5 dingen die je over Kaapstad moet weten voordat je er gaat overwinteren
- Artikel
- 21 dec 2023
- 10 minuten leestijd
De Zuid-Afrikaanse stad is in trek bij Nederlandse ‘digital nomads’, maar wie profiteert daarvan? “Ze vergroten de ongelijkheid tussen arm en rijk en zwart en wit.”
Een appartement met zwembad en dakterras, uitzicht over de glinsterende Atlantische Oceaan en de majestueuze Tafelberg, een hip koffiebarretje op iedere straathoek en de zon die de hele winter schijnt: wie Kaapstad bezoekt, omschrijft het graag als aards paradijs.
Goed, de elektriciteit valt soms uit en criminaliteit blijft een ding, maar daar staat tegenover dat je er voor een prikkie kunt leven als een koning. Dat ontdekte ook de Nederlandse Claire, die volgens de blog Vrije Meid in 2017 stopte bij ‘haar superleuke baan bij Marie-Stella-Maris’ in Amsterdam en haar werkende bestaan voortzette in Kaapstad als online coach.
Claire is zeker niet de enige die haar geluk beproeft aan de andere kant van de aardbol: steeds meer jonge Nederlanders strijken neer in de Zuid-Afrikaanse stad als ‘digital nomad’ of ‘remote worker’. Daarbij krijgen ze betaald door Nederlandse opdrachtgevers terwijl ze profiteren van de relatief lage lasten ter plekke. Goede cijfers ontbreken, maar volgens Marleen Verweij, die met haar bedrijf remote work & development experiences organiseert, is het aantal Nederlandse werkenden in Kaapstad de laatste jaren “echt ontploft”.
De booming business van westerse digital nomads staat in schril contrast met de economische realiteit van de gemiddelde Zuid-Afrikaan. Het land kampt met gigantische werkloosheid: van alle mensen die kunnen werken, zit 42 procent thuis. Onder jongvolwassenen tussen de 15 en 24 jaar is dit aandeel zelfs 71 procent. Of je toegang hebt tot de arbeidsmarkt en economische welvaart, wordt zeker in Kaapstad voor een groot deel bepaald door de wijk waar je woont. En, daarmee samenhangend, je huidskleur en sociaal-economische status.
Die ruimtelijke segregatie, zegt de Zuid-Afrikaanse jurist en activist Mpho Raboane, is een erfenis van de koloniale geschiedenis van de stad. En dat is iets wat (lang) niet alle Nederlandse digital nomads zich lijken te realiseren. Met haar non-profitorganisatie Ndifuna Ukwazi wil Raboane lokale bestuurders en oude en nieuwe stadsbewoners beter bewust maken van de “ruimtelijke onrechtvaardigheid” in Kaapstad en strijdt ze voor betaalbare volkshuisvesting voor iedereen.
Voor degenen die een zonnige overwintering in Kaapstad overwegen, zetten we met Raboane de vijf belangrijkste wetenswaardigheden over de stad op een rij.
De kaapregio kent een brute en bloedige Nederlandse koloniale geschiedenis
Toen koning Willem-Alexander en koningin Maxima op 20 oktober het Slave Lodge-museum in Kaapstad bezochten, werden zij opgewacht door een boze menigte. Een deel van de demonstranten behoort tot de Khoisan, een van de oorspronkelijke bevolkingsgroepen van Zuid-Afrika. Op de borden die zij in de lucht hielden waren teksten te lezen als ‘respecteer ons’ en ‘371 jaar’.
Dat laatste cijfer is natuurlijk geen toeval: 371 jaar geleden vestigde de Nederlandse kolonist Jan van Riebeeck namens de VOC een verversingsstation op Kaap de Goede Hoop, dat op de vaarroute lag naar Azië. Anders dan wordt geclaimd in de ‘leeg-landtheorie’, die wordt aangehangen in extreemrechtse kringen en door onze nieuwe kamervoorzitter Martin Bosma, leefden de Khoisan destijds al eeuwen in de kaapregio. Kort na aankomst van de Nederlandse kolonisten werden de Khoisan verdreven, te werk gesteld of gedood wanneer ze in opstand kwamen.
