Nusantara Beat vindt Indonesische klanken opnieuw uit
Moderne Indonesische liedjes, geïnspireerd op de traditionele klanken van vroeger. Dat is de Amsterdamse band Nusantara Beat in één zin. De zeskoppige groep bestaat uit vrienden en familie die elkaar vinden in twee dingen: een gigantische liefde voor muziek én gedeelde wortels in de archipel. Binnenkort brengen ze een single uit, in maart staan ze in De Melkweg en in het najaar verschijnt er een album. Ik spreek drie bandleden, broers Gino en Sonny Groeneveld en Michael Joshua Yonata, over wat we daarvan kunnen verwachten.
Voordat Nusantara Beat gevormd wordt, zijn de bandleden al een tijd bezig met het veroveren van de muziekindustrie. Ze komen veelal uit bekende bands, van Jungle by Night tot Altin Gün. Aan ervaring dus zeker geen gebrek – en dat is te merken. Maar ik vraag me af: wat maakt déze muziek voor de groep zo bijzonder? “Ik vind het echt een mooi contrast met wat je in de westerse muziek hoort. Er zit heel veel mysterie in – en soms ook best wel wat gevaar”, legt percussionist Gino uit. “Sonny en ik zijn opgegroeid met Balinese muziek, omdat onze moeder een Balinese danseres was. Daardoor waren we bekend met die klanken, maar daar hield het ook wel een beetje op. En dat terwijl er juist zoveel te ontdekken valt, want er komt heel veel verschillende mooie muziek uit Indonesië.”
Die mooie muziek krijgt een extra dimensie als je er vanuit je eigen achtergrond een directe connectie mee hebt. Dat geldt ook voor bassist Michael Joshua Yonata, die geboren is in Indonesië. “Al die klanken heb ik van jongs af aan onbewust meegekregen. Op trouwerijen, feesten, radio, alles waar traditionele Indonesische muziek gespeeld werd. Ik vond het altijd al interessant, maar wel een beetje gedateerd. Inmiddels zijn die nummers een beetje verwaterd. Daarom vind ik het nice om ze weer terug te brengen en cool te maken op onze eigen manier.”
Vrijdag 7 maart staat Nusantara Beat in De Melkweg in Amsterdam. Het wordt geen album release party, maar kunnen we wel alvast een voorproefje verwachten? Het antwoord is: ja! “We zijn net klaar met de opnames van ons album dat in het najaar uitkomt”, vertelt Gino. “Tijdens de show gaan we natuurlijk wel een beetje laten zien waar we mee bezig zijn geweest.” Ook wil de band aandacht vestigen op een single die ze nog voor het concert uitbrengen. “We zijn namelijk ooit begonnen met het herinterpreteren van oude traditionele nummers, maar op het album komt alleen maar originele muziek. Deze avond is een mooie manier om die transitieperiode in te gaan. Deze laatste track is ook weer net iets anders dan mensen van ons gewend zijn. Veel van wat we hebben uitgebracht, is geïnspireerd op Balinese en Soendanese klanken, maar dit nummer is meer een soort dangdut (hedendaagse Indonesische volksmuziek). Toen we in Indonesië speelden, hoorden we steeds: wanneer gaan jullie dit uitbrengen?”
Geen frisse, psychedelische interpretaties van oude muziek, maar een heel Nusantara Beat-album met alleen maar zelfgeschreven muziek. Als ik het hoor, vraag ik me meteen af: hoe is die overgang gegaan? “Het was wel even zoeken naar een goede balans”, vertelt drummer Sonny. “In hoeverre probeer je vast te houden aan de oude klanken? Wat zijn nou Indonesische klanken? En hoe ver kun je gaan met vernieuwen, zonder de connectie met Indonesië kwijt te raken?” Gino en Maikel knikken instemmend. “Dat vond ik een interessante, spannende, maar ook leuke zoektocht, die centraal staat in het album.”
Tijdens het schrijven van eigen nummers, merken de bandleden al snel dat het naar meer smaakt. Maar er is wel één hobbel op de weg: de taal. “Op Michael en Rouzy na zijn we allemaal nog bezig met het leren van Bahasa Indonesia (de officiële taal van Indonesië)”, zegt Gino. “Ik kan niet volledig voor onze zangeres Megan spreken, maar voor haar was het ook een uitdaging om in het Indonesisch te schrijven. Vaak begon ze in het Engels en vertaalde ze de tekst samen met Michael en Rouzy. De zoektocht naar hoe je dat poëtisch doet, is best spannend. Ik vind het heel vet om te zien hoe ze dat hebben gedaan.”
