Na haar afstuderen kon Sunna (29) geen werk vinden. Nu wordt ze parlementariër
- Interview
- 29 okt 2016
- 4 minuten leestijd
Het kan verkeren: de jonge IJslandse Sunna, die vier jaar Nederland studeerde, wordt vandaag verkozen. En dat drie jaar nadat ze het bekende zwarte gat in tuimelde.
Na haar studies aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Utrecht had de IJslandse Þórhildur Sunna Ævarsdóttir forse moeite werk te vinden. Nu gaat ze namens de Piraten Partij het IJslandse parlement in. Hier kunnen we ons er misschien weinig bij voorstellen, maar in IJsland worden de Piraten bij de verkiezingen vandaag wellicht de grootste.
Dat is nogal wat, zo hoog op de kieslijst. Drie jaar geleden wilde je de politiek nog helemaal niet in.
“Nee, ik ben in Nederland gaan studeren omdat ik me als advocaat met internationaal recht wilde bezighouden. Dat kan altijd nog. Ik heb tot de dag van vandaag heimwee naar Nederland, maar besloot terug te keren naar IJsland. Tegen die tijd wilde ik graag op locatie voor Amnesty of het Rode Kruis werken. Maar ja: kom er maar eens tussen. Dat soort bedrijven willen iemand met twee jaar ervaring, of een onbetaalde stagiaire. Ik schreef veel sollicitatiebrieven, maar dat leverde niets op. Om moedeloos van te worden."
“Ik ben uiteindelijk vrijwilligerswerk gaan doen, en voor een krant gaan schrijven. Gewoon, over onderwerpen die ik belangrijk vind en waarover ik iets te zeggen heb: mensenrechten, het klimaat. Eén van de oprichters van de Piraten Partij las mijn stukken en vroeg of ik een keer koffie wilde drinken. Dat werd uiteindelijk bier en eindigde in een lidmaatschap van de partij.”
Het kwam je een beetje aanwaaien, kortom.
“Nee! Ik heb een jaar in de raad van bestuur gezeten en werk hard. Maar het past wel bij me. Ik heb altijd al interesse in politiek gehad, maar heb weinig met de traditionele partijen. Die zitten zo vast aan decennia op dogmatisch handelen dat ze het contact met het volk compleet zijn verloren.”
In Nederland komt de Piratenpartij nooit echt van de grond. Deels door intern gedoe, deels door een wat onduidelijk profiel. Is de IJslandse tak eigenlijk links of rechts?
“We zijn progressief en liberaal, maar eigenlijk heb ik weinig met de traditionele links-rechts verdeling. We hebben op jonge mensen juist een enorme aantrekkingskracht omdat we dat ouderwetse onderscheid achter ons laten. Wij zijn zo pragmatisch mogelijk, en dat werkt."
“Neem bijvoorbeeld de manier waarop we ons beleid maken. We hebben een elektronisch stemsysteem, elk lid mag stemmen. Als meer dan 50 procent vóór iets is, maken we er beleid van. Net als in de rest van Europa is ook in IJsland het vertrouwen in de politiek laag. Dat lossen wij op door mensen zelf te laten beslissen. Dan blijkt dat iedereen een rationele afweging maakt: wat zegt de wetenschap over een onderwerp, waar hebben de meeste mensen baat bij?"
Hoe verklaar je verder dat jullie het zo goed doen in de peilingen?
“We zijn een partij van nu. De belangrijke thema’s van vandaag zitten in ons DNA, we hoeven niet alles steeds aan een stokoude ideologie te toetsen. Andere partijen hebben een genderquota of schandalig weinig vrouwen; wij hebben uit onszelf een diverse kieslijst.”
Hoe groot acht je de kans dat jullie vandaag de verkiezingen winnen?
“We winnen sowieso. Deze partij is in 2012 opgericht, in 2013 kregen we vijf procent van de stemmen. Nu komt dat percentage hoe dan ook hoger te liggen – misschien worden we zelfs wel de grootste.”
En jij staat hoog op de lijst, dus je haalt het parlement sowieso.
“Ja, er moet iets heel raars gebeuren wil het nog misgaan.“
Wat zou je mensen adviseren die net zijn afgestudeerd en geen werk kunnen vinden?
“Wees niet te verstandig of conservatief. Een hypotheek kan altijd nog, tot je 35 bent moet je vooral je talenten ontwikkelen. Ik heb vaak zat gedacht: dit wordt niets, ik zoek wel een baan onder mijn niveau. Toch koos ik steeds voor freelancen en vrijwilligerswerk. Dat is even afzien, maar op de lange termijn brengt het je verder.”
Misschien zelfs in het parlement.
"Inderdaad. Wie weet!"