Jonge queers somber over LHBTIQ+-acceptatie in Nederland: “Steeds meer ruimte voor transfobie en homofobie”
- Artikel
- 29 jul 2023
- 4 minuten leestijd
Bijna de helft van de jonge LHBTIQ+’ers vindt dat het slecht gesteld is met de acceptatie van de gemeenschap in Nederland. Ze moeten vaker dan eerder hun gedrag aanpassen en de meesten durven niet hand in hand te lopen met hun partner, laat staan diegene een kus te geven in het openbaar.
Dat blijkt uit het jaarlijkse Pride-onderzoek van 3Vraagt, onder ruim 500 jongeren die onderdeel zijn van de LHBTIQ+-gemeenschap, ook wel ‘queers’.
“Ik zie, als queer persoon, echt dat het achteruit gaat qua acceptatie”, zegt een deelnemer. “Veel van mijn vrienden maken geweld mee, zelf word ik uitgescholden omdat ik een regenboogvlag aan mijn balkon heb en in de media is er naar mijn mening veel ruimte voor transfobe en homofobe uitingen.”
‘Worden weggezet als woke’
Twee op de drie jonge LHBTIQ+’ers zeggen dat het in Nederland een probleem is om in het openbaar je geaardheid te laten zien. “Mensen zeggen het prima te vinden dat we bestaan, maar het zijn dezelfde mensen die boos worden als er een lesbisch stel in een serie zit. Dat wordt dan weggezet als ‘woke’”, legt iemand uit.
Er zijn meer deelnemers die zien dat de gemeenschap wordt meegezogen in een bredere discussie. Zo schrijft een deelnemer: “Er is een groep mensen die acceptatie ziet als ideologisch standpunt, dat wil zeggen links of ‘woke’, in plaats van als gewoon, gezond verstand.”
Geen hand, niet kussen
Jonge mensen uit de gemeenschap hebben niet het gevoel dat ze in het openbaar zichzelf kunnen zijn. De helft voelt zich bijvoorbeeld niet vrij om hand in hand te lopen met hun partner, een nog grotere groep (62 procent) voelt zich niet vrij om hun partner op straat een kus op de mond te geven. “Ik ben dan echt bang om in elkaar geslagen te worden of te worden uitgescholden”, zegt iemand.
Ter vergelijking: van de jonge hetero’s durft 3 procent niet hand in hand te lopen en voelt 7 procent zich niet vrij om hun partner in het openbaar te kussen.
Vaker gedrag aangepast
Het afgelopen jaar heeft bijna driekwart van de jonge queers in het onderzoek situaties meegemaakt waarin ze hun gedrag moesten aanpassen, om negatieve reacties over hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit of geslachtskenmerken te voorkomen. Vorig jaar was dat nog iets meer dan de helft (55 procent).
“Toen ik nog naar de sportschool ging, paste ik me aan. Ik droeg bijvoorbeeld geen borstprothese meer en kleedde me in het openbaar niet te vrouwelijk”, zegt een deelnemer. Een ander: “Met mijn queer vrienden gebruik ik verschillende voornaamwoorden, maar mijn familie ga ik voorlopig dit echt niet laten doen.”
Schreeuwen, schelden, stenen gooien
4 op de 10 jonge LHBTIQ+-deelnemers moesten het afgelopen jaar met negatief gedrag dealen vanwege hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit of geslachtskenmerken. In de meeste gevallen was dat verbaal: ze kregen vervelende opmerkingen, werden uitgescholden of nageroepen. Een kleine groep kreeg zelfs last van fysiek geweld.
“We werden door een paar pubers achtervolgd. Ze schreeuwden, scholden en begonnen met stenen te gooien”, vertelt een deelnemer. “We waren doodsbang. Uiteindelijk kwamen er gelukkig wat buren tussenbeide.”
Pride blijft nodig
De Pride is door dit soort nare situaties nog steeds nodig, zeggen de jongeren uit de community: 82 procent zegt dat ze het belangrijk vinden dat er Pride-evenementen gehouden worden.
“De acceptatie neemt af, de haat neemt toe. Je hoort nog steeds te veel over geweld tegen LHBTIQ+’ers. We moeten als Nederland echt beter ons best doen om dit tegen te gaan”, vindt een van de deelnemers.
Over dit onderzoek
3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel, stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. Je kunt hier lid worden van 3Vraagt. Aan dit onderzoek, gehouden van 17 tot en met 25 juli 2023, deden 514 jonge LHBTIQ+’ers mee en 1379 niet-LHBTIQ+ jongeren. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land. De uitslagen worden gepubliceerd door EenVandaag en op jongerenplatforms van NPO3 en andere platforms van de Publieke Omroep.