Wat te doen wanneer je worstelt met zingeving
- Artikel
- 18 jan 2021
- 10 minuten leestijd
Dat ongrijpbare gevoel van leegte, onrust en nutteloosheid heeft een naam: existentiële eenzaamheid. Een quick fix is er niet – maar lichtpuntjes zijn er wel.
Voordat we beginnen: wil je met een geestelijk verzorger praten over levensvragen en zingeving? Via het landelijk nummer voor levensvragen kun je een gesprek aanvragen: bel 085 004 3063 (lokaal tarief). Ook nu zijn er (coronaproof) gesprekken bij je thuis mogelijk. De gesprekken zijn er voor iedereen, ongeacht je levensovertuiging of geloof. In bepaalde gevallen wordt een aantal gesprekken vergoed – als jij of een naaste ongeneeslijk ziek is, bijvoorbeeld.
Een crisis, lege agenda’s, volle hoofden, weinig escapisme. Het is het ultieme recept voor existentiële eenzaamheid: je eenzaam voelen omdat je worstelt met gevoelens van zinloosheid. Want of je nu verzuipt in de videocalls of juist elke seconde van je dag vrijwillig volplant: nog nooit waren we zo alleen met onze gedachten. En dat doet wat met je.
Uit nationaal onderzoek blijkt dat 74 procent van de jongeren psychisch lijdt onder de coronamaatregelen. En een op de drie Nederlanders houdt zich sinds de coronacrisis meer bezig met zingeving, volgens een ander onderzoek.
Het gekke is: als de media spreekt van eenzaamheid onder jongeren, gaat het vrijwel altijd over sociale eenzaamheid, de soort die zich kenmerkt door een gebrek aan diepe sociale banden. Existentiële eenzaamheid is wat dat betreft minder kieskeurig: niemand ontkomt eraan. Iedereen tuimelt in de loop van zijn bestaan weleens één of meerdere malen in een konijnenhol vol levensvragen.
Als je je (vooral nu) overweldigend nietig en nutteloos voelt of worstelt met een existentiële crisis, dan ben je niet alleen. Tijd voor een zoektocht naar lichtpuntjes, dus. Ik belde met Marleen Moors (41), existentiefilosoof, schrijver en geestelijk verzorger, over zinvol leven in tijden van covid.
Marleen, de term ‘eenzaamheidsvirus’ vloog ons sinds vorig jaar om de oren, maar de media reppen met geen woord over existentiële eenzaamheid. Waarom is dat, denk je?
Marleen Moors: “Het is geen sexy en ‘snel’ onderwerp wat kijkcijfers oplevert, maar complexe filosofische materie. Het vertaalt niet makkelijk naar een groot publiek en het gaat dieper dan sociale eenzaamheid: er is geen klinkklare oplossing voor. Misschien willen journalisten hun vingers er daarom niet aan branden. Maar ook uit luiheid, denk ik.”
“Níemand praat over een link tussen de toename van de ggz-wachtlijsten en existentiële problematiek bij jongeren en ouderen.”
In tegenstelling tot sociale eenzaamheid, is deze vorm mens-eigen. We beseffen allemaal op een dag dat we doodgaan, en sociaal contact kan dat leed niet opheffen.
“Ja, deze vorm van eenzaamheid kenmerkt zich door het besef dat je leven eindig is – en dat isoleert. Want je kunt er wel met een ander over praten, maar we kunnen dit leed vaak niet echt in woorden uitdrukken. Daarnaast: de pijn van het besef dat je sterfelijk bent en dat niemand je komt redden is iets wat je zelf moet dragen. Je wordt alleen geboren en gaat alleen dood – ook als je op dat moment omringd bent door lieve mensen moet je het sterfproces alleen doorlopen. En die last draagt iedereen, bewust of onbewust, met zich mee.”
Er is dus geen quick fix voor existentiële eenzaamheid. We moeten het leren verdragen. En dat steekt af tegen ons idee van maakbaarheid en onze drang naar controle.
