Jongeren hebben weinig vertrouwen in klimaattop Glasgow: ‘economie belangrijker dan onze planeet’
- Artikel
- 05 nov 2021
- 4 minuten leestijd
Zeven op de tien jongeren (72 procent) hebben weinig vertrouwen in de klimaattop in Glasgow. Ze verwachten niet dat er duidelijke afspraken gemaakt gaan worden. Op dit moment praten leiders van grote en kleine landen op de klimaatconferentie COP26 over hoe de opwarming van de aarde beperkt kan worden.
“Akkoorden sluiten zal vast lukken, maar of ze voor de nodige radicale verandering gaan zorgen en of landen de afspraken ook echt na gaan leven? Dat vraag ik me af”, zegt een deelnemer in het onderzoek van 3Vraagt.
Iemand anders schrijft: “Uiteindelijk verliezen de afspraken het vaak van het kapitalistische kortetermijndenken. Zolang economische groei belangrijk is voor landen dan goed zorgen voor onze planeet, is het gedoemd te mislukken.”
Op wereldniveau samenwerken
Hoewel de meeste jongeren sceptisch zijn over de uitkomst, vindt driekwart (76 procent) het wel belangrijk dat de conferentie plaatsvindt en dat er afspraken op papier worden gezet om de opwarming van de aarde te beperken. Volgens hen zijn de gevolgen van klimaatverandering groot voor hun eigen en volgende generaties en is het de hoogste tijd voor actie en strengere klimaatregels.
Een deelnemer: “Tuurlijk, zo’n top voelt symbolisch, maar dat het lukt om zoveel landen aan tafel te krijgen is belangrijk en zorgt voor veel aandacht. We moeten NU serieus aan het werk en op wereldniveau samenwerken.”
Haalt Nederland klimaatdoel?
Veel jongeren zijn ook sceptisch als het gaat over de inzet van Nederland. Eerder heeft de Europese Unie als doel gesteld om in 2030 55 procent minder CO2 uit te stoten dan in 1990. Slechts 11 procent verwacht dat ons land dat gaat halen, 82 procent ziet het somber in.
Tweederde (65 procent) vindt dat Nederland onvoldoende doet om het klimaatdoel te halen. Ze missen ambitieuze klimaatplannen en een langetermijnvisie bij het kabinet. Sommigen vrezen dat bij een nieuw kabinet, met de oude partijen, het klimaat weer niet bovenaan hun prioriteitenlijst zal zetten: “Met zo’n slappe minister-president die zegt dat er niet moeten doorslaan en ‘nog wel lekker moeten kunnen blijven barbecueën.”
Kabinet mist wil en durf
Ook hebben veel jongeren het gevoel dat de overheid vervuilende bedrijven niet wil of durft aan te pakken. Jongeren stellen vooral de overheid (85 procent) en grote bedrijven (84 procent) verantwoordelijk voor het tegengaan van klimaatverandering.
Ze zeggen dat de regering het beleid bepaalt en de macht heeft om klimaatmaatregels op te leggen aan bedrijven en de burgers. Om echt impact te maken, vinden ze dat grote vervuilers in de eerste plaats moeten worden aangepakt.
“We kunnen als burgers nog zo ons best doen, maar zolang bedrijven zonder problemen gigantisch veel CO2 kunnen blijven uitstoten, schieten we niks op”, zegt iemand. En een ander: “We blijven maar polderen, waardoor er geen echt grote veranderingen doorgevoerd worden. Maar we moeten minder lullen en meer concrete actie ondernemen.”
Verbeter de wereld, begin bij jezelf
Daarnaast vinden zes op de tien (61 procent) dat ook burgers zelf verantwoordelijk zijn om klimaatverandering tegen te gaan, door hun ecologische voetafdruk te verkleinen of zich uit te spreken naar de politiek.
En als jongeren kijken naar hun eigen gedrag? Ruim de helft (56 procent) vindt dat ze eigenlijk klimaatbewuster zouden moeten leven. De een noemt bijvoorbeeld minder vaak op vliegvakantie gaan, de ander regelmatiger vegetarisch eten. Een aantal geeft toe dat ze het lastig vinden om hun gewoontes te veranderen of dat alternatieven te duur zijn voor hun portemonnee.
Vier op de tien (41 procent) vinden van zichzelf dat ze al klimaatbewust leven. Zo schrijft iemand: “Ik probeer duurzame producten en tweedehands spullen te kopen. En ik ben zuinig met water en elektriciteit.” En een ander: “Ik eet geen vlees, beperkt zuivel, heb geen auto en wil niet vliegen.”
Over dit onderzoek
3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel, stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. Aan dit onderzoek, gehouden van 28 oktober tot en met 1 november 2021, deden 1.519 deelnemers mee. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land.