
Paula, haar schouders ophalend: “Ah joh, kan gebeuren.”