“Spot-on. Dat geldt ook voor zingeving: mensen vinden het vaag. In de zorg waar ik werk [als geestelijk verzorger, red.] merk ik dat ook. Mensen willen overal oplossingen voor: er moet een pilletje in, iets moet behandeld worden. Maar er zijn gewoon levensproblemen die niet oplosbaar zijn. Omdat het menselijk bestaan is zoals het is. In mijn ogen zijn we intelligente dieren die, net als andere dieren, komen te overlijden. Maar onze samenleving is heel erg gericht op succes, maakbaarheid, controle en hedonisme – en daarom drukken we die realiteit zo ver mogelijk weg.”
“Mensen willen wel lezen over de dood, maar ze willen niet nadenken over zichzelf.”
Want de realiteit is een bittere pil.
“Precies. Maar als je stilstaat bij je sterfelijkheid, ga je ook nadenken over de richting en zin van je leven. En dat maakt je weerbaarder in een volgend crisismoment.”
Ik heb wel het idee dat de dood steeds bespreekbaarder wordt. Er zijn steeds meer jonge auteurs die over verlies en rouw schrijven.
“Maar de dood is méér dan dat. Het is altijd weer het voltooid leven-gesprek van ouderen die dood willen, de euthanasiediscussie, de pil van Drion, of een televisieprogramma over terminaal zieke jongeren. En mensen willen daar ook wel naar kijken en over lezen, maar ze willen niet nadenken over zichzelf. Ook is er gelukkig aandacht voor palliatieve zorg en chronisch zieken, maar níemand praat over een link tussen de toename van de ggz-wachtlijsten en existentiële problematiek bij jongeren en ouderen. Wat de dood psychologisch met de mens, de gezonde mens, doet, hangt nog steeds in de taboesfeer.”
Annihilation fear, de angst om na je dood vergeten te worden, is groter dan onze angst voor de dood.
Nu is er nog niet aangetoond dat de coronacrisis ook werkelijk tot meer existentiële eenzaamheid leidt in Nederland. Wel schrijf je dat deze eenzaamheid vaak een gevolg is van grote crisissituaties in ons leven – zoals ziekte, dood, verlies, verandering.
“Het kan heel goed zijn dat jongeren zich nu veel bewuster worden van hun sterfelijkheid – hoewel ze minder snel ernstig ziek worden. Het virus herinnert ons eraan dat we kwetsbaar zijn en kunnen sterven, waardoor we meer gaan nadenken over wat we willen in het leven. Natuurlijk is er nu ook meer ruimte voor reflectie, en het wegvallen van rituelen maakt ons eenzamer. Denk aan: het tijdelijk verlies van sociale rituelen, zoals koffie op het werk of zondags naar opa en oma. Maar ook het verlies van religieuze rituelen, zoals groepsnormen en -waarden.”
“Ik denk dat corona-ontkenners de realiteit verdringen. Dat is een copingstijl die je het gevoel geeft dat je onoverwinnelijk bent, onsterfelijk. Denkers als Yalom en Ernest Becker stellen dat we altijd, bewust of onbewust, zoeken naar onsterfelijkheid. Je kunt streven naar letterlijke onsterfelijkheid, zoals een hiernamaals, of symbolische onsterfelijkheid – bijvoorbeeld door nageslacht, naamsbekendheid of een boek schrijven. Annihilation fear, de angst om na je dood vergeten te worden, is groter dan onze angst voor de dood. En dat verklaart veel van ons menselijk gedrag. Zoals gezien willen worden en deel uit willen maken van een groep.”
Hoe komt het dat we pas gaan zoeken naar zingeving als ons leven overhoop ligt?
“Bij een crisissituatie is er sprake van een existentiële ruptuur: je hebt het leven ervoor en erna. En dat opent je ogen voor levensvragen. Een crisis leidt daardoor vaak ook tot een zingevingscrisis.”
“Ik denk dat veel meer mensen vastlopen op existentiële vragen dan op specifiek psychologische problemen.”
Denk je dat therapie bij de zoektocht naar zingeving kan helpen? Twee jaar terug, in de gloriedagen van mijn existentiële eenzaamheid, werd ik doorverwezen naar een psycholoog. Ik vroeg haar wat voor zin het leven heeft als het geen intrinsieke zin heeft. Het antwoord dat ik zocht had ze niet. Haar tip: een driejarenplan maken en leuke dingen doen.