Michael legt uit dat er een aantal punten zijn waar ze extra rekening mee moesten houden tijdens het schrijfproces. “Je moet denken aan de klanken van bepaalde woorden, zodat de impact hetzelfde blijft. En ook het aantal lettergrepen is belangrijk, zodat het ritmisch goed uitkomt. Aan het begin was het nog even zoeken naar wat werkt, maar uiteindelijk hebben we een manier gevonden waardoor het verhaal goed overkomt.” Sonny vult aan: “Of je hebt bijvoorbeeld een Engelse metafoor die nergens op slaat als je het vertaalt. Dan moet je dus een Indonesisch gezegde gebruiken, zodat je rekening houdt met die poëtische waarde.” Gino deelt dat de muziek voor hemzelf nu ook een diepere laag heeft gekregen. “Het is een verhaal dat echt vanuit ons als band komt, waardoor we alles begrijpen. Dat is wel heel bijzonder.”
Om het album nog meer kracht bij te zetten, heeft de band geprobeerd meer Indonesische instrumenten te verwerken in de muziek. Sonny: “Toen we in Indonesië waren heeft Rouzy bijvoorbeeld een kacapi gekocht. Dat is een snaarinstrument, een soort harp, dat een heel vette laag toevoegt. Ook hebben we meer gamelan-elementen (traditioneel orkest) proberen toe te voegen. Thuis hebben we een hele verzameling gongs (percussie-instrumenten uit Azië). En Gino heeft ook Balinese kendang (trommelpercussie) gespeeld. Die is heel anders dan de Javaanse!”
Ondanks dat de liedjes in het Indonesisch gezongen worden, is Nusantara Beat ook in Europa populair. Volgens de band is er vandaag de dag veel nieuwsgierigheid naar het (nog) onbekende. “Ik heb het idee dat hier sowieso best veel interesse is in traditionele muziek in een nieuw daglicht”, verklaart Gino. “Ook als mensen de taal niet begrijpen, krijgen ze een bepaald soort melancholie mee.” Sonny denkt dat er in het algemeen tegenwoordig veel belangstelling is voor frisse klanken. “Elke taal heeft zijn eigen geluid, specifieke melodieën. Het verstaan van wat er gezegd wordt, is daardoor geen barrière meer.”
Terwijl we het hebben over een taalbarrière – of eigenlijk het gebrek daaraan – denk ik aan de hoeveelheid talen die Indonesië rijk is. Binnen het hele eilandenrijk worden er namelijk zo’n 350 talen en dialecten gesproken, voor zo ver we dat kunnen weten. Maar het Nusantara Beat-album focust zich voornamelijk op Bahasa Indonesia, de meest algemene taal. “Wel hebben we ook één nummer in het Soendanees gedaan, waar de roots van Megan, Rouzy en mij liggen”, vertelt Michael. “Dat is ook wel echt de meest sierlijke taal, in vergelijking met anderen.”
“Wie weet komt er ooit nog een keertje een Javaans nummer”, zegt Gino lachend. De Javaanse taal is wat grover. “Er is veel meer lucht. Gevaarlijk, maar ook wel weer gaaf”, reageert Sonny. Gino vertelt dat hun Javaanse neef heel erg hoopt op een liedje in zijn taal. “Hij was bij ons optreden en zei: als jullie dat doen, worden jullie écht heel groot. Maar ik wil eerst nog even beter Bahasa Indonesia onder de knie krijgen.”
Tot slot vraag ik de bandleden naar hun plannen voor 2025. Wat gebeurt er wanneer het langverwachte album uit is? “We gaan er natuurlijk alles aan doen om het de volle aandacht te geven die het verdient. Hopelijk zitten er nummers tussen die Indonesië aanspreken, maar ook een internationaal publiek. Het lijkt ons te gek om op een gegeven moment een volwaardige Indonesische tour te doen, maar alles stap voor stap. Pelan pelan”, sluit Gino af. Er klinkt luid gelach. Rustig aan.
Vrijdag 7 maart staat Nusantara Beat in De Melkweg in Amsterdam. Wil je alvast een voorproefje zien? Bekijk dan hun optreden bij 3voor12 (VPRO).
Seshiekela Moerlie
Gaat het liefst iedere ochtend naar de film. En luistert met plezier elke dag naar dezelfde playlist: een mix van queer pop en Indonesische liedjes.
Vond je dit leuk?
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de NPO Cultuur nieuwsbrief en ontvang iedere vrijdag mooie, inspirerende en interessante tips. Van kunst tot film en van muziek tot theater, zo hoef je niets meer te missen!