Weg met de koning? Steeds minder jongeren fan van de monarchie
- Artikel
- 26 apr 2024
- 4 minuten leestijd
Nog niet de helft van de jongeren wil dat Nederland een monarchie blijft. Dat blijkt uit onderzoek van 3Vraagt in aanloop naar Koningsdag. De oranjegekte slaat morgen weer toe, maar cijfers laten zien dat zeker jongeren dan niet gaan proosten op de koning en koningin.
Het vertrouwen in het koningshuis daalt onder jongeren al jaren en Gen-Z prinses Amalia doet het vooralsnog niet veel beter dan haar ouders: 47 procent heeft vertrouwen in haar, 49 procent in haar vader Willem-Alexander en 53 procent in haar moeder Máxima.
Coronacrisis
Vooral in de coronacrisis heeft het koningshuis het vertrouwen verloren. In 2020 waren nog 7 op de 10 jongeren voor een monarchie: ze vonden de toespraak van de koning op tv en op de Dam tijdens de Dodenherdenking mooi, Koningsdag vonden velen toch best een leuke feestdag en ‘Prins Pils’ slaat bij jonge mensen nou eenmaal aan als bijnaam.
Maar in datzelfde jaar vlogen Willem-Alexander, Máxima en de kinderen op vakantie naar Griekenland, terwijl de rest van Nederland gebukt ging onder de coronamaatregelen. Daarna kelderde de steun van jongeren voor de monarchie en inmiddels ziet minder dan de helft van de jongeren die vorm nog zitten, al is het nog altijd iets populairder dan een republiek.
Lesje staatsrecht
Omdat we in de toelichtingen op de antwoorden in het onderzoek veel terug zagen komen als ‘je moet er toch niet aan denken dat je een Trump-achtig figuur krijgt’, geven we je nog even een lesje staatsrecht: Nederland is op dit moment een constitutionele monarchie. De positie van de koning of koningin staat in de Grondwet omschreven en diegene vervult in Nederland vooral een ceremoniële rol. Het tegenovergestelde is een republiek: in plaats van een koning met een geboorterecht, wordt er om de paar jaar een staatshoofd -bijvoorbeeld een president- gekozen die taken vervult naast de premier. Als Nederland een republiek zou worden, zouden we dus geen president krijgen zoals we het kennen van de Verenigde Staten, maar iets vergelijkbaars als in Frankrijk en Italië, met vooral een ceremoniële functie in plaats van een machtsfunctie.
Instagramalia?
De troonopvolger Amalia krijgt dan wel minder vertrouwen dan haar ouders, maar dat komt volgens deelnemers ook omdat ze nog niet zo bekend is. 14 procent vindt het te vroeg om over haar te oordelen. “Ze is nog heel jong en we hebben weinig van haar gezien. Laat haar eerst een eigen leven leiden en volwassen worden”, zegt een van hen.
Ze zou aan haar bekendheid kunnen werken door te doen wat alle Gen-Z’ers doen: posten op Instagram of TikTok. Een ‘get ready with me’ voor Prinsjesdag, een unboxing van haar Koningsdag-cadeautjes of gewoon een wekelijkse vlog? We kunnen genoeg bedenken.
Voor zover bekend heeft Amalia zelf geen (openbare) accounts op sociale media waar ze zelf op post, maar 3 op de 10 jonge mensen denken dat het wel goed zou zijn als Amalia zichtbaarder zou zijn op sociale media: “Het zou haar menselijker en bereikbaarder maken”, vindt een deelnemer, “en dat zou kunnen helpen bij het imago van het koningshuis”.
‘Dit gun je niemand’
Een iets grotere groep, 4 op de 10 deelnemers, vinden het niet nodig. Zij wijzen op de privacy van de kroonprinses: “Ze moet haar hele leven nog in de spotlights staan, laat haar nu nog maar haar eigen leven leiden in de luwte.”
Anderen beginnen over de veiligheid van Amalia. In 2022 werd bekend dat ze bedreigd werd, vermoedelijk uit de hoek van de drugscriminaliteit. Door die bedreigingen kon ze niet in Amsterdam gaan wonen en studeren, wat het plan was, maar heeft ze een tijd bij haar ouders gewoond en later in Madrid. Iemand in het onderzoek vertelt: “Ik ben haar een keer tegengekomen op het terrein van de UvA, met vier beveiligers om haar heen. Dat gun je niemand.”
Over dit onderzoek
3Vraagt, onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel, stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. Dit onderzoek is gehouden van 16 tot en met 18 april 2024. Er deden 1.103 deelnemers mee. De resultaten zijn na weging representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, stemgedrag en spreiding over het land.