Om te janken: kwart van de jonge mannen vindt huilen een teken van zwakte
- Artikel
- 04 jul 2022
- 2 minuten leestijd
Praten over je gevoelens, huilen om een film of omdat je liefdesverdriet hebt: mannen doen ‘t een stuk minder vaak dan vrouwen. Sterker nog, een kwart (26 procent) van de jonge mannen ziet het als een teken van zwakte.
Jonge vrouwen denken daar heel anders over: slechts 2 procent vindt het zwak als een man huilt. Als een vrouw huilt, vindt 7 procent van de mannen dat zwak, tegenover 3 procent van de vrouwen. Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt en HUMAN voor het dossier Man Up!.
‘Je bent toch stoer?’
“Huilen is mij, net als bij veel andere mannen, afgeleerd”, zegt een man in het onderzoek. “Van jongs af aan zegt de maatschappij tegen opgroeiende jongens: je bent toch 'stoer’, jij hoeft niet te huilen. Met als gevolg dat je op latere leeftijd soms wel de aandrang voelt, maar de ontlading van het huilen wegblijft.”
Een andere man vindt huilen ook niet nodig. “Er wordt vaak gezegd dat huilen goed voor je is, maar dat is dikke onzin. Je huilt alleen als je er echt doorheen zit, als je niet anders kan. Dat gebeurt nou eenmaal niet vaak.”
Wanneer huilen we?
Vooral onze dierbaren zijn vaak een reden om te huilen. Als er iets ergs met hen gebeurt, durft 76 procent van de ondervraagde mannen en 96 procent van de vrouwen bij anderen te huilen. Ook ‘als ik niet lekker in mijn vel zit’ (42 procent om 73 procent) en ‘om liefdesverdriet’ (38 procent om 62 procent) zijn redenen om onze tranen de vrije loop te laten.
Er is één situatie waarin mannen iets vaker dan vrouwen zeggen dat ze huilen waar anderen bij zijn: om sportevenementen. Als we de WK-finale verliezen, durft 21 procent van de mannen in het onderzoek te huilen, tegenover 17 procent van de vrouwen.
Over dit onderzoek
3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel, stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. Aan dit onderzoek, gehouden van 10 tot en met 22 juni 2022, deden 2.192 deelnemers mee. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land.