Natalia (31) vecht tegen het uitsterven van haar moedertaal, het Boerjatisch
De Boerjatische kunstenaar woont in Nederland en probeert met haar werk haar moedertaal in leven te houden. “Ik denk dat ik tot mijn dood bezig zal zijn het met het in leven houden van de Boerjatische taal.”
"Als ik zeg dat ik uit Rusland kom, raken veel mensen in de war,” zegt Natalia Papaeva (31) in ons Zoom-interview. Ik kijk naar onze gezichten op het scherm: we hebben allebei een Oost-Aziatisch uiterlijk. We worden beiden door vreemden op straat nageroepen met ‘ni hao’ en ‘konnichiwa’, maar onze culturele identiteiten staan mijlenver uit elkaar. Ik ben namelijk een Surinaamse Chinees uit Amsterdam en zij komt uit Boerjatië, een Russische republiek die op de route ligt van de Trans-Siberische spoorlijn. Als ik Natalia’s geboorteplek intik op Google, zie ik foto’s van pittoreske bergen en het sprookjesachtige Baikalmeer. “Boerjatië is groter dan Nederland, maar bijna niemand kent het,” zegt ze.
De verwarring over haar etniciteit ervaart Natalia niet alleen in Nederland, maar ook in haar eigen land. Boerjaten zijn één van de vele etnische groepen in Rusland en meer verwant aan buurland Mongolië. Ze delen dezelfde religie – het boeddhisme – en het Boerjatisch hoort bij de Mongoolse taalgroep.
Boerjatië © Natalia Papaeva
“Ik kom uit een dorp waar iedereen er Oost-Aziatisch uitziet. Maar toen ik op mijn achttiende in Sint-Petersburg in Rusland ging studeren, kreeg ik opeens complimenten over mijn Russisch. Mensen dachten dat ik uit China of Japan kwam.” Natalia reageerde vaak met sarcasme op de ‘wat spreek je goed Russisch!’-opmerkingen door te zeggen dat ze even snel de taal had geleerd. “Het land is enorm en er zijn zoveel verschillende etnische groepen. Niet iedereen in Rusland is wit. Maar dit leren ze je niet op Russische scholen.”
Uitsterven
Natalia verhuisde in 2013 naar Nederland om te studeren aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag. Ze merkte dat ze steeds meer haar moedertaal begon te vergeten: een fenomeen dat vaker voorkomt bij meertaligen. Maar het is extra pijnlijk als je weet dat die taal langzamerhand helemáál verdwijnt: Boerjatisch is één van de bijna 2600 talen die met uitsterven wordt bedreigd.
De taal wordt al eeuwenlang gesproken – sommige teksten gaan terug naar de 13e eeuw, toen het nog werd geschreven met het Mongoolse alfabet. Maar in de Sovjet-tijd mochten scholen alleen in het Russisch onderwijzen. Veel etnische groepen werden ontmoedigd om hun moedertaal te spreken. “Maar ik neem het de Boerjaten niet kwalijk dat ze hun eigen taal niet meer spraken. Er was veel propaganda over het zijn van een ‘goede Sovjet-burger’. Ze wilden gewoon een beter leven.”
Tot op de dag van vandaag wordt de taal steeds minder vaak en goed doorgegeven en heeft nog steeds Russisch de voorkeur bij de Boerjaten.
Natalia’s tentoonstelling ‘Ik ben...’ Foto: David Vroom
Ponaechala
Taalverlies en de bijbehorende emoties staan centraal in Natalia’s eerste solotentoonstelling Ik ben…, bestaande uit vier video-performances in de Boerjatische taal. Om tijdens deze pandemie toch mensen de mogelijkheid te geven haar werk te bekijken, worden de video’s gepresenteerd in winkeletalages in de binnenstad van Leeuwarden.
Op het eerste gezicht lijken de video’s extreem specifiek gericht op Natalia’s Boerjatisch-Mongoolse identiteit, maar dan kom ik erachter dat het gevoel van buitensluiting, verlies en houvast dat haar werk lijkt te ademen, een universeel gevoel is.
In Yokhor zingt Natalia twee zinnen van een traditioneel Boerjatisch lied. “Dit zijn de enige woorden die ik me nog kan herinneren van het lied,” vertelt ze. Ze herhaalt de woorden eerst zachtjes. Dan steeds luider en emotioneler, alsof ze haar moedertaal steviger en steviger probeert vast te houden zodra de klanken haar mond ontsnappen.
Trailer voor Yokhor. Gefilmd door Oleg Revenko.
De video-performance We Are Not From Here focust op het Russische woord ‘ponaechala’ (vrij vertaald: “Jij bent niet van hier”). "Het is vergelijkbaar met het Nederlandse woord 'allochtoon'," zegt ze. “Het omschrijft mensen uit een ander land, maar ook niet-witte Russen die automatisch niet worden gezien als deel van de groep.” In Vacuüm herhaalt ze boeddhistische mantra's, die ze vroeger van haar oma leerde, om te kalmeren. En als reactie op het toenemende corona-racisme tegen Aziaten, maakte ze de video-performance Ik ben…
Mongools schrift
Natalia is al een paar jaar bezig met het herleren van haar moedertaal. Op Instagram kwam ze in contact met andere Boerjaten, die ook buiten de republiek wonen. Ze hebben een Whatsapp-groep waarin ze hebben afgesproken om geen Russisch te spreken. Ook kwam Natalia via een vriend terecht bij online lessen voor Mongools schrift, zodat ze het Boerjatisch in de oorspronkelijke vorm leert schrijven. “Ik denk dat ik tot mijn dood bezig zal zijn het met het in leven houden van de Boerjatische taal.”
Inmiddels woont Natalia meer dan zeven jaar in Nederland en is ze met een Nederlander getrouwd. “We hebben elkaar ontmoet in Sint-Petersburg. Hij spreekt Russisch en ik heb Nederlands geleerd, dus we kunnen elkaar altijd verstaan. Dat is iets heel moois.”
Wanneer ik haar vraag of ze haar dorp mist, zegt ze ja. “Ik mis de bergen, de meren heel erg. Maar voorlopig blijf ik nog in Nederland. Wanneer je over de grens gaat, verander je niet van land. Je strekt slechts jouw terrein uit. Boerjatië blijft altijd bij me: ik open een boek en ik ben er.”
De tentoonstelling is een initiatief van VHDG en gecureerd door Arda van Tiggelen. “Ik ben...” is tot en met 4 april te zien in Kunstruimte H47 en in verschillende winkeletalages in Leeuwarden. Klik hier voor de route en meer informatie.