Zo kom je van je eeuwige hoogtevrees af, zegt de wetenschap
Eén op de vijf mensen heeft last van hoogtevrees. Onze Pete Wu is een van hen.
“Jongens, kíjk dan hoe hoog.” Ik wees naar boven, naar een lelijk wit balkon, en zuchtte diep. “Ik weet niet of ik het durf, hoor, de Kilimanjaro beklimmen. Misschien pis ik wel in mijn broek.” Voor een presentatiecursus moest ik doen alsof ik aan de voet van een hoge berg stond, en alles uitspreken wat ik op dat moment dacht. Een oefening in het overbrengen van emoties, natuurlijk, maar aan mijn hoogtevrees was niets geacteerd.
Ik ben iemand die op hoge hoogtes zijn schoenen uitdoet en schuifelt, zijn ogen dichtknijpt en zichzelf vasthoudt aan alles wat vastzit terwijl-ie zachtjes ‘het leven is leuk’ herhaalt. Dat is prima op de korte termijn, maar voorkomt me te leren wat ik zou kunnen doen als ik wel mijn ogen open (en mijn schoenen aan) had.
Gelukkig is er een nieuwe manier om van je angst voor hoogtes af te komen, volgens onderzoekers van Oxford University. Het probleem is groot: maar liefst één op de vijf mensen heeft last van hoogtevrees. Eén op de twintig heeft zelfs officieel acrofobie, de extreemste vorm. Gelukkig werkt de nieuwe behandeling niet met het letterlijk facen van je angsten en word je niet van de Kilimanjaro gegooid: de groep onderzoekers zet virtual reality in om je in een immersieve wereld te plaatsen..
Tijdens de sessies moeten patiënten een half uur lang bepaalde oefeningen doen met een virtuele coach. Na vragen waarmee je eigenlijk te horen krijgt hoe realistisch je angsten zijn (eigenlijk niet, hoor) of hoe veilig je eigenlijk bent (redelijk, hoor), word je door je virtuele coach geleid naar… een virtueel flatgebouw met tien verdiepingen. Het is eigenlijk een soort spel: je gaat steeds een verdieping hoger, waar je wordt getest op je verdedigingsmechanismen. Je moet bijvoorbeeld op het randje gaan staan, maar het hek dat je moet tegenhouden wordt steeds lager. Of je moet een kat uit een boom redden, of ballen over de rand gooien, dat soort werk.
De virtual reality-omgeving levert volgens de researchers een paar voordelen op ten opzichte van gangbare behandelingen. Zo zit je daadwerkelijk in situaties waarin er op je angst voor hoogtes wordt ingespeeld in plaats van in een dokterskamer. Deze vr-omgevingen zijn bovendien meteen aan te zetten. Ook kunnen ze worden aangepast wat betreft moeilijkheidsgraad, of specifieke omgevingen die jouw angst kunnen triggeren. Bovendien is de drempel wat lager om zo’n vr-wereld in te stappen in plaats van, zeg, een brug over de Niagara Falls. En omdat de behandeling geautomatiseerd is en met digitale coaches werkt, zijn er minder gespecialiseerde dokters nodig.
Nu zeg je: en de echte wereld dan? Mensen weten toch wel dat ze niet van dat flatgebouw gemaakt van pixels kunnen vallen, en wel van een echt gebouw? Maar uit dit onderzoek met honderd patiënten blijkt ook dat je datgene wat je hebt geleerd of hebt meegemaakt in de virtuele wereld, ook meeneemt naar de echte wereld. En VR heeft zich al eerder bewezen om bepaalde mentale gezondheidsstoornissen met succes te behandelen.
Wat de onderzoekers nog niet kunnen zeggen is of het effect van deze behandelingen blijvend is. Maar het topje van de niet-denkbeeldige Kilimanjaro komt zo toch een stapje dichterbij.