Nederland een gidsland in LHBTIQ+ acceptatie? Helft jongeren uit de community vindt van niet
- Artikel
- 31 jul 2021
- 4 minuten leestijd
Bijna de helft van de jonge LHBTIQ+’ers (47 procent) vindt Nederland geen voortrekker in de wereld als het gaat om de acceptatie van hun gemeenschap. Waar ons land ooit zo vooruitstrevend was, staan we al een tijd stil, zeggen ze.
Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt in aanloop naar Pride Amsterdam.
“Het is hier zeker beter dan in veel andere landen. We leven in vrijheid en dat ik homo ben is niet strafbaar”, schrijft een deelnemer: “maar we worden links en rechts ingehaald door landen die veel meer bezig zijn met LHBTIQ+ emancipatie, zoals Malta, Zweden of België.”
Sure, Nederland was het eerste land waar mensen van hetzelfde geslacht met elkaar konden trouwen en de botenparade van Pride Amsterdam is wereldberoemd: “Inmiddels zijn we alleen te comfortabel geworden in het idee dat we het goed voor elkaar hebben, maar we zijn er nog niet”, zegt iemand.
Verbeterpunten
Slechts een kleine meerderheid van de deelnemers (59 procent) vindt dat het goed gaat met de acceptatie van LHBTIQ+’ers in Nederland. Ze noemen veel verbeterpunten, die overeenkomen met de kritiek van jonge LHBTIQ+’ers die de acceptatie juist onvoldoende vinden (40 procent).
Ze schrijven dat de gemeenschap nog altijd te maken krijgt met negatieve uitlatingen, discriminatie en geweld. “Ik hoor te vaak in het nieuws dat een LHBTIQ+’er op straat mishandeld is”, schrijft iemand. En een ander: “‘Homo’ blijft een populair scheldwoord en als je ziet wat voor haat comments mensen uit de community krijgen op TikTok, Twitter, Instagram, dan weet je dat het nog niet goed zit.”
Volgens een deel van de jongeren doen sommige mensen aan schijntolerantie: ze vinden dat je mag zijn wie je bent, zolang je hen er maar niet mee ‘lastigvalt’. Ook merken ze dat er nog altijd groepen in Nederland zijn die moeite hebben met LHBTIQ+’ers, bijvoorbeeld op grond van hun geloof, cultuur of politieke voorkeur.
Andere aandachtspunten die in het onderzoek worden aangedragen zijn onder andere inclusievere seksuele voorlichting op school, het verbeteren van de transgenderzorg, meerouderschap bij wet regelen en ‘homogezingstherapie’ strafbaar stellen.
4 op 10 maakten negatief gedrag mee
Vier op de tien deelnemers (41 procent) zeggen dit jaar negatief gedrag mee te hebben gemaakt, enkel vanwege hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit of geslachtskenmerken. Het ging vooral over vervelende opmerkingen of grappen, maar ook om uitschelden of nageroepen worden. Enkele deelnemers vertellen dat ze te maken kregen met bedreiging, of zelfs geslagen of bespuugd werden.
“Op school werden er bewerkte foto’s van me rondgestuurd met homofobische grappen. Dat vond ik heel erg”, schrijft iemand. En een ander: “Ik ben op straat bekogeld, uitgelachen en uitgescholden, omdat ik niet voldoe aan de verwachtingen van wat een vrouw moet zijn.”
Hand in hand voor helft no go
Nog een deelnemer vertelt over vervelende reacties op straat: “Als m’n vriendin en ik hand in hand lopen, worden we vaak nageroepen of uitgescholden. Van ‘kankerlesbi’ tot nafluiten en ‘mag ik meedoen?’”.
De helft van de jonge LHBTIQ+’ers (49 procent) voelt zich niet vrij om met hun lover hand in hand over straat te lopen. Ook vermijdt 59 procent het geven van een kus op de mond.
Of je wel of geen affectie kan tonen in het openbaar is iets waar jongeren die niet tot de LHBTIQ+ gemeenschap behoren amper mee bezig zijn. Ze voelen massaal de vrijheid om op straat de hand vast te pakken van iemand die ze leuk vinden (90 procent) of diegene een zoen te geven (86 procent).
Over dit onderzoek
3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel, stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. Aan dit onderzoek, gehouden van 14 tot en met 27 juli 2021, deden 1.182 jonge LHBTIQ+’ers mee en 1.271 niet LHBTIQ+ jongeren. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land. De uitslagen worden gepubliceerd door EenVandaag en op jongerenplatforms van NPO3 en andere platforms van de Publieke Omroep.