The Last Dance: de beste sportdocumentaire ooit
The Last Dance
Kijkje achter de schermen van het laatste seizoen van Michael Jordan's 90's Bulls. Één van, zo niet dé beste sportdocumentaire ooit gemaakt.
Ik dacht dat er na OJ:Made In America nooit meer zo'n goede sportdocumentaire gemaakt zou worden, maar dat dacht ik dus verkeerd.
Als je – net als ik – bent opgegroeid in de jaren ’80 en ’90, dan is de kans groot dat Michael Jordan één van je favoriete sporthelden was. Het internet moest nog aan zijn grote opmars beginnen, maar toch bereikte ons verhalen over een Amerikaanse basketballer die het gevecht met de zwaartekracht had gewonnen. ‘Air Jordan’ zou het laminaat van de Chicago Bulls slechts als zijn start- en landingsbaan gebruiken en alleen die paar geluksvogels met Canal+ konden dat wereldwonder wekelijks met eigen ogen aanschouwen. Voor de rest van ons – die het moesten doen met de sporadische poster, korte fragmenten bij NBA Action en het eindeloos terugkijken van Space Jam – groeide Jordan ondertussen uit tot een haast mythisch figuur, een legende van ongekende proporties.
Nog nooit zag je de grootmeester en zijn luitenants van zo dichtbij.
Inmiddels leven we in het informatietijdperk en hebben we al die wedstrijden, interviews en dunk contests van toen – met een gezonde dosis weemoed – terug kunnen kijken. Je zou dus zeggen dat Jordan en zijn nineties Bulls geen geheimen meer voor ons hebben. Zou je zeggen. Echter… Ondanks dat de geschiedenis al lang en breed geschreven is, hebben ESPN en Netflix tóch nog een invalshoek weten te vinden waar de gemiddelde Jordan-fanboy helemaal hitsig van wordt. In het seizoen ’97/’98 – het jaar waarin Jordan’s Bulls voor de zesde keer kampioen konden worden – heeft producer Andy Thompson – broertje van tweevoudig NBA-kampioen Mychal Thompson en oom van drievoudig NBA-kampioen Klay Thompson – de Bulls namelijk tot in de spelersbus mogen volgen. Nog nooit zag je de grootmeester en zijn luitenants van zo dichtbij. De ruim vijfhonderd uur aan beeldmateriaal die uit Thompson’s camera rolde, is door regisseur Jason Hehir – eerder al verantwoordelijk voor de worsteldocumentaire Andre the Giant – nu – twintig jaar na dato – nauwkeurig gerangschikt tot de ultieme Jordan-documentaire. Een historisch portret waar zelfs de meest gematigde sportliefhebber van zal smullen.
Alleenheerschappij
De Repeat Three-Peat – voor de tweede keer, drie keer op rij het kampioenschap binnenhengelen – moest het laatste huzarenstukje worden. Of zoals coach Phil Jackson het omschreef: the last dance. Na vijf titels in zeven jaar tijd geloofde niet iedereen binnen de Bulls-organisatie meer in de onaantastbaarheid van Jordan & co. Er gingen zelfs geluiden op om het team volledig op de schop te gooien. Een total make-over. In het seizoen ’97/’98 mocht Michael Jordan – geflankeerd door enigszins ondergewaardeerde powerhouses als de dienstbare Scottie Pippen en de ietwat losgeslagen Dennis Rodman – nog één keer bewijzen dat hun alleenheerschappij niet aan slijtage onderhevig was. Nog één laatste kans op een kampioenschap. Een kampioenschap van historische proporties, want nog niet eerder in de geschiedenis van de NBA werd een team in twee verschillende fases drie keer achter elkaar kampioen.
