Opgroeien in een gestreste baarmoeder zorgt voor mentale problemen: hoe lossen we die op?
- Artikel
- 08 dec 2021
- 9 minuten leestijd
Prenatale trauma’s zijn een controversieel onderwerp in de psychologie. Want hoe help je mensen die trauma’s hebben opgelopen in een tijd dat ze nog niet konden praten? Journalist Roanne zoekt het uit.
Ik ben vier jaar oud. Mijn moeder en ik bladeren door een van de twee babyfotoboeken. Naast foto’s van een mollige baby met grote ogen zien we ook foto’s van de periode dat ik nog in mijn moeders baarmoeder zat. Ik huil ontroostbaar.
Twintig jaar later zit ik met mijn moeder aan de keukentafel bij haar thuis. We hebben het over mijn huilbui van toen en gissen naar de oorzaak: had ik het gevoel dat ik mijn moeder fysiek pijn deed? Miste ik het om in een placenta te zitten? Voelde ik de stress in mijn omgeving? Ik weet het niet, maar voel het wel en het doet pijn. Het is niet talig, maar zegt meer dan alle woorden die gezegd zijn.
Want ik ken de verhalen van de eerste negen maanden van mijn bestaan. Het is door de jaren heen een soort soapserie geworden waarin mijn ouders de hoofdrol spelen. Ze hadden allebei onverwerkte jeugdtrauma’s en waren geen sterren in communiceren met elkaar. Op het moment dat er een baby op komst was, triggerden ze elkaar nog meer in elkaars pijnpunten en dat resulteerde in een drama voor beide partijen. En ik? Wat voelde ik vanaf mijn groeiplek in de baarmoeder? Welke impact heeft deze periode op mijn leven gehad? En hoe kan ik niet-talige wonden uit een ver verleden helen?
Van hompje cellen tot volwassenen
In de jaren tachtig hadden wetenschappers en filosofen mij nog raar aangekeken om deze vragen. Toen dachten ze nog dat we alle gebeurtenissen vergaten die vóór ons tweede levensjaar gebeurden. Om deze reden werden baby’s bijvoorbeeld zonder verdoving geopereerd. Pas in 1987 kwamen artsen hierop terug.
Sindsdien zijn de dingen aanzienlijk veranderd. In de wetenschap is steeds meer aandacht voor de eerste 1000 levensdagen: van het moment van conceptie tot ongeveer het tweede levensjaar. Veel stress tijdens de zwangerschap heeft een negatief effect op ongeboren baby’s. De placenta laat dan stresshormonen door, wat zorgt voor een toename van stress-receptoren in het foetale brein. Op latere leeftijd reageren deze kinderen heftiger op stress dan zij die in mindere mate stress hebben ervaren in de buik.
Volgens het TNO is het daarom zaak kwetsbare ouders te begeleiden tijdens de eerste duizend dagen. De toekomst van hun kindje zou door extra inspanningen – voorkomen van stress en begeleiding met een gezonde levenspatroon – in deze periode meer opleveren dan interventies na die periode.
De prenatale psychologie gaat een stap verder en onderzoekt het effect van de baarmoedertijd op de ontwikkeling van psychologische problemen op latere leeftijd. Wanneer tijdens de zwangerschap sprake is van bijvoorbeeld partner-relatieproblemen, depressie en veel angst voor miskramen of de aankomende bevalling, kan dit bijdragen aan een angststoornis op latere leeftijd, zoals terugtrekgedrag, gegeneraliseerde angststoornis, verlatingsangst en/of geremdheid voor nieuwigheden.
Die angsten zijn mij niet vreemd: veranderingen brengen mij van mijn stuk, ik heb geregeld last van paniekaanvallen, ik ben bang dat mensen mij zullen afwijzen en verlaten en ik voel een onvervulbare behoefte om te versmelten met de mensen om mij heen. Van een psychotherapeut krijg ik op mijn drieëntwintigste de diagnose ‘gegeneraliseerde angststoornis’. In onze sessies praten we over mijn jeugd en hoe dit effect heeft op het nu. In de sessies huil ik veel en als het mij allemaal te veel wordt, dissocieer ik van mijn gevoel: alsof ik even niet meer in mijn lichaam zit. We focussen op autonomie en ik leer meer op mijn eigen benen te staan. Maar de diepere pijn blijft op haar plek zitten en ik kom daar niet met praten alleen. Ik zoek verder en stuit op het fenomeen ‘prenatale trauma’s’.
Een trauma oplopen als ongeborene
Trauma-expert Gabor Maté werd geboren in 1944 in het door het nazi-bezette Budapest. Net als alle Joodse baby’s huilde hij aan een stuk door, zegt hij in de documentaire In Utero. De angst die zijn moeder voelde tijdens haar zwangerschap heeft hij zijn hele leven meegedragen, vervolgt Maté: “Foetussen voelen alles wat in de baarmoeder gebeurt. En dit heeft invloed op het diepste niveau van iemands persoonlijkheid. De baarmoeder is onze eerste omgeving en de emotionele toestand van de moeder is bepalend voor het gevoel dat een foetus heeft bij de wereld waarin het geboren zal worden. Maar er is nog te weinig bewustzijn over de impact van de baarmoeder-tijd op de ontwikkeling van trauma’s bij kinderen.”
