"In die sekskelder moest mijn prinsessenjurk uit, en ik hoorde alleen het klikken van de camera"
- Downloaders
- 04 okt 2018
- 8 minuten leestijd
Toen Vicky 3 jaar oud was, werd ze misbruikt in de kelder van haar overbuurman, die er foto's en video's van maakte. "Het voelt als een stuk van mij dat is weggenomen: foto’s van mij, naakt en in een gruwelijke situatie. Ik ben nu dan wel volwassen, maar er wordt nóg misbruik van mij gemaakt.”
“Als kind speelde ik vaak buiten. Tegenover ons woonde een heel mooi meisje: een prinsesje. Ik speelde vaak met haar en wilde heel graag bij haar thuis spelen. Op een dag waren we aan het hinkelen, toen haar moeder riep: "Wie wil er een snoepje?" Ik rende op haar af, en had het snoepje als eerst. Wie het eerst was, mocht naar binnen, "om mooi gemaakt te worden", zei die moeder. Als een prinsesje.”
“In de kelder hadden ze een soort speelkamer: er stonden bedden, en daar mochten we op springen. Ik kreeg een prinsessenjurk aan en ik dacht: "Nu word ik net zo mooi als mijn buurmeisje". Daar, in de kelder, waren ook de vader (mijn overbuurman) en een oom aanwezig. Ze zeiden: "Je mooie jurk wordt verkreukeld. Je kunt ‘m beter uit doen." Er ging steeds meer kleding uit. De mannen maakten foto’s van mij en mijn buurmeisje. En er werd gefilmd.”
“We werden vastgebonden aan het bed. De mannen deden allerlei dingen met ons. Seksuele dingen, met hun handen. Ik wist niet goed wat er met me gebeurde... ik was drie jaar oud.”
Vicky als kind.
Het deed pijn. En al die tijd was er een grote camera
“De overbuurman praatte de hele tijd tegen me: 'Je bent zo’n mooi meisje'. Zijn adem stonk, hij zat aan me, en ging steeds verder. Hij zei ‘ik ga je geen pijn doen’ en verkrachtte me. Het deed pijn, en al die tijd was er een grote camera bij. Ik hoorde alleen maar klik, klik, klik.”
“Mijn buurmeisje begon hard te gillen en te huilen. Op een gegeven moment stopte het huilen, en was er paniek. Ze werd in lakens gerold en meegenomen. Ik dacht dat ze dood was. Er schoot door mijn hoofd: had ik maar niet dat snoepje moeten pakken, dan was zij misschien het prinsesje geweest, en was het met haar niet zo afgelopen.”
“Tien jaar geleden pas kreeg ik te horen dat mijn buurmeisje toen niet was overleden. Wel had ze – net als ik - een zwaar leven gehad: ze was heroïnehoertje geworden en had al op jonge leeftijd zelfmoord gepleegd.”
“Het misbruik door mijn overbuurman was eenmalig, maar toen ik acht was, ging het weer mis: een man die in de buurt van mijn school woonde, heeft me lange tijd misbruikt. Ik wist niet wat mijn grenzen waren en was erg in de war. Ik durfde het aan niemand te vertellen, want ik dacht dat hij dan ook mijn zusjes zou pakken.”
“Ik groeide op met paniekaanvallen en nachtmerries. Mijn familie wist niet hoe ze met me om moesten gaan; mijn ouders hadden het altijd heel druk. Hun zaak ging failliet en mijn vader werkte veel, we hadden een groot gezin. Toen mijn moeder 26 was, had ze al 6 kinderen. Ik was een van de oudsten en voor mij was geen tijd.”
“Op een dag kwam ik thuis en vertelde ik mijn moeder dat de buurman op me geplast had – toen wist ik nog niet dat het sperma was. Mijn moeder zei: ‘Ga weg, vies kind. Hoer!’ Ze was overspannen en wist niet wat ze deed, maar ik dacht: het is mijn eigen schuld. Ik ben een hoer.”
“Al jong kwamen mijn eerste zelfmoordgedachten: als ik nou dood zou, zijn dan wordt alles misschien opgelost. Toen ik elf was, deed ik mijn eerste poging. Toch wilde ik het niet. Ik dacht: als ik er niet meer ben, wie zorgt er dan voor mijn broertjes en zusjes?”
“Ik was 12 jaar toen ik pas doorkreeg dat wat deze mannen deden, fout is. Ik zag een documentaire op televisie, waarin werd verteld dat als een man een kind wat aandoet, de man fout is. Ik had altijd gedacht dat ik fout was, en dat als ik erover zou praten ik naar de gevangenis moest. In therapie heb ik dit trauma geprobeerd te verwerken. Ik splitste mijzelf ooit in zes personen: die had dit meegemaakt, die dat… enzovoort."
