Kwart jonge LHBTI+’ers checkt meestal van tevoren of club ‘LHBTI-friendly’ is
- Artikel
- 20 jul 2020
- 3 minuten leestijd
Een kwart (25 procent) van de jonge LHBTI+’ers checkt voor het bezoeken van een club meestal of deze aangeeft LHBTI-vriendelijk te zijn.
Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt in aanloop naar de Pride Week op NPO3. Tijdens de week testen BN’ers in het dagelijkse programma ‘Nu we er toch zijn: Pride’ hoe gastvrij en open-minded Nederland eigenlijk is.
Anno 2020 overal welkom zijn
“Bij het uitgaan wil ik gewoon op m’n gemak zijn en met iedereen kunnen dansen zonder me bezig te houden met wat anderen ervan kunnen vinden”, schrijft een deelnemer aan het onderzoek.
Bij cafés checkt 15 procent van de jonge LHBTI+’ers meestal of deze zich als LHBTI-vriendelijk bestempelen, bij hotels is dat 11 procent: “Wij willen gewoon een kamer met een tweepersoonsbed kunnen boeken. In een niet gay friendly hotel kan dat weleens voor problemen zorgen.”
Toch let de grootste groep jonge LHBTI+’ers er bij het bezoeken van een club (68 procent), kroeg (81 procent) of hotel (83 procent) weinig tot nooit op of deze expliciet LHBTI-vriendelijk is. Ze vinden dat je van Nederlandse horeca mag verwachten dat iedereen gelijk behandeld wordt. “Ik ga gewoon naar een kroeg die me leuk en gezellig lijkt. Ik neem toch aan dat ik anno 2020 wel overal welkom ben. En als een tent niet LHBTI-vriendelijk is, dan is het tijd dat ie dat wordt.”
Hokjesdenken
Over of het van belang is dat hotels in hun brochures aangeven homovriendelijk te zijn of cafés een ‘LHBTI-vriendelijk’ sticker bij de deur plakken, verschillen jonge LHBTI+’ers van mening. De helft (48 procent) vindt het belangrijk dat horeca dit doen. Volgens hen straalt het uit dat iedereen welkom is.
“Ik had liever gezien dat het niet nodig was, maar er is nog steeds veel discriminatie tegenover LHBTI’s. Het is fijn wanneer horeca aangeven dat ze een veilige omgeving willen bieden, waar we onszelf kunnen zijn”, schrijft iemand.
De andere helft (47 procent) vindt het niet belangrijk dat horeca specifiek aangeven dat ze LHBTI-vriendelijk zijn. Een deel heeft hier juist bezwaar tegen. Volgens hen wordt de LHBTI-gemeenschap hiermee weggezet als een aparte groep, in plaats van inclusiviteit uit te stralen. Een deelnemer: “Het is gewoon hokjesdenken. We zijn niet anders dan andere mensen. En het impliceert ook een beetje dat ik op sommige plekken wel welkom ben en andere niet.”
Uit de kroeg gezet
Op de vraag wat horeca LHBTI-vriendelijk maakt, antwoordt de grootste groep (76 procent) dat iedereen er gelijk behandeld wordt. Twee derde (64 procent) vindt optreden tegen negatief gedrag richting LHBTI+’ers een must.
“We zijn wel eens voor ‘vieze flikkers’ uitgemaakt en ik vond het fijn dat deze persoon er toen uit werd gezet”, vertelt iemand. En een ander: “Dat er misschien LHBTI+’ers werken of er een regenboogvlag hangt is een leuke bijkomstigheid, maar het zijn de sfeer en het beleid die het ‘m doen. Het moet een plek zijn waar er extra op wordt gelet dat iedereen elkaar gewoon netjes behandeld.”
Over dit onderzoek
3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel, stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. Aan dit onderzoek, gehouden van 6 tot en met 16 juli 2020, deden 745 LHBTI+ jongeren mee. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land. De uitslagen worden gepubliceerd door EenVandaag en op jongerenplatforms van NPO3 en andere platforms van de Publieke Omroep.