Hoe je succesvol protesteert volgens deze professionele klimaatactivist
- Artikel
- 06 apr 2020
- 10 minuten leestijd
Mensen protesteren meer en vaker. Maar wanneer geldt een protest als een succes? “Wees niet bang om irritant te zijn.”
Als ik boeren het Malieveld zie stuk rijden met tractoren of als ik Extinction Rebellion-demonstranten van Schiphol zie worden weggedragen, vraag ik me weleens af wanneer zo’n actie nou geldt als een ‘succes’. Want protesten komen weleens in het nieuws, maar vaak genoeg blijven ze ook geheel onopgemerkt. Gaat het de protesteerders om media-aandacht? Om gehoord worden? Om donateurs werven?
Om na te gaan hoe een activist over dat soort acties nadenkt, en om te zien of daar lessen uit te trekken zijn voor mensen die de wereld waarin ze leven beter willen maken, vroeg ik het iemand wiens werk het is om protesten te bedenken en uit te voeren: Cas van Kleef (31), campagneleider van Greenpeace.
Na de middelbare school maakte Cas een wereldreis om onderzoek te doen naar ontwikkelingswerk en vrijwilligerswerk. Daarna werd hij consultant op het gebied van milieuzaken en vervolgens ging Cas aan de slag voor Greenpeace. Als campagneleider heeft Cas zich onder meer ingezet tegen verdere gasboringen in de Noordzee en ontwikkelde hij plannen om CO2-uitstoot van de luchtvaart tegen te gaan en hij demonstreerde voor meer diversiteit en gelijkwaardigheid in de samenleving tijdens de Pride.
Dit zijn de elementen die volgens Cas belangrijk zijn om protest een succes te kunnen noemen.
1. Heb een helder doel (en besef dat je tegen iets groters strijdt)
“Ik ben campagneleider bij Greenpeace, wat betekent dat ik de hele tijd streef naar ons uiteindelijke, grote doel: de planeet redden en leefbaar houden voor mensen en dieren. Protesten en acties staan in dienst van dat grotere doel. Maar: daar gaan natuurlijk een heleboel dingen aan vooraf en er zijn veel zaken aan verbonden. Je begint daarom als activist met vragen stellen: waarom is een situatie in de wereld zó, en niet anders? Hoe is de macht eigenlijk verdeeld, wat zijn de culturele normen die daaraan bijdragen?”
“Als je dit soort vragen, over macht en wat de norm is, gaat stellen, zie je al snel dat er veel onrecht is. Of het nu gaat over gay rights, over feminisme, of over de milieubeweging: de verhalen zijn vaak grotendeels hetzelfde: De ene groep groep lijdt onder het onrecht van een vaak grotere, dominante groep. Dat leidt tot het besef dat je niet het ene kan bestrijden zonder het andere aan te pakken. Milieuprotest hangt zo samen met het gevecht voor gelijke seksuele rechten. Je kan niet een vorm van onrecht aanpakken terwijl je de andere laat bestaan. Als je je inzet voor een betere wereld, moet je daarom op de hoogte zijn van hoe macht werkt, hoe onderdrukking werkt, hoe je bestaande machtsstructuren kunt doorbreken.”
2. Voorkom ziekte
“Op dit moment is het belangrijk dat zo min mogelijk mensen ziek worden en zijn grote bijeenkomsten afgelast van allerlei actiegroepen. Maar er zijn vele manieren waarop je je stem kunt laten horen en kan opkomen voor wat je belangrijk vindt. Een tijdelijk verbod op grote bijeenkomsten kan voor nog meer creativiteit zorgen in de nog steeds groeiende klimaatbeweging. Er bestaan al allerlei vormen van digitaal protest en een klein, maar heel opvallend protest kan ook effectief zijn. Nu veel mensen thuis zitten, zul je zien dat er allerlei andere vormen van samen je stem laten horen ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan de muziek die de Italianen met elkaar vanaf hun balkon maken. Wij zijn hard aan het werk om dit soort acties te bedenken en te steunen. Maar die zie je t.z.t. nog wel voorbijkomen.”
