Deze vier inspirerende jongeren maken Nederland een stukje mooier
- Artikel
- 25 mei 2021
- 7 minuten leestijd
Ze zetten zich allemaal in voor een ander doel, maar strijden allemaal voor een betere wereld. De een met een voetbaltoernooi tegen criminaliteit, de ander regelt menstruatieproducten op haar middelbare school.
Vijftien jongeren zijn genomineerd voor de Young Impact Awards, een non-profitorganisatie die jonge mensen helpt om de wereld te verbeteren. Wij spraken vier van de genomineerden. Stemmen kan hier tot 31 mei.
Wail Kherrazi (12) programmeerde een apparaat waarmee mensen anderhalve meter afstand kunnen houden.
Op het moment dat hij op het Jeugdjournaal een filmpje zag van een vrouw die werd geslagen omdat ze geen anderhalve meter afstand hield, besloot Wail dat hier iets tegen moest gebeuren. “Tijdens de persconferentie vertelde Mark Rutte dat mensen de anderhalvemetermaatregel lastig vinden. Zelf merkte ik dat ook en ik zag dat sommige mensen zich persoonlijk aangevallen voelen als er wordt gevraagd om afstand te houden.”
Zijn oplossing: een zelf geprogrammeerd apparaat dat met een piepje aangeeft wanneer je de anderhalve meter regel schendt. “Dat zorgt ervoor dat je jezelf niet hoeft te schamen als je iemand wilt laten weten dat diegene afstand moet houden.” Inmiddels heeft de twaalfjarige programmeur zijn eigen bedrijf WailSalutem opgericht. Graag zou hij willen zien dat kinderen meer spreekruimte krijgen binnen organisaties. “Er wordt te weinig aan kinderen overgelaten, terwijl zij veel creatiever zijn. Die kunnen veel innovatiever nadenken en dat is juist goed voor de toekomst.”
Wail is overigens nog niet klaar met zijn missie. Als de anderhalvemetermaatregel wordt geschrapt, wil hij zijn apparaat verder ontwikkelen. “Het is breed toepasbaar. Je zou het uiteindelijk ook kunnen inzetten voor blinden, als vervanging voor een blindenstok.”
Gezondheid en respect zijn namelijk de kernwaarde in het bedrijf van Wail. “Ik wil graag producten ontwikkelen die mensen met een handicap of aandoening helpen. Daarnaast vind ik het ook heel belangrijk dat ons product op een eerlijke manier wordt geproduceerd en geen privacy schendt. Soms lees je in het nieuws dat apparaten van grote bedrijven privé-informatie van mensen verzamelen. Met WailSalutem wil ik het anders doen.”
Mai Tram Tran (16) kwam met het idee om in de toiletten op school een kastje met menstruatieproducten op te hangen.
Op middelbare scholen heerst er nog steeds veel schaamte als het gaat om menstruatie. Misschien herken je het zelf ook: niet naar de conciërge durven voor maandverband of zo onopvallend mogelijk een tampon meesmokkelen naar de wc. Mai Tram wil dit taboe graag doorbreken en regelde daarom op de schooltoiletten een kastje met menstruatieproducten.
“Het idee kwam spontaan in mijn hoofd. Ik zit al langer dan een jaar in de leerlingenraad om de school te verbeteren. In de vergadering vertelde ik mijn idee en iedereen was enthousiast, want niemand had hier nog aan gedacht.” De zestienjarige student werkte haar idee uit, de school bestelde de kastjes en inmiddels kan iedereen gebruikmaken van inlegkruisjes, verschillende formaten maandverband en tampons.
“Ik merk dat veel leerlingen niet om een tampon of maandverband durven te vragen als ze het niet bij hebben, omdat ze zich schamen of onzeker voelen. Ik heb zelfs vriendinnen die naar huis zijn gegaan. Dat is onnodig. Met de kastjes wil ik het taboe graag doorbreken”, legt Mai Tram uit. Later kwam ze erachter dat ze nog een belangrijk probleem bestrijdt met haar initiatief: menstruatie-armoede. Uit onderzoek van De Bovengrondse en Plan International blijkt namelijk dat negen procent van de meisjes en jonge vrouwen in Nederland soms te weinig geld heeft voor menstruatieproducten.
Op social media en op school werd Mai Tram overladen met positieve reacties. Graag wil ze jongeren inspireren om dezelfde stap te ondernemen op hun school. “Momenteel ben ik druk met mijn examens, maar ik wil dit initiatief nog groter maken. Denk bijvoorbeeld aan speciale pakketten en kastjes samenstellen voor plekken waar hier geen geld voor is.”