“Dat is een doekje voor het bloeden. Met afleiding zoeken is natuurlijk niks mis: we hebben altijd copingstijlen en als we de hele dag aan onze dood denken, functioneren we niet meer. Maar jij stelde een cruciale vraag en de therapeut ging niet de diepte met je in. Terwijl juist dát, met zo’n vraag zitten die je met niemand kunt delen, tot existentiële eenzaamheid kan leiden.”
“De vraag is: waarom zou een full-on productief leven de copingstijl of invulling van een sterfelijk bestaan moeten zijn? Is gewoon ‘zijn’ niet genoeg?”
Nu denk ik ook: ik had niet met een psycholoog moeten praten, maar met een filosoof.
“Ik hoor vaker dat omgaan met je eigen sterfelijkheid helemaal niet aan bod komt tijdens therapie – ook van mensen die zwaar klinisch depressief zijn en al jaren bij een psycholoog lopen. Daar verbaas ik me echt over. Want ik denk dat veel meer mensen vastlopen op existentiële vragen dan op specifiek psychologische problemen. Zingeving zoeken is een hele opgave, maar ook heel verrijkend: je herontdekt jezelf. En voor mij, als humanist, is het leven – ook zonder God of hogere betekenis – zinvol en leuk.”
Hoe deal jij met je sterfelijkheidsbesef en de onrust die daarmee gepaard gaat? Elke dag is immers weer een dag dichter bij de dood, om het maar even cynisch te stellen.
“De vraag is: waarom zou een full-on productief leven de copingstijl of invulling van een sterfelijk bestaan moeten zijn? Is gewoon ‘zijn’ niet genoeg? In plaats van harder te leven en naar buiten te keren, kun je ook denken: ik ga ooit dood en daarom ga ik in alle rust leven en naar binnen keren. De oplossing zit niet in ‘buiten’ maar in ‘binnen’.”
“We moeten de menselijke conditie accepteren, maar dat betekent niet dat we ons erbij hoeven neer te leggen.”
Dat is een troostend inzicht. Is er ook iets concreets waarmee we ons mentale leed kunnen zalven? Je heil zoeken in vrijwilligerswerk zet weinig zoden aan de dijk, schrijf je.
“Lees! Het boek Existential Psychotherapy van Irvin Yalom [Amerikaanse psychiater, red.] is echt een meesterwerk. En: maak gebruik van de tijd die je nu hebt. Leer alleen te zijn. Probeer te begrijpen waarom je dit voelt en weet dat iedereen ermee worstelt. Probeer niet in paniek te raken omdat je niks om handen hebt en vindt dat je productief moet blijven. Dat je gezien moet worden, omdat je anders niet bestaat. Laat die zelfopgelegde druk los en doe dingen waar je warm van wordt. Stel doelen voor jezelf, zonder te hoeven presteren voor de buitenwereld. Sla niet met tegenzin aan het mediteren, maar vraag jezelf af wat je leuk vindt in dit kleine heden.”
Ik moet ook denken aan hedendaagse denkers als Damiaan Denys, Dirk De Wachter en Esther Perel. Ze pleiten dat we ons leed en onvervulde verlangens moeten leren omarmen. Perel maakte er laatst overigens nog een vierdelige webinar over: Love, Loss and Loneliness Under Lockdown.
“We moeten de menselijke conditie accepteren, maar dat betekent niet dat we ons erbij hoeven neer te leggen. Je kunt ook zoeken naar geluk, want dat is er wel degelijk. Vroeger vond ik koken bijvoorbeeld wat gewoontjes, een banale vorm van geluk. Maar ik heb ontdekt dat het heel meditatief is. Ik hoef dan even niet met mezelf bezig te zijn. En anderen verdienen dat ook. Gun het jezelf om gewoon even te ‘zijn’.”
Wil je met een geestelijk verzorger praten over levensvragen en zingeving? Via het landelijk nummer voor levensvragen kun je een gesprek aanvragen: bel 085 004 3063 (lokaal tarief). Ook nu zijn er (coronaproof) gesprekken bij je thuis mogelijk. De gesprekken zijn er voor iedereen, ongeacht je levensovertuiging of geloof. In bepaalde gevallen wordt een aantal gesprekken vergoed – als jij of een naaste ongeneeslijk ziek is, bijvoorbeeld.