3. Wees nieuwsgierig, doe je research en weet zo hoe je mensen bereikt
“Vér voor je de straat op gaat om actie te voeren moet je veel research hebben gedaan. Met Greenpeace organiseerden we in december 2019 het Protestival, de actie in de ontvangsthal van Schiphol. Campagneleiders denken in zo’n geval na over welke spelers daarbij betrokken moeten zijn. Welke overheidsonderdelen zijn er van belang bij het doel dat we voor ogen hebben, welke maatschappelijke krachten spelen er allemaal mee? Wie moet je aanspreken voor vergunningen, welke journalisten hoop je dat er op afkomen? Over dat soort vragen denk ik na. Dan maak je een analyse: wie moeten we waarheen bewegen, wat moeten we precies in gang zetten? We vragen ons ook af hoe we het communiceren. Doen we dat vooral online, of ook via de krant, via tv? Met welke mensen moeten we praten, wie moeten we bereiken? Dat moet je helder hebben voor een protest begint.”
4. Besef dat het daadwerkelijke protest maar een klein onderdeel van je acties is
“Als je een demonstratie ziet, is dat slechts een mogelijke uitkomst van gesprekken die je eerder al voerde. Een actie staat niet op zichzelf. Wij hebben het in dat kader over de ‘escalatieladder’. Eerst probeer je op een lager niveau je eisen en doelen te halen. Bijvoorbeeld door te praten met politici, door ze eisen te geven over klimaatdoelen. Voldoen ze daar niet aan, dan ga je pas nadenken over de straat opgaan.”
“Voor sommige mensen komt het dan schijnbaar vanuit het niets dat je opeens gaat actievoeren, waardoor je ze in het harnas kan jagen. Dan hebben ze zoiets van: ‘Wow, waarom in één keer zo hard actievoeren?” Die mensen weten dan vaak niet dat je al decennia bezig bent om een doel te behalen. Of ze zijn überhaupt niet zo geïnformeerd over een onderwerp. Maar zo gaat dat soms – een actie is een middel om nieuwe groepen mensen te bereiken.”
5. Laat het protest het juiste beeld uitstralen en dus ‘proportioneel’ zijn
“Een van de dingen die een protest succesvol maken of niet is als het beeld overeenkomt met wat je wil bereiken. Als vreedzame protestanten worden weggedragen uit de ontvangsthal van Schiphol is dat beeld congruent met wat je grotere doel is: mensen bewust maken van de grotere machten die ervoor zorgen dat onze planeet opwarmt, en die grote vervuilers verantwoordelijk houden voor hun uitstoot en het feit dat ze daar niets aan doen. De actievorm, vreedzaam protesteren in het centrum van de vervuiling, is in dit geval ook ‘proportioneel’: de actie houdt verband met het doel dat je wil bereiken.”
“Een goed voorbeeld van wanneer een protest niet proportioneel is, is bijvoorbeeld die toespraak van die frontman van Farmers Defence Force. Hij vergeleek in een speech in het Brabantse Provinciehuis de behandeling van de Nederlandse boeren met de Holocaust. Dat kost hem sympathie en steun van de bevolking. Ik geef toe dat dit soort dingen heel nauw luisteren. Een protest moet namelijk wél schuren, maar het werkt ook niet als je te veel mensen tegen je in het harnas jagen.”
“Tegelijkertijd is het ook weer niet zo dat de enige voorwaarde voor een succesvol protest ligt in het overtuigen van een meerderheid van de Nederlanders. Soms is het genoeg om bepaalde machthebbers te bereiken. Kijk bijvoorbeeld naar het protest van Kick Out Zwarte Piet: als zij de mensen die bij de publieke omroep beslissingen maken over Sinterklaas bereiken en beïnvloeden, kunnen ze er op die manier bijvoorbeeld voor zorgen dat de Pieten bij de intocht niet meer zwart zijn. Een vergelijkbare dynamiek deed zich in de jaren zestig voor in de VS rondom de burgerrechten van people of color.”
