Door de coronacrisis zijn jongeren opener over hoe ze in hun vel zitten
- Artikel
- 07 okt 2021
- 4 minuten leestijd
Je uitspreken als het even niet zo lekker gaat. Dat doet een deel van de jongeren inmiddels wat makkelijker. Een op drie (33 procent) vindt dat ze sinds de coronapandemie beter zijn geworden in het vertellen over hoe ze in hun vel zitten.
Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt in aanloop naar de #openup-week, waarin jongeren worden gestimuleerd om open te zijn over hun psychische klachten
De jongeren hebben het gevoel dat er meer ruimte is om te delen wanneer het niet oké gaat. Ze merkten dat iedereen in meer of mindere mate struggelde tijdens de coronacrisis en dat mentale gezondheid vaker onderwerp van gesprek was. “Doordat anderen erover praten, lukt dat mij ook beter”, schrijft iemand.
Ook hebben sommigen het idee dat mensen meer bij elkaar inchecken: “De vraag hoe het met je gaat werd oprechter. In plaats van de dagelijkse ‘hey hoe is het, ja goed en met jou’-praatjes.”
Vier op de tien (42 procent) zeggen dat de coronatijd geen invloed heeft gehad op hun openheid. Een deel vond dat ze er altijd al goed over konden praten. Anderen schrijven dat ze nog even gesloten zijn over hun mentale gezondheid.
Veel stress onder jongeren
De grootste groep (59 procent) vindt dat het op dit moment goed gaat met hun psychische gezondheid. Vier op de tien (40 procent) zeggen dat ze niet zo lekker of zelfs slecht in hun vel zitten.
In het onderzoek vertelt een groot deel van de jongeren dat ze het afgelopen jaar langere tijd te maken hadden met stress (63 procent), somberheid (54 procent) en eenzaamheid (49 procent). Andere klachten die ze bijvoorbeeld noemen zijn ernstig piekeren (41 procent) en angsten (38 procent).
De problemen staan vaak niet op zichzelf, zoals deze deelnemer vertelt: “Door al het piekeren ga ik me onzeker en somber voelen en dan trek ik mezelf terug, waardoor ik eenzaam word.” En een ander: “Ik had last van angst- en paniekaanvallen. In de zwaarste periode was het moeilijk om genoeg te slapen en eten, kon ik me niet concentreren op werk en raakte ik geïsoleerd.”
Mentale klachten niet nieuw
Veel van de genoemde problemen zijn helaas niet nieuw. Ook in het openup-onderzoek van voor de coronacrisis, vertelde een groot deel van de jongeren al dat ze psychische klachten hadden. Bijvoorbeeld door gebeurtenissen in hun leven, prestatiedruk of negatieve gedachten.
Wel zegt 31 procent van de deelnemers met psychische klachten dat de pandemie het erger heeft gemaakt. Ook is het aantal jongeren dat zich eenzaam voelt gestegen, van 37 procent naar 49 procent. Minder grip op het leven, veel thuis zitten, een beperkt sociaal leven of weinig perspectief worden vaak als aanjagers van de klachten genoemd.
Wel praten, geen actie
Staan de problemen voldoende op de radar volgens jongeren? Bijna de helft (45 procent) ziet dat er sinds de pandemie meer maatschappelijke aandacht is gekomen voor de mentale gezondheid van hun generatie. Bijvoorbeeld op het nieuws en in de media.
Tegelijk zijn ze kritisch. Want er werd misschien wel meer over gepraat, maar ze missen actie vanuit de overheid. Driekwart (74 procent) vindt dat het kabinet te weinig oog heeft voor de mentale gezondheid van jongeren.
Ze hebben niet het idee dat er in het coronabeleid serieus werd gekeken hoe jongeren konden worden geholpen. Maar ze vinden vooral dat er nauwelijks wat wordt gedaan aan de problemen die al voor de pandemie speelden en nu nog steeds: veel te lange wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg en de issues die veel onzekerheid geven over hun toekomst, zoals de woningmarkt, het klimaat en het leenstelsel.
Heb jij behoefte om met iemand te praten over je psychische problemen? Dan kun je altijd terecht bij de hulpverleners van MIND Korrelatie. Je kan bijvoorbeeld, anoniem, appen of chatten met een professional die je advies kan geven.
Over dit onderzoek
3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel, stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. Aan dit onderzoek, gehouden van 22 september tot en met 1 oktober 2021, deden 2100 deelnemers mee. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land.