"Ik leef nog elke dag met de gevolgen van het misbruik. Er is best veel in het nieuws dat te maken heeft met #MeToo, waardoor het verleden als een film terug komt. Ik durf in het donker niet naar buiten, slaap met lichtje aan, en heb nog steeds paniekaanvallen.”
“Ook heb er moeite mee om met mannen om te gaan. Ik heb zelf wel een lieve man, die vertrouw ik wel, maar met aanrakingen heb ik het soms moeilijk. Ik heb last van psychoses en slik medicijnen.”
Vicky als kind.
Ik vind ook dat ik recht heb op die foto’s. Als ik ze zou krijgen, dan zou ik ze verbranden of verscheuren
“Dat er misbruikbeelden zijn gemaakt van mij als klein meisje, blijft me achtervolgen. Dat is heel pijnlijk: soms schaam ik me zo. Ik zou het verschrikkelijk vinden als mensen naar me toe komen dat ze die foto’s hebben gezien.”
“Daders moeten hiermee stoppen. Ze moeten snappen dat ze iemand pijn doen en het slachtoffer ook voor de rest van zijn of haar leven beschadigen. Ook downloaders moeten stoppen: als je downloadt, stimuleer je de vraag naar dit strafbare materiaal. En hoe groter de vraag naar het product, hoe meer er geproduceerd wordt. Ik vind dus dat downloaders meehelpen aan het produceren van kinderporno.”
“Ook vind ik dat ik zelf recht heb op die foto's. Als ik ze zou krijgen, dan zou ik ze verbranden of verscheuren. Ik wil dat ze niet meer openbaar zijn. Het voelt als een stuk van mij dat is weggenomen: foto’s van mij, naakt en in een gruwelijke situatie, waarvoor ik niet gekozen heb, maar als klein meisje in ben beland. Ik ben nu dan wel volwassen maar er wordt nog misbruik van mij gemaakt.”
“Ik hoop dat kinderporno-downloaders naar mijn verhaal luisteren en beseffen dat het mij nog steeds pijn doet. Het raakt me, en het kwetst als zij mijn foto’s downloaden. Ik moet er niet aan denken dat mannen zich aftrekken op foto’s van toen ik zo klein was. Ik heb die foto’s nooit gegeven. Zij hebben ze van mij genomen en gestolen. Nee, gepikt. Als je die foto’s bekijkt, blijft het misbruik voor mij doorgaan.”
“Ik vind dat je downloaders moet beboeten en behandelen. Ik denk dat een boete mensen afschrikt en maakt dat ze er over nadenken. Het geld dat dat oplevert moet dan wel naar de mensen die helpen kindermisbruik te stoppen. Naar de politie of naar hulpverlening voor slachtoffers en daders.”
“Ik vind dat je zowel slachtoffers als daders moet helpen. Sommige daders zijn ook slachtoffer geweest. Ik zeg niet dat alle daders slachtoffer zijn, maar sowieso klopt er iets niet in hun hoofd. Ik noem het een verslavingsziekte, en daar mag hulp voor zijn. Voor die mensen zelf, en om te voorkomen dat er weer kinderen slachtoffer worden.”
“Ik heb iets gevonden dat mij helpt tot rust te komen: schilderen. Door het schilderen raak ik mijn emoties kwijt, mijn verdriet, boosheid en pijn. Mijn schilderijen gaan over mijn leven. Soms schilder ik een heel rommelig doen, soms mijzelf met mijn man en zoontje, samen met een olifant. Een moederolifant laat zijn kind nooit in de steek: wij laten elkaar nooit in de steek. Dat geeft me een heel blij gevoel.”
“Op een dag stond ik te schilderen in Nijmegen, buiten. Ik was toen zo depressief dat ik niet meer wilde leven. Opeens zag ik een lieveheersbeestje in een heel klein tuintje. Het was een heel klein stukje groen, zo mooi. Wauw, dacht ik, het leven kan wel mooi zijn, als ik maar kijk naar de mooie dingen.”
“Mijn mooiste schilderij hangt op de schoorsteen. Een gezin, en de moeder omarmt haar kind waar de vader bij is. Dit was ik, toen ik klein was. Ik leefde niet het leven dat ik wilde leven, toen, dus ik heb nu tegen mezelf gezegd: leef en houd van het leven dat je wilt leven. Het schilderij is heel kleurrijk, net als het leven. Ja, de kleur in mijn leven is terug.”