Rotondekunst: De Berm
Je rijdt er misschien dagelijks langs zonder er écht naar te kijken, of je hebt er juist stevige discussies over gevoerd in je buurtapp. Het rotondekunstwerk: het meest omstreden object waar je zelden bij stilstaat. In deze serie spreek ik de makers. Want wie bedenkt zoiets eigenlijk? En wat betekent het kunstwerk eigenlijkvoor de maker én voor de plek?
Op een terras in de zon in Arnhem, uitkijkend op een grote groene vlakte, wacht ik op kunstenaar Natascha Waeyen. Haar rotondekunstwerk De Berm ligt op zo’n vijftien minuten lopen, maar zelf moet ze even graven in haar geheugen voor de juiste route. “Het is toch al meer dan tien jaar geleden,” zegt ze lachend, terwijl we langzaam langs de groene vlakte een woonwijk inwandelen richting het kunstwerk. Natascha woont in Maastricht, waar ze naast haar werk in haar eigen atelier ook verbonden is aan SAM (Stichting Ateliers Maastricht). Voor deze uitzondering (een interview met NPO Cultuur) rijdt ze met alle liefde de afstand tussen Maastricht en Arnhem, want “het hoort volgens haar bij haar baan als kunstenaar.” “Ik ben geen broodkunstenaar,” zegt ze stellig. “En dat zal ik ook nooit worden. Ik wil maken wat ík wil en dat is zeker geen commercieel werk.”

Natascha werkt het liefst met volièregaas zoals anderen dat doen met potlood: ze tekent ermee, maar dan in de ruimte. “Mijn werk begint altijd met een simpele lijn,” vertelt ze. “Alleen gebruik ik geen potlood, maar een soldeerbout en een tangetje.” Haar sculpturen lijken op afstand abstract, maar wie om ze heen beweegt, ziet steeds iets nieuws. “Het materiaal vecht terug en zorgt voor veranderende schaduwen,” zegt ze lachend, “en dat is juist wat het spannend maakt.” Of ze nu een minibeeldje maakt voor in een vitrine of een metershoog werk voor een rotonde, haar handschrift blijft herkenbaar. “Het gaat altijd over de magie van de lijn.”
Natascha's fascinatie voor ijzerdraad ontstond tijdens haar studie in Maastricht, waar ze het platte papier achter zich liet. "Op de academie vond ik tekenen op papier te beperkt," vertelt ze, terwijl haar vingers een denkbeeldige lijn in de lucht volgen. "Toen ik met draad experimenteerde, zag ik meteen hoe licht en schaduw mee konden tekenen. Dat gaf leven aan mijn werk."

Het volièregaas waar ze al dertig jaar mee werkt, noemt ze "een eigenzinnige partner. Het materiaal buigt onverwachts en die imperfecties maken het juist menselijk. Rafelranden maak je niet, die ontstaan." Ze maakt sculpturen, installaties, gewaden (zoals een boerkazuivel, een combinatie tussen een boerka en een kazuifel en een lentejurk van draadstaal) en zelfs een eigen mini-museum. “In de coronaperiode kon niemand meer naar een museum om mijn kunst te zien, dus besloot ik het museum naar huis te halen.”
Eenmaal bij de rotonde staan we aan de rand van het asfalt. Tussen de auto’s door verschijnen ze: tientallen metalen sprieten, stevig verankerd in de grond. De Berm is haast even onopvallend als aanwezig. Sommige sprieten staan rechtop, andere buigen licht, alsof er net een zuchtje wind doorheen ging. “Mijn inspiratie achter dit werk waren de grashalmen die je vaak ziet als je langs een berm rijdt. Ze waaien mee in de wind en hebben een duidelijke lijn in het midden. Daar staan de metalen sprieten voor.” Terwijl Natascha een aantal foto’s maakt van De Berm – ze is er namelijk al zeker al 10 jaar niet meer geweest – en een aantal plastic verpakkingen opraapt vertelt ze dat ik eigenlijk moet blijven totdat de zon onder is gegaan. ‘s Avonds, als het led-licht aangaat, komt de illusie tot leven: “Dan zie je steeds iets anders: een streep, een gloed, een schaduw. Net alsof je langs een echte berm rijdt.”

Een kunstwerk maken voor een rotonde is weer een heel ander spel, zegt Natascha. “Je moet ineens nadenken over wind, zichtlijnen, vandalisme, verkeer dat er met 50 per uur omheen raast… en dan moet het ook nog overeind blijven.” Waar ze normaal in haar atelier intuïtief werkt met draad dat meegeeft en meebuigt, moest ze voor ineens vergaderen met ingenieurs en werktekeningen aanleveren. “Ik was opeens een projectleider.” Op de vraag of ze dat eigenlijk wel leuk vond reageert ze met een big smile: “ik vond het fantastisch.”
"Toen ik in 2007 de techniek aan het regelen was voor een ander rotondewerk, stonden mensen achter me te praten over 'de kunstenaar die dit gemaakt had' zonder door te hebben dat ik het was," lacht Natascha. "Metaalwerk wordt nog vaak gezien als mannenterrein, maar kijk naar mijn handen - deze vrouw soldeert al dertig jaar."
Meningen
Als Natascha allang weer onderweg is naar Maastricht, blijf ik nog even bij de rotonde staan. Een paar voorbijgangers stoppen nieuwsgierig als ik ze aanspreek. De een noemt het "een grappig kunstwerk," de ander zegt eerlijk dat hij nooit had gezien dat het kunst was. Iemand vindt het ronduit lelijk, maar voegt er snel aan toe: “Het stoort ook niet, hoor.”
Het is precies wat je hoopt en vreest tegelijk als je iets maakt voor de openbare ruimte: iedereen heeft er een mening over. Mooi, lelijk, overbodig of juist poëtisch: het komt allemaal voorbij. Natascha zelf vindt dat niet zo spannend. “Mensen hebben altijd wel wat te zeggen over een kunstwerk in de openbare ruimte, maar dat doet mij niet zo veel.”
De Berm staat daar, midden op die rotonde. Soms gezien, soms genegeerd. Maar altijd aanwezig.


Remi Kerkhoven
Is onmogelijk aan te treffen zonder een boek op zak, muziek op haar oren (als er maar enige vorm van groove in zit) of filosoferend over de talloze films die ze in kleine filmhuizen heeft gezien. Het liefst op de hoogte van alle nieuwtjes in het culturele landschap, zodat ze kan opscheppen.
Vond je dit leuk?
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de NPO Cultuur nieuwsbrief en ontvang iedere vrijdag mooie, inspirerende en interessante tips. Van kunst tot film en van muziek tot theater, zo hoef je niets meer te missen!