6. Zorg dat zoveel mogelijk mensen mee kunnen doen
“Dat een beter milieu bij jezelf begint is de grootste leugen die er bestaat. Het is dé neoliberale leugen. Dat is niet de manier om de wereld te veranderen: het is een manier om de status quo intact te houden. Deze slogan van de overheid verwijst ernaar dat je je vooral moet focussen op consumentenkeuzes. Maar als mensen alleen maar bezig zijn met labeltjes vergelijken op producten schiet het niet op. Een beter milieu bereik je niet door in je eentje alternatieve producten te kopen, maar door met schouder aan schouder om grootschalige maatschappelijke verandering te vragen.”
“Het is dan ook heel belangrijk dat veel mensen aan een protest mee kunnen doen - voor het protest zelf, maar ook voor je organisatie. Bij het eerder genoemde protest op Schiphol hebben we daar actief aan gewerkt. Als je in de hal zelf protesteerde, kon je worden opgepakt. Voor sommige mensen was dat niet wenselijk: voor hen boden we een rol aan bij het protest buiten de hal met podium en muziek, waar kon worden geprotesteerd zonder kans om te worden gearresteerd.”
“Mensen denken vaak dat protesteren niets voor hen is, en dat een protest enkel uit een blokkade bestaat. Dat is niet zo. Er zijn vele manieren om bij te dragen aan burgerlijke ongehoorzaamheid. Bijvoorbeeld: je moet ook zien te regelen dat als spullen, rugtassen, door de politie in beslag worden genomen, mensen die ook weer gaan ophalen. Soms moet er gekookt worden. Er komt veel bij kijken. Zonder zulke organisatie heb je geen protest, is er geen actie mogelijk.”
7. Wees niet bang om irritant te zijn
“De mening van de meerderheid bepaalt vaak de norm, en die wordt ook vaak opgelegd door degene met de meeste macht. Je merkt bij veel berichtgeving dat er impliciete bias is over protesten: activisten die de status quo aanvallen worden vaak gezien als ‘irritant’, ‘lui’, enzovoorts. Activisten worden vaak door veel media gezien als mensen die zich buiten de discussie zetten. We zijn een land van polderaars en compromissen. Je bent een spelbreker als je je erbuiten zit. Maar: polariseren is agenderen.”
“We hebben een liberale, democratische rechtsstaat, en dat komt alleen doordat mensen ooit ‘irritant’ zijn geweest. Het feit dat mensen zich aan je ergeren kan je gebruiken om een boodschap voor het voetlicht te krijgen. Bij de zwartepietendiscussie bijvoorbeeld. Eerst vonden mensen klachten daarover heel irritant, daarna werd er fel op gereageerd, en nu is een groot deel van de Nederlanders mee met de activisten. Die uitspraak van Gandhi is al vaak herhaald, maar hij klopt precies: ‘First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, then you win.’”
8. Activist zijn is bijna nooit glamoureus
“De wereld is nog niet 1-2-3 gered. Als je de hele tijd bent bezig met de klimaatcrisis of een ander probleem waarvoor je strijdt, kan je al snel moedeloos worden. Je ondervindt constant tegenwicht, je moet mensen bevragen op zaken waar veel weerstand zit. Dat is ongemakkelijk en kost energie. Activist zijn is bijna nooit glamoureus. Goed voor elkaar zorgen is het devies. Zorg dat je samenwerkt met goede en fijne mensen. Uiteindelijk is samenwerken ook heel erg motiverend. Zeker als je je zorgen maakt om het klimaat of je jezelf angstig voelt, helemaal in tijden van corona, dan is het beste antidepressivum: in actie komen. Door met andere mensen mooie en inspirerende dingen neer te zetten zorg ik dat ik er in ieder geval voor dat ik niet cynisch word.”