Prenatale trauma’s zijn een controversieel onderwerp. Als ik bel met de persvoorlichting van het ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, kan zij mij aan niemand doorverwijzen die hier meer over weet. Enkele hoogleraren die gespecialiseerd zijn in vroegkinderlijke trauma’s geven per mail aan dat er weinig onderzoek naar prenatale trauma’s is gedaan.
Daarnaast is voorzichtigheid met dit onderwerp geboden, zegt hoogleraar klinische psychologie Maartje Schoorl. Zij denkt dat er wel degelijk trauma’s in de baarmoedertijd kunnen ontstaan, maar ziet te grote risico’s voor de specifieke behandeling van niet-herinnerde trauma’s, namelijk: het verkeerd herinneren van gebeurtenissen. Om deze reden doet zij alleen onderzoek naar de behandeling van vroegkinderlijke trauma’s die nog herinnerd kunnen worden vanaf het vierde levensjaar.
Ik heb inderdaad geen mentale herinneringen aan de tijd in de baarmoeder, maar wel een niet-talige wond die vaak mijn leven bepaalt. Als herinneringen tekort schieten en de wond proberen te begrijpen met je hoofd zelfs gevaarlijk kan zijn, is er dan niet een andere manier om deze wond te helen?
Het hoofd uit en het lichaam in
“Wij richten ons niet op wat feitelijk gebeurd is, maar op de beleving van onze cliënten. Het brein geheugen beperkt zich tot het autobiografische: woorden en beelden. Maar iemands prenatale ervaringen zitten opgeslagen in het lichaamsgeheugen,” zegt psychotherapeut Rien Verdult aan de telefoon.
Samen met zijn vrouw Gaby Stroecken helpen ze baby’s, kinderen en volwassenen met prenatale trauma’s. In hun sessies kijken ze naar bepaalde spierspanningen, lichaamshoudingen en bewegingen. Door oefeningen helpen zij hun cliënten naar die plekken in hun lichaam waar de trauma’s zitten opgeslagen. Verdult: “Woorden volstaan niet, daarmee kan je zelfs de pijn weg praten. In het lichaam zit alle informatie. Door de navelstreng komen de emoties van de moeder binnen in de vorm van hormonen. Als foetus kan je niet weg, maar moet je alles voelen. Zo ontstaan bepaalde bewegingspatronen en spierspanningen.”
Lichaamsgerichte therapie is gebaseerd op interpretaties van het lichaam. Verdult en Stroecken baseren hun therapie op hun eigen bevindingen en die van diverse behandelaars. Er is verder geen grootschalig onderzoek gedaan naar het effect van lichaamsgerichte therapie. Toch merkten de twee therapeuten dat hun cliënten baat hebben bij de therapie. In hun praktijk komen mensen zoals ik die al andere (praat-)therapieën hebben uitgeprobeerd, maar het gevoel hebben dat er nog een diepere laag is waar ze niet bij komen. Voor hen werkt de therapie bevrijdend.
Ik probeer het ook uit en vind een lichaamstherapeut bij mij in de buurt. Ik vind het spannend, maar voel een klik met haar dus durf het aan. In de eerste sessie ben ik bang om het gevoel te voelen en zoals vaak het geval is dissocieer ik. Ze helpt mij terug naar mijn lichaam. Ik voel pijn in mijn stuitje, iets zwaars. Hoe voelt het daar, vraagt ze. Ik voel mij alleen, aan mijn lot overgelaten, antwoord ik.
De tweede sessie vraagt ze mij om door mijn navel te ademen. In en uit. En vanuit daar te bewegen. Mijn lichaam maakt bewegingen ondanks mijzelf. Ik schop in de lucht. En voel boosheid, een diepe boosheid. Ze zet een blok voor mijn voeten en ik begin nog harder tegen het ding aan te schoppen. Mijn benen verslappen en ik barst in huilen uit.
Mijn hoofd weet niet wat dit allemaal betekent, maar de dagen na de sessie voel ik minder angst, meer zelfstandigheid en merk dat ik beter mijn grenzen kan aangeven. De pijn zit nog op haar plek, maar ze is iets zachter en ik kan haar meer voelen zonder te dissociëren.
It takes a village to raise a child
Mijn moeder en ik lopen door het bos. Ik vertel haar over mijn ervaringen. Ze snapt het en vertelt dat ze moeilijk contact met mij kon maken tijdens haar zwangerschap: “Ik zag mijn buik groeien, maar zat veel in mijn hoofd en was zo bang dat je vader weg zou gaan dat ik nauwelijks echt zwanger kon zijn.” Ze had het graag anders gewild. Ik druk haar op het hart dat het niemands schuld is. Als zij en mijn vader iets anders hadden kunnen doen op dat moment dan hadden ze dat gedaan. “Waarschijnlijk was de tijd dat ik in mijn moeders buik zat ook niet veilig,” voegt ze toe: “Mijn ouders waren nog zo jong en nog niet getrouwd. Dat was een groot familieschandaal.” De dingen vallen op zijn plek.
We spreken af dat als ik ooit zwanger van een mini-mens ben, we er samen voor zorgen dat we een veilige omgeving voor het nieuwe diertje creëren. Die gedachte troost. Want zwangerschappen hoeven moeders niet alleen te dragen. Een kind ter wereld brengen doen we samen.