Het Knarrenhof: net Friends, maar dan vijftig jaar later
- Recap
- 08 feb 2018
- 4 minuten leestijd
In Zwolle wonen vijftig gelijkgestemde ouderen met z'n allen aan een hofje. Nu is het voor de gezelligheid, maar later, als ze écht oud zijn, komt de speciaal voor senioren ingerichte minimaatschappij pas echt van pas. I'll be there for you... 'Cause you're there for me too.
Het klinkt als een kek concept: je omringen met min of meer gelijkgestemden, gescheiden door een paar muren, maar verbonden door hier en daar een deur. Wel de lusten van je eigen omheinde stekkie, maar wat minder lasten. Ik ken zelf maar één generatiegenoot die in een woongroep woont, dus vroeg ik gewaardeerd collega Emma Boelhouwer (30) naar de geestelijke waarde van zo’n mini-commune. “Het is eigenlijk hetzelfde als met huisgenoten, geloof ik,” vertelde ze: meestal gezellig, een enkele keer onhandig.
Oké, maar je deelt nogal wat, van spullen tot levensverhalen, opperde ik, op zoek naar de diepere betekenis van samenwonen in een piepkleine gemeenschap. “Je maakt wel vaak een praatje ja, het is gezelliger dan alleen wonen,” vertelt Emma. “En praktisch: gisteren kwam ik laat thuis, toen had een woongenoot een bord pasta voor me gemaakt.”
Ze staart even voor zich uit, grijnst dan: “Van míjn pasta.”
Een jaar of elf, twaalf geleden: mijn beste vriend, koud een paar weken op zichzelf wonend, belt me briesend op. “Dit gelóóf je niet,” zegt hij met de verontwaardiging van iemand die op een bushalte staat en wiens gezicht net door een passerende auto is voorgesteld aan een plas opspattend regenwater. “Ik krijg dus een rekening, nu, van Waternet, of ik even vijf fokking tientjes wil aftikken. Vijf tientjes! Voor water! Sodemieter op, daar betaal ik niet voor, dat komt toch gewoon uit de kraan?”
Mijn dierbare vriend zat in een transitieperiode; hij werd steeds onafhankelijker.
Nu wil ik niet de hyperparticuliere problematiek van één piepjonge student veralgemeniseren, maar: het is toch fijn als je je in een ruimte bevindt waar je iemand even kan aantikken met je sores en tegenslagen, of met een praktische hulpvraag. Linksom of rechtsom, goedschiks of kwaadschiks: in ieder mens zit ergens een aangeboren hulpeloosheid verstopt. Toch handig als die door de aanwezigheid van soortgenoten kan worden gecompenseerd.
Vooral als je wat ouder wordt, en de omvang van de problemen maar blijft toenemen met het verstrijken van de jaren. Dan denk je vanzelf met weemoed terug aan die keer dat een worsteling met Waternet je voornaamste zorg was.
Aangezien anno 2018 meer dan de helft van de Nederlanders ouder dan vijftig is, vergt dat heel wat hulp, van klein en praktisch tot groots en ingrijpend. Er is sprake van een daadwerkelijk grijze massa die zijn weerga niet kent, maar alle comfort, gezelligheid en levensvreugde van de wereld verdient. Alleen: verpleeghuizen zitten vaak vol en schijnen geen pretje te zijn, en kinderen die hun ouders in huis nemen en verzorgen verdienen weliswaar een lintje, maar blijven zeldzaam.
Waar laat je die mensen?
Ze komen vroeg of laat terecht in een transitieperiode, worden steeds minder onafhankelijk.
Welnu, dat bepalen steeds meer van die mensen zelf, blijkt uit een Brandpunt+-uitzending, deze week. Meer specifiek: in een soort woongroep met eigen woningen, als het ligt aan Peter Prak, oprichter van Het Knarrenhof in Zwolle. Daar werden 24 woningen gebouwd rondom een binnenplaatsje, onderhouden door de 65-plussers die er wonen – wat overigens ook geldt voor het hofhuis, dat dankbaar dienstdoet als verzamelplaats. De vijftig bewoners kiezen elkaar op interesse en karakter, want het moet natuurlijk wel leuk blijven: je wil je laatste decennia, jaren of maanden niet delen met mensen die het bloed onder je nagels vandaan halen. Nee, dan kan je je beter begeven onder gelijkgestemden, altijd bereid om een praatje te maken. Een soort Friends, maar dan een paar decennia en levensfases verder.
Met de punk-mentaliteit van de bewoners zit het wel goed, zien we in de reportage. “Je kunt niet van de overheid verwachten dat ze almaar zorg en aandacht verlenen; je moet dat zelf regelen,” zegt een bewoonster. Ergens slaat een denkbeeldige Do it Yourself-meter rood aan.
De ouderen zorgen goed voor elkaar, in een veilige omgeving waar iedereen een eigen woning heeft maar wel gemeenschappelijke ruimte is. Eenzaamheid en lichamelijke gezondheid worden daardoor vele malen minder grote problemen dan voor ouderen buiten de deuren van het veilige Knarrenhof.
Het logo van Het Knarrenhof.
Klinkt goed, toch? Het befaamde Touwtje van Jan Terlouw bungelt er vrijelijk uit de brievenbussen, vermoed ik. En al ben ik pas dertig: generatiegenoten die over een paar decennia een door gezelligheid gekenmerkte commune willen vormen met uw scribent van dienst, kunnen zich melden in de Facebook-reacties.