'We lopen nooit hand-in-hand, maar tijdens de Pride kunnen we onszelf zijn'
- Artikel
- 03 aug 2018
- 4 minuten leestijd
Kleurrijk uitgedoste boten, uitbundige vaarders en duizenden toeschouwers langs de kant. Ook dit jaar vaart de Canal Parade weer door de Amsterdamse grachten om aandacht te vragen voor LHBTI+ acceptatie.
Dat is nog steeds nodig. Een derde (33 procent) van de jonge LHTBI+’ers kreeg het afgelopen jaar te maken met negatief gedrag, alleen vanwege hun seksuele voorkeur of genderidentiteit. Ze worden bijvoorbeeld uitgescholden of nageroepen op straat. Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel. In totaal werden er 2.464 jongeren tussen de 16-34 jaar ondervraagd, waaronder 672 LHBTI+’ers.
Ook Vincent van 28 jaar uit Den Haag en Natalie van 34 jaar uit Bleiswijk maken vervelende dingen mee. "Als ik hand-in-hand loop met mijn vriend worden we uitgemaakt voor ‘flikker’ of ‘kuthomo’. Een keer gaf iemand mij expres een schouderduw. Niemand deed of zei er wat van", vertelt Vincent.
Natalie: "Ik kreeg te horen dat ik moest oprotten, weg van hier. Wie is die andere persoon om te bepalen of ik wel of niet hand-in-hand loop met mijn vriendin op straat?".
Driekwart jongeren vindt dat het goed gaat met homo-acceptatie
In het onderzoek werd ook aan alle jongeren gevraagd of ze vinden dat het goed gaat met de homo-acceptatie in Nederland. Driekwart (75 procent) van hen vindt van wel. Onder LHBTI+ jongeren ligt dit percentage lager (67 procent). Natalie is hier sceptisch over: "Op papier lijken we in Nederland homoseksualiteit te accepteren, maar in de praktijk... Als mijn zusje en vriend op straat zoenen zegt niemand er wat van. Dat is bij mij en mijn vriendin wel anders".
"Soms zie je op sociale media veel saamhorigheid voor homo-acceptatie. Bijvoorbeeld als er een actie wordt opgezet als reactie tegen homogeweld, zoals de viral #allemannenhandinhand. Dat is natuurlijk mooi, maar een paar dagen later roepen dezelfde mensen toch weer 'flikker!'," zegt Vincent.
Gedrag aanpassen om negativiteit te voorkomen
Zes op de tien (62 procent) van de LHBTI+ jongeren heeft het afgelopen jaar bewust het eigen gedrag aangepast om negatieve reacties over hun seksuele voorkeur of genderidentiteit te voorkomen. Vincent ook: "Ik vind het erg om toe te geven, maar ik loop niet meer hand-in-hand met mijn vriend".
Natalie loopt nog wel hand-in-hand over straat: "Maar wat ik niet zo snel doe is aan onbekenden vertellen dat ik een vriendin heb. Als ik bijvoorbeeld op een nieuwe school aan de slag ga, heeft het tijd en vertrouwen nodig voor ik zeg dat ik een vriendin en kinderen met haar heb".
Vanwege de negatieve ervaringen die Vincent meemaakte, vindt hij de Pride week en Canal Parade erg belangrijk: "Ooit begon het als protest vanuit de homobeweging, om te laten zien wie ze waren. Nu is het dé week in het jaar dat we onszelf kunnen zijn. Het maakt me niet uit wat anderen er eventueel van denken".
Canal Parade
"Hoe zichtbaarder we zijn als LHBTI+ gemeenschap, hoe beter", voegt Natalie eraan toe. "Niet alleen in Nederland, maar ook ver daarbuiten."
Slechts één op de vijf (22 procent) van alle ondervraagde jongeren denkt dat de Canal Parade een positief effect heeft op homo-acceptatie. Een derde (32 procent) denkt dat de Canal Pride, met uitgedoste LHBTI+’ers, juist de acceptatie negatief beïnvloedt.
3Vraagt sprak met:
Vincent, 28 jaar, Den Haag
Natalie, moeder van twee kinderen, 34 jaar, Bleiswijk
Over dit onderzoek
3Vraagt is onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel en stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. De uitslagen worden gepubliceerd door EenVandaag en op jongerenplatforms van NPO3 en andere platforms van de Publieke Omroep. Aan het onderzoek onder het jongerenpanel van EenVandaag deden 2464 jonge mensen mee, waaronder 672 LHBTI+’ers. Het online onderzoek vond plaats van 14 tot en met 24 juli 2018. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land.