Drie keer raden wie niet worden bereikt door al die goedbedoelde steminitiatieven
- Verkiezingen
- 27 feb 2017
- 3 minuten leestijd
De Stembus 2017 van o.a. Tim Hofman, de Jongerenkieswijzer, de viral oproep van Massih Hutak waarin hij oproept te gaan stemmen: allemaal goede initiatieven die jongeren moeten overhalen naar de stembus te gaan aanstaande 15 maart. Wat me zorgen baart, is of ze wel iedereen op de juiste manier bereiken – met name jongeren met een migrantenachtergrond.
De initiatieven zijn broodnodig, vooral voor zij die straks voor het eerst mogen stemmen. Die lopen de deur bij de stembureau’s namelijk niet bepaald plat: “Van alle leeftijdsgroepen is de opkomst onder 18- tot 25-jarigen traditioneel het laagst”, herhaalde NRC vorige week weer eens.
Maar er is een overtreffende trap: dagblad Trouw kwam met het nieuws dat maar liefst 75 procent van de jongeren met een migratieachtergrond niet gaan stemmen. Ter vergelijking: bij de vorige verkiezingen in 2012 ging over de hele linie gezien dertig procent van de 18- tot 25-jarigen niet stemmen. Trouw citeert een onderzoek van UvA-politiciloog Floris Vermeulen, waarin hij stelt dat bijvoorbeeld een groot deel van de Turks- en Marokkaans-Nederlandse jongeren “door segregatie en polarisatie is … afgehaakt” en zich niet vertegenwoordigd voelen “in de politiek en niet verbonden met de Nederlandse samenleving”.
Het houdt me als journalist en als mens bezig of Tim Hofman en vrinden – naast het overgrote zo breed mogelijke deel waar ze hun aandacht op richten – ook deze belangrijke doelgroep (jongeren met een migrantenachtergrond en/of zij die zich niet vertegenwoordigd zien) bereiken, en vooral ook hoe.
Wordt dit gedaan op manieren die hen aanspreken – relevante argumenten die niet al kant-en-klaar gepresenteerd worden aan de meerderheid? Die grotere groep (zonder migrantenachtergrond) zal wellicht niet zo snel zeggen “Ik voel me niet vertegenwoordigd in de politiek” en vindt daarom misschien meer aansluiting bij de algemene boodschap. Het lijkt erop alsof hun oproepen om te gaan stemmen niet tailor-made zijn, maar gericht zijn op een algemene grote groep. Ik weet natuurlijk niet of dit al heel specifiek gebeurt, vandaar de vragen.
Nee, zegt Zakaria Taouss, mede-oprichter van de Stembus 2017. “Niet specifiek, omdat wij alle jongeren willen bereiken, inclusief deze doelgroep. En je wilt niemand buitensluiten, daarom is voor [deze brede aanpak] gekozen. Ikzelf ben er persoonlijk wel mee bezig als wij bijvoorbeeld met de bus langs de scholen te gaan, door het gesprek met ze aan te gaan. Maar veel mensen voelen er inderdaad niks voor- dat zie ik als Nederlander met een Mocro-achtergrond maar al te vaak.“
De organisaties die samenwerken onder de Jongerenkieswijzer proberen vooral het stemmen zelf laagdrempeliger te maken, volgens mede-initiatiefnemer Caesar Bast. “We proberen de verschillende lagen binnen die groep jongeren te bereiken door naar bijvoorbeeld mbo’s te gaan en debatten te organiseren. Voor heel veel mensen is het moeilijk om grip te krijgen op de politiek.” Maar wat als jongeren zeggen dat ze zichzelf niet vertegenwoordigd zien in de politiek? Dan wordt het moeilijk om ze over te halen op iets te stemmen, toch? Caesar: “We willen ze ervan bewust maken dat de politiek wél veranderingen gaat brengen en dat zij er zelf voor kunnen kiezen of politici zich met hen bezighoudt.”
Het zou handig zijn als het lukt, maar het is sowieso de vraag of het de taak van dingen als de Stembus 2017 en de Jongerenkieswijzer is om die jongeren zo te bereiken. Zakaria: “Het is uiteindelijk aan politici om er wat aan te doen."
Headerfoto: Marcel Antonisse/ANP