Was deze voetbalfan een grappenmaker of viel hij echt door de mand?
- Artikel
- 12 sep 2019
- 9 minuten leestijd
Wat zie je precies in een sociale interactie? Voor de camera zet een jongen een Amsterdams accent op, waar de interviewer vervolgens doorheen prikt. Boodschap bij de video: deze jongen wil erbij horen. Boodschap volgens anderen: hij maakte een grap die niet goed viel. Waarom zien mensen het zo verschillend?
De video in kwestie
Eerst wat meer over de video zelf. Op 14 mei 2017 zette Hart van Nederland een stukje van een reportage online waar een jongen na een Ajax-wedstrijd door een reporter van Hart van Nederland om een reactie werd gevraagd. Met vet aangezet Amsterdams accent gaf hij antwoord, waarop de interviewer zei: “Jij komt niet uit Amsterdam he?” De jongen antwoordde: “Nee, hoor je dat?”, en dat stukje video werd wijd verspreid. Hart van Nederland kaderde het interview als ‘door de mand vallen’, met dit begeleidend schrijven: Onze verslaggever Anne peilde in Amsterdam de stemming onder de Ajacieden en merkte dat, ondanks de tegenvallende resultaten, iedereen trots is op de Amsterdamse club. Zo trots zelfs dat sommigen zich vandaag even ‘echte’ Amsterdammers wanen, zoals de jongeman in bovenstaande video. Zij het met wisselend succes…Bekijk het hier zelf.
Nu is een video uit 2017 niet per se een kwestie van nationaal belang, maar ik zie hier een kans in om het sociale verkeer beter te begrijpen. Verkeerd begrepen worden, grappen die mislukken en die vervolgens de grappenmaker in de problemen brengen zijn van alle tijden. Ik maakte een keer tijdens een verjaardag waar ik er niet zo lekker in zat in een opwelling van zelfspot een opmerking over iets waar ik in die tijd mee zat: mijn terugtrekkende haargrens (mijn inhammetjes, mijn haarloze voorlandjes, de woestijnisering van mijn jeugd, etc.) Iemand anders greep mijn opmerking aan om aandachtig en met smaak mijn inhammen te gaan beschrijven. Het voelde alsof ik een tikkie vermoeid een balletje aan het hooghouden was voor een doel, terwijl ik nog aan het rondvragen was of iemand mee wilde doen aan een gezellig spelletje bal, waarna iemand vanuit het niets kwam aangesprint om de bal snoeihard bij mij in de kruising te janken. Ik lachte mee, maar de pain was, zoals men dat soms zegt, real.
Kat in ‘t bakkie?
Die associatie had ik dus bij wat er met die jongen gebeurde. Ik dacht: ik zet dat recht, door helder te duiden wat er volgens mij in die video gebeurt. Want wat ik in de video lees was voor mij helder: deze jongen maakte een mislukte grap. Hij had misschien geen zin in een camera voor zijn neus, waardoor hij een beetje narrig reageerde, om vervolgens halverwege zijn clownsact tot de conclusie te komen dat hij verder niet de energie had om het hele spel verder goed uit te spelen. En dan kom je uit op een typetje - ‘de Amsterdammer’ - doen, wat neerkomt op de paljas uithangen, en daar dan genadeloos om worden uitgelachen, omdat het gewoonweg niet goed uitpakt, omdat je er niet goed in zit. Haven’t we all been there? Kat in ‘t bakkie toch? Maar nee.
De verrassend verdeelde mening
Het punt is dat ik sindsdien mensen aan het vragen ben wat ze in de video zien: een mislukte grap, of een poging tot erbij horen, en de meningen zijn echt verdeeld.
Een goede vriend uit Amsterdam die zelf ook voetbalt noemt de jongen bijzonder sympathiek en aandoenlijk, maar geeft ook aan dat hij niet denkt dat het een grap is: “De setting is voetbal en een beetje stoer doen en dat maakt het toch anders.” Op Dumpert, waar de video was doorgeplaatst, lees ik ook zulke reacties: “Dit is echt fucking prachtig, wat een plot twist, wat een plaatsvervangende schaamte :'D”, schreef ene Ettore. Bij een collega bij KRO-NCRV die uit Amsterdam komt kon niet eens bevatten dat hier ook maar iets van een grap in zat. “Dat is geen Amsterdammer”, zei hij bij het zien van de video. De mogelijkheid dat de jongen een grapje maakte registreerde de collega bijna niet eens. “Dit slaat nergens op, je hoort toch dat hij geen Amsterdammer is?”, zei hij.
Maar aan de andere kant waren er vrienden die niet konden geloven dat mensen dat dachten. “Ja het lijkt me duidelijk dat hij een grap maakt”, schreef een hartsvriend me, om eraan toe te voegen dat ze de inhoud van de grap so-so vond. Ik besloot iets buiten mijn eigen kring te kijken en een beroep te doen op geleerde autoriteit.
De autoriteit spreekt
De eerste was een humorist uit mijn eigen kring, Michiel Eijsbouts. Eijsbouts werkt onder meer voor De Speld, presenteert en coacht mensen op het gebied van humor en presentatie. Zijn conclusie?
