Tip van Alma Mathijsen
Helemaal naar niemand voegen
Ploeteren houdt werkelijk nooit op, in het leven van een kunstenaar hoort dat er nu eenmaal bij. Soms sijpelt dat zelfs door naar het nageslacht. In de documentaire De wolkenfietsers worden de zoons van kunstenaar Rudi van de Wint gevolgd, die zich beide mateloos inzetten om het erfgoed van hun vader te beschermen. Dat doen ze allebei op een totaal verschillende manier. Gijs is sociaal, hij kan overweg met museumdirecteuren en subsidievertrekkers. Ruud praat het liefst zo min mogelijk en past het landschap van de Nollen aan. Dat is de plek waar zijn vader op achtendertigjarige leeftijd neerstreek. Hij had genoeg van alles en wilde een woestenij waar vuilnis werd gedumpt naar zijn eigen hand zetten. Het kwam vol te staan met gigantische bouwwerken van hem. Toch zien nog maar weinig mensen zijn werk.

‘Als hij de weg van de minste weerstand had gekozen, dan had ie waarschijnlijk een internationaal bekend kunstenaar geweest. Maar daar koos ie gewoon niet voor.’
Ruud noemt zijn vader steevast papa, wat me normaal gesproken irriteert om redenen die ik niet begrijp, maar in het geval van Ruud smelt ik juist. Hij rijdt met zijn trekker over het terrein waar hij inmiddels zelf ook woont. Om het te behouden moeten de broers groter denken, anders krijgen ze het geld dat nodig is voor het onderhoud nooit bij elkaar. Ze gaan in zee met een nieuwe museumdirecteur die van het landgoed ‘de Sixtijnse Kapel van het Noorden’ wil maken, waar minstens 50.000 mensen per jaar op af moeten komen. Ruud probeert zich te voegen, maar heeft zichtbaar moeite met de voorgestelde plannen. Het is ontroerend om te zien hoe de twee achteraf met elkaar in conclaaf gaan.
‘Het werkt nou eenmaal zo dat als je dat voor elkaar wil krijgen, je ook naar bepaalde dingen je moet voegen,’ zegt Gijs.
‘Papa voegde zich toch ook niet ernaar,’ antwoordt Ruud.
Waarom Gijs alleen maar kan beamen: ‘ja.’






