De échte reden waarom The Queen’s Gambit zo bevredigend is om naar te kijken
- Artikel
- 18 nov 2020
- 6 minuten leestijd
Steeds als je tijdens het kijken kwaadaardigheid vermoedt, blijken Beth Harmon en de andere personages voor de aardigste optie te kiezen om elkaar te behandelen. Wat zegt dat over de Netflix-serie?
~ dit stuk bevat kleine spoilers ~
The Queen’s Gambit op Netflix is terecht een groot en veelbesproken succes. Het Amerikaanse coming of age-verhaal over schaakwonderkind Beth Harmon (geweldige rol van Anya Taylor-Joy) is goed geschreven, prachtig vormgegeven en gefotografeerd en geweldig geacteerd (twee keer geweldig in een zin gebruikt, je zou kunnen zeggen dat ik superlatieven tekortkwam(!!!)).
The Queen’s Gambit gaat nominaal over het volwassen worden van de held Beth Harmon, die zichzelf verwezenlijkt via het schaakspel. We volgen haar levenspad, van jonge wees die ontdekt dat ze een enorm talent heeft voor schaken, via haar opname in een gebroken pleeggezin en haar worsteling met verslaving, naar de uiteindelijke confrontatie met de wereldkampioen schaken en de oplossing van het conflict binnen haar eigen familieverhaal.
Zoals met de beste verhalen is het niet eenduidig waar de serie precies over gaat, en denkt iedereen dat het over haar eigen ervaringen gaat: het gaat eigenlijk over autisme, het gaat eigenlijk over seksisme (of is zelfs seksistisch), het gaat eigenlijk over verslaving. Maar waar de serie eigenlijk écht over gaat is het tonen van een post-woke wereld: een wereld waarin mensen elkaar behandelen volgens de regels van de vibe, en elkaar vooral met rust laten op het gebied van de -ismes. De serie doet dat door te spelen met de verwachtingen van de kijker.
Het verhaal speelt zich af in de jaren vijftig en zestig in Amerika, en met een soort Mad Men-achtige kostuums en setting verwacht je ook een samenleving zoals je die kent uit series en films uit die tijd. Een samenleving waarin het patriarchaat nog lekker zichzelf kon zijn, waarin de Civil Rights Movement zowel succes begon te krijgen als met geweld onderdrukt werd en waarin je voor jonge wezen in een weeshuis niet veel goeds verwacht.
Bespeelde verwachtingen
Als je gaat kijken, valt pas na een tijdje op hoezeer er met deze en andere verwachtingen gespeeld wordt. Dat viel me pas bewust op in de scène waarin Beth voor het eerst naar een modern warenhuis gaat. Met haar pleegmoeder (actrice Marielle Heller) pakt ze de bus, en wanneer die uitstapt staat de ingetogen Beth nog in de bus. De deuren sluiten al, en de angst slaat je om het hart: rijdt die bus nou door met deze bleue wees? Maar nee: de deuren openen zich direct weer en de chauffeur zegt sorry. Waarom zit zo’n schijnbaar nutteloos detail in zo’n serie?
En dan ga je erop letten, en dan blijkt de serie vol te zitten met dit soort kleine spelletjes met je verwachting. Als Beth voor het eerst de kelder van het grote weeshuis inloopt, zit daar vrij omineus een wat forse, kalende witte man: de conciërge. Jong meisje, oudere witte man, kelder? Maar wat blijkt: deze man betoont zich de liefste schaakleraar op aarde, al is ‘ie ook streng!
Als Beth voor het eerst meedoet aan een schaaktoernooi, is haar eerste tegenstander een ander meisje. Beth stelt heel directe, bijna botte vragen, en volgt er dan kattig gedrag? Nee: Beth krijgt geduldig en aardig antwoord van haar tegenspeelster. Ook de sterspeler van dat toernooi, een man, snauwt in eerste instantie naar Beth omdat ze hem door te praten tijdens een schaakmatch uit zijn concentratie haalt. Als zij hem later compleet afdroogt met haar geweldige spel, behandelt hij haar al met al zeer hoffelijk.
Nog een laatste voorbeeld: als Beth haar eerste echte successen in de schaakwereld behaalt en haar pleegmoeder mee is op toer, stelt die voor dat zij tien procent van het prijzengeld krijgt als commissie, als een soort managersfee. Kwaadaardige pleegmoeder!, denk je als kijker, pas op, laat geen misbruik van je maken! Maar Beth kijkt haar onderzoekend aan en stelt dan voor juist 15 procent te geven. Deze mensen zorgen voor elkaar.
Steeds als je kwaadaardigheid vermoedt, blijken de hoofdpersonages de aardigste optie te kiezen om elkaar te behandelen. Wat zegt dat?
Te aardige tegenstanders
Kijk, het is natuurlijk ook onderdeel van het vertellen van een goed verhaal dat je speelt met de verwachtingen van je publiek. Een volkomen voorspelbaar verhaal is geen goed verhaal. Maar The Queen’s Gambit doet het op zo’n transparante, speelse, goed geschreven en originele manier dat ineens duidelijk wordt hoezeer dit soort verhaalverwachtingen er bij jezelf ingebakken zitten.
Een van de gehoorde kritieken op de serie is dat ze inaccuraat is. The New York Times publiceerde in november 2020 een artikel over hoe de serie een nieuwe discussie over seksisme in de schaakwereld heeft losgemaakt. In het stuk komt onder meer Judit Polgár aan het woord, een Hongaarse schaker die als enige vrouw ooit in de top tien van het wereldkampioen schaken eindigde. Volgens haar zijn Beth Harmons tegenstanders in de serie te aardig voor haar, en kwam Polgár in het echt veel meer seksisme tegen. Ik denk echter dat de serie daar niet per se over gaat, en meer te zeggen heeft over een andere vraag die in het artikel wordt gesteld: of vrouwen inherent slechter kunnen schaken dan mannen, of dat de barrières juist cultureel van aard zijn en worden gevoed door vooroordelen.
Post-woke
Maar waarom zou dit dan post-woke zijn, zoals ik beweer? Ik denk doordat het verhaal actief een vorm van pedantheid en antagonisme die in het woke-discours zit ingebakken omzeilt, door de kijker niet steeds te confronteren met de uitwassen van seksisme of hoe kwaadaardig mensen zijn.
Nu is het wel niet zo dat in de serie alleen maar engelen van personages zitten die elkaar toespreken met een hand op het hart en de andere op De meeste mensen deugen. De vaders in de serie zijn bijvoorbeeld grotendeels honden. Het zit hem wat mij betreft vooral in de ruimte tussen de verwachting van slecht gedrag die wordt opgeroepen en het vervolgens actief niet-inlossen van die verwachting.
Wokeness op het internet vindt iedere dag laakbaar gedrag en wijst daar dan de vinger naar en zegt: dit is volkomen slecht, we moeten beter zijn. The Queen’s Gambit toont een wereld waarin mensen allicht al iets beter zijn, en laat dan zien hoe het kan zijn wanneer de belangrijkste demonen je eigen zijn, als het grootste gevecht vooral met jezelf is, en waar je verder gewoon met rust wordt gelaten zonder dat daarbij de vibe uit het oog wordt verloren.
Het resultaat is bevredigend en ergens rustgevend om te kijken. Zoals de pleegmoeder van Beth zegt: “My tranquility needs to be refurbished” – en dat is dan aan het einde van de achtdelige serie ook wel zo’n beetje het geval.