Meer dan een serie
The Last Dance is zoveel meer dan een docureeks, het is – voor mij althans – onversneden jeugdsentiment. Het is ruzie op het basketbalpleintje over wie er Jordan mocht zijn. Het is als jochie blijven hangen na de basketbaltraining, omdat er bij de Heren 1 iemand op de Jordan VI ‘infrareds’ speelde en ik met groeiende jaloezie naar zijn voeten wilde staren. Het is twee weken lang een koker rondzeulen, omdat ik tijdens m’n eerste vakantie in Amerika al na twee dagen over die befaamde Michael Jordan ‘Wings’-poster struikelde. Het is pure nostalgie verpakt in bewegend beeld. Maar dat niet alleen. Jordan is ook het voorportaal van alles waar ik tot op de van vandaag liefde voor koester. Door zijn commercials met Spike Lee raakte ik geïnteresseerd in ‘black movies’ als Do The Right Thing, Boyz n the Hood en Menace II Society. De veterloze Jordan V ‘grapes’ op de cover van het Fresh Prince Of Bel-Air soundtrackalbum waren mijn eerste kennismaking met hiphop en r&b. Ook mijn nog immer volhardende sneakerobsessie was nooit van de grond gekomen zonder de schoenen van de meester. De samenwerking tussen Jordan en Nike heeft er trouwens niet alleen voor gezorgd dat ik met enige regelmaat tegen een faillissement aan schuurde, het heeft ook de weg geplaveid voor alle sneaker collabs die we vandaag de dag kennen. Van Ronaldo tot Travis Scott en van LeBron James tot Kanye West. Zonder Michael Jordan – okay, en zonder Run – DMC – geen sneaker culture.
Lofzang
The Last Dance is niet alleen een clusterbom van heerlijke oude beelden, het is ook een aaneenschakeling van fantastische anekdotes. We zien een indrukwekkende verzameling NBA-grootheden – Larry Bird, Pat Riley, Magic Johnson, Isiah Thomas – die stuk voor stuk in kleine jongetjes veranderen als ze het over ‘His Royal Airness’ hebben. Zwaargewichten als Reggie Miller, Charles Barkley en Patrick Ewing kunnen alleen maar hun hoofd schudden in ongeloof, als ze terugdenken aan wat Jordan op het veld liet zien. The great acknowledging The Great(est), zeg maar. Deze lofzang begint na verloop van tijd wel een beetje gênant te worden. Helemaal tegen het einde, wanneer ook Michael Jordan zelf niet eens meer de moeite doet om te verbergen hoe enthousiast hij over zichzelf is. Toch is het hem vergeven. Als je moeiteloos in één adem genoemd kan worden met Muhammad Ali, Wayne Gretzky en Serena Williams, dan heb je recht van spreken. Helemaal als je net zo makkelijk in het rijtje Elon Musk, Mark Zuckerberg en Steve Jobs had kunnen staan.
The Last Dance is het uitroepteken achter alles wat Michael Jordan bereikt heeft.
Ontboezemingen
Een zichzelf respecterende docu is natuurlijk niet compleet zonder de nodige ontboezemingen en ook op dat vlak stelt The Last Dance niet teleur. Zo had het niet veel gescheeld of Jordan had helemaal nooit voor Nike getekend, blijkt de ‘flu game‘ één grote urban myth te zijn, had Isiah Thomas misschien wat meer respect voor zijn collega’s moeten opbrengen en was het panterprintkapsel van Dennis Rodman helemaal geen panterprintkapsel. Ook krijgen we een interessant kijkje in de psyche van Michael Jordan. Zijn ongeremde winnaarsmentaliteit maakte hem misschien niet de meest aimabele man, maar door iedere keer maar weer motivatie te halen uit kleine oorlogjes met de pers, bepaalde spelers en de publieke opinie heeft hij zichzelf – en de mensen om hem heen – tot ongekende hoogtes weten te stuwen. The Last Dance is dan ook het uitroepteken achter alles wat Michael Jordan bereikt heeft. Ik dacht dat er na OJ: Made In America nooit meer zo’n goede sportdocumentaire gemaakt zou worden, maar dat dacht ik dus verkeerd. The Last Dance is bindend kijkadvies voor iedereen die niet meteen wegzappt bij de tune van Studio Sport. En nu moet ik even online een Spalding bestellen, want ik heb ouderwetse pleintjesbasketbalkriebels.
- ESPN / Netflix (2020)
- Een ode aan de triomftocht van Michael Jordan en zijn nineties Bulls
- 50 minuten per aflevering