“Ik denk dat deze leuke knul in the spirit of the moment een grapje wil uithalen met het Nederlandse publiek, voor de cameraploeg van SBS6. Maar terwijl hij daarmee bezig is, zie je hem al wegdraaien van de camera. Hij heeft dus wel door dat-ie het niet vol kan houden. Dat geeft hij ook ruiterlijk toe als hij 'ontmaskerd' wordt. Hierna is door de makers het fragment snel afgeknipt, wat mij doet vermoeden dat hij nog wel iets snedigs te berde heeft gebracht, misschien in het Brabants ofzo. Het lijkt me een man van vele talenten!”
Om nog een lezing van de situatie te krijgen belde ik een expert op het gebied van non-verbale communicatie, Gérard Stokkink. Gérard studeerde culturele antropologie, psychologie en non verbale communicatie in onder meer Zwitserland en Frankrijk en zegt met grote zekerheid:
“Lichaamstaal liegt niet”, zegt Gérard. “En wat deze jongen zegt is volkomen congruent met zijn lichaamstaal. Hij is vol bravoure en is betrokken bij Ajax. Dat zie je doordat hij met zijn linkerschouder trekt. Bewegingen met links zijn anders dan die met rechts. Laat ik het cru zeggen: bewegingen met de linkerkant van het lichaam worden gemaakt in een persoonlijke context. Bewegingen met rechts zijn vaak afstandelijker, naar buiten gericht. Als je moe bent of gestresst en je kijkt in de spiegel, dan wordt je linkeroog kleiner. Dat heeft te maken met de hersenen, de neurobiologie. Daarnaast zie je bij hem geperste lippen, omdat hij zich voordoet als Amsterdammer, terwijl hij dat niet is. Dus ja, hij is wat mij betreft ontmaskerd.”
Mijn tegenwerpingen dat de jongen mogelijk een mislukte grap maakt gaan er bij Gérard niet in. “Jij psychologiseert dit, terwijl het een kwestie is van lichaamstaal”, zegt hij. “En dat kun je niet manipuleren.” Gérard heeft wel een tip: “Als je lichaamstaal congruent is met wat je zegt, stel je jezelf transparant op, en is de ander vaak beter op z’n gemak, omdat die jou beter kan lezen. Op zo’n moment is de kans op succesvolle communicatie groter. Dus blijf jezelf, forceer niks. Als je je ongemakkelijk voelt, dan wordt dat ook zo gezien.”
Waar komen die verschillende interpretaties vandaan?
Uiteindelijk loop ik kniezend rond. Waar ik dacht een klein stukje onrecht (of in ieder geval misinterpretatie) gierend recht te kunnen zetten, ben ik een tweestrijd beland zonder duidelijk antwoord. Hoe kunnen mensen dit zo anders interpreteren? Uiteindelijk kom ik bij Roos Vonk terecht, hoogleraar in de sociale psychologie en verder bekend van columns, lezingen, workshops en haar jongste boek De eerste indruk. Vonk: “Puur intuïtief zeg ik: die jongen maakt een grapje. Ik zeg dit niet als autoriteit of hoogleraar, maar als mens. Voor mij zijn de aanwijzingen daarvoor dat hij direct toegeeft dat hij niet uit Amsterdam komt zodra de journalist hem daar op wijst. Ik zie verder ook geen motief waarom hij zich zo zou voordoen.”
Vonk, die onder meer uitgebreid schreef over hoe eerste indrukken wekken, zegt dan: “In z’n algemeenheid kan ik over dit soort situaties zeggen dat op het moment dat mensen ambivalent gedrag vertonen, dus gedrag dat voor meerdere interpretaties vatbaar is, anderen sneller hun persoonlijke opvattingen op die situatie projecteren. Er is een voorbeeld van een filmpje waarbij te zien is hoe een witte man een zwarte man een duwtje geeft, en vice versa. Dat duwtje is als vriendschappelijk uit te leggen, maar ook als een kleine daad van agressie. Hoe je dat interpreteert, zegt dan weer iets over jezelf. Dat is ook hoe internet werkt. Als er iets is waar je kunt honen over iets stoms van mensen, dan wordt dat aangegrepen. Dat is een ego-dingetje. Heel vervelend. Als er een afgang is, dan springt iedereen er bovenop.”
“Op zulke ambivalente situaties worden vaak stereotypen geprojecteerd. Dan wordt het een kwestie van ‘the eye of the beholder’: je projecteert je eigen behoeften en gedachten op de ander als daar ruimte voor is, en ook je eigen ego. Dat gebeurt onbewust dus je hebt zelf totaal niet door dat wat je ziet aan je eigen brein is ontsproten.”
Ik voel veel bij Roos’ woorden. Ik kleur de interactie in met mijn ervaring met slecht begrepen worden, anderen, waarschijnlijk de reporter van Hart van Nederland incluis, kleuren het in met hun ervaring van brallerige voetbaltaal en de opschepperij die ze op en rondom het veld hebben gezien, met hun ergernis over mensen die een accent imiteren.
Maar hoe zit het nou echt? Wat ging er om in het hoofd van de jongen toen hij zijn accent opzette? De verslaggever van Hart van Nederland liet vriendelijk weten liever niet over het voorval te praten, omdat hij de jongen zelf ook had benaderd voor een terugblik-item, en de jongen in kwestie daar liever niet aan wilde meewerken. De verslaggever vond het daarom niet per se chique om er zelf nog eens uitgebreid op in te gaan. Dat respecteer ik. Mocht de jongen desondanks nog eens in gesprek willen: graag. Heel heel graag.