Xavi Dors (13) richtte de stichting Voetballen voor Veiligheid op om criminaliteit tegen te gaan.
Nadat er in augustus weer een steekpartij in zijn wijk in Amsterdam-Zuidoost plaatsvond, was Xavi er helemaal klaar mee. “Ik ben toen naar mijn vader gegaan en heb gezegd: ‘We moeten iets doen voor de wijk’”, vertelt Xavi. Het werd een voetbaltoernooi tegen criminaliteit en dat groeide al snel uit tot een stichting: Voetballen voor Veiligheid. Naast dat ze voetbaltoernooien organiseren om jongeren op het goede pad te houden, gaan ze ook langs bij scholen en sportvereniging om clinics en voorlichtingen te verzorgen. “Er kwamen mensen uit heel Nederland op het eerste voetbaltoernooi af. Toen ik al die kinderen plezier zag hebben, was ik heel trots op mezelf.”
Het voetbalveld is voor Xavi geen onbekend terrein. Als jeugdspeler voetbalde hij onder andere voor Ajax en FC Utrecht. “Als je samen gaat voetballen, is er geen tijd voor kattenkwaad. Ik wil dat iedereen zich veilig voelt op straat en het geweld zo snel mogelijk verdwijnt.” Dat is overigens niet het enige wat de dertienjarige voetballer met zijn stichting wil bereiken: hij wil meer aandacht voor talent in de wijk. Die aandacht is er namelijk te weinig volgens hem. “Ik wil dat Amsterdam Zuidoost een positieve vibe krijgt. Ik ben ervan overtuigd dat als je aandacht geeft aan het positieve, dat de focus dan daar naartoe gaat.”
Xavi is ambitieus en heeft een hoop grote plannen met zijn stichting. “In de toekomst wil ik heel Nederland bereiken en daarna de hele wereld. Dan begin ik in Suriname en België. Ik ben zelf Surinaams en in België heb ik veel fans. Ik krijg vaak berichtjes op Instagram van mensen uit België dat zij Voetballen voor Veiligheid ook kunnen gebruiken. Op sommige plekken is er veel geweld en kattenkwaad. Dat wil ik stoppen.”
Filiz Memis (19) heeft een kledinglijn gemaakt van afval om aandacht te vragen voor het milieu en de fastfashion-industrie.
De knop ging om bij Filiz toen zij een shockerende documentaire zag over kledingfabrieken in Bangladesh. Het is toch niet normaal dat we op deze manier omgaan met het produceren van kleding en de mensen die in die industrie werken? Ze besloot een kledinglijn te maken van afval, zodat ze tegelijkertijd ook aandacht kon vragen voor het milieu.
“In groep acht had ik al eens een kledingcollectie van vuilniszakken gemaakt. Deze keer wilde ik het groter en beter aanpakken”, vertelt Filiz. Ze ging voor haar kledinglijn actief op zoek naar afval: zo ging ze langs woonwinkels voor bubbeltjesplastic en verzamelde ze gebruikte rietjes bij het restaurant waar ze destijds werkte. “Ik wilde aan mensen laten zien wat we allemaal weggooien, maar ik wilde mensen ook inspireren om hun steentje bij te dragen. Een plastic tasje in de supermarkt is echt onnodig. Ik ben zelf niet perfect, maar ik probeer vaker vintage te kopen en mijn kleding langer te dragen. Kleine stapjes zijn óók nuttig.”
Via een jongerenorganisatie werd Filiz geselecteerd om een modeshow op te zetten en een groter publiek te bereiken. “Ik kreeg een budget van zo’n tweeduizend euro, maar ik denk dat ik maximaal honderd euro heb opgemaakt. Te veel geld uitgeven paste niet bij mijn project.” Een ander belangrijk punt voor de jonge ontwerper was de diversiteit in modellen. “Ik wilde dat iedereen zich aangesproken voelt en dat bereik je niet als je alleen maar dezelfde lange, dunne modellen hebt in je show.”
Hoewel het Filiz leuk lijkt om nog eens zo’n kledinglijn op te zetten, heeft ze hele andere ambities voor haar toekomst: ze volgt namelijk een studie voor tandartsassistent. “Vaak denken mensen dat het ook meteen je werk moet zijn als je projecten wilt opzetten voor een beter milieu. Ik wil juist laten zien dat iedereen iets kan doen.”