“De gedwongen verplaatsing en het afnemen van land door westerse nieuwkomers begon zodra Van Riebeeck voet aan wal zette”, zegt Raboane. “In de nationale botanische tuin in Kaapstad zijn nog altijd overblijfselen van de ‘heg van Riebeeck’ te zien, een heg van doornstruiken die de kolonisten plantten om de oorspronkelijke bewoners op afstand te houden. Het vormt de eerste sociale en geografische scheidslijn van Zuid-Afrika.”
De grondleggers van apartheid lieten zich inspireren door de Nederlandse verzuiling, en voegden daar een racistische
hiërarchie aan toe
Nederlanders speelden een belangrijke rol in het racistische apartheidsregime
In 1948 won de Nasionale Party de verkiezingen in Zuid-Afrika, een politieke partij die werd geleid door witte Afrikaners die afstamden van de Nederlandse kolonisten. Onder het Nederlandse en Britse koloniale bewind was de discriminatie en onderdrukking van zwarte inwoners en de (nazaten van) tot slaaf gemaakten al aan de orde van de dag, maar de Nasionale Party liet die discriminatie vastleggen in wetten.
Daarmee ontstond het apartheidsregime: een bestuurlijk systeem gebaseerd op de racistische ideologie van witte suprematie. Volgens die ideologie was de witte, protestantse minderheid in Zuid-Afrika het ‘goddelijke recht’ gegeven tot de politieke, sociale en economische overheersing van de rest van de bevolking. Zo werd zwarte inwoners hun stemrecht ontnomen, net als hun toegang tot een groot deel van de openbare ruimte.
De grondleggers van apartheid lieten zich inspireren door de Nederlandse verzuiling - de verdeling van de samenleving in sociaal-economische en culturele ‘pilaren’- en voegden daar een racistische hiërarchie aan toe. De in Amsterdam geboren Hendrik Verwoerd werd als minister en premier een van de belangrijkste gezichten van het regime. In Nederland nam de kritiek op apartheid richting de afschaffing in 1990 toe, maar een deel van de gereformeerde kerken bleef de verregaande rassenscheiding steunen tot het eind.
De zwarte en bruine stadsbewoners werden verbannen naar de Cape Flats, een dorre vlakte net buiten de stad. Daar ontstonden de wijken die we nu townships noemen
Apartheid legde de basis voor de extreme segregatie en economische ongelijkheid in Kaapstad
Onder het apartheidsregime werden miljoenen niet-witte Zuid-Afrikanen gedwongen om te verhuizen naar ‘reservaten’ in afgelegen plattelandsgebieden of naar 'relocatiekampen' aan de rand van steden. Zo ook in Kaapstad, vertelt Raboane. “De city bowl, het economische hart van de stad, werd eigendom van de witte Afrikaners. De zwarte stadsbewoners en degenen met een gemixte achtergrond werden verbannen naar de Cape Flats, een dorre vlakte net buiten de stad. Daar ontstonden de wijken die we nu townships noemen.”
De zwarte en bruine inwoners van de city bowl moesten niet alleen hun huis verlaten, maar ook hun ondernemingen en andere werkplaatsen. “De haven, het zakendistrict en het centrale industriegebied mochten ze alleen nog betreden met een werkpas”, licht Raboane toe. “En áls je er al mocht werken, dan verdiende je nauwelijks genoeg om van rond te komen. Tegelijkertijd was het onmogelijk om in de townships economische activiteit van de grond te krijgen: goede wegen en openbaar vervoer waren er niet of nauwelijks, net als sanitaire voorzieningen en medische faciliteiten.”
Zo tekenden zich de contouren af van de stad zoals we hem nog altijd kennen. Met een veelal witte en welvarende bevolking in de centrale wijken rondom de Tafelberg en Signal Hill, en een veelal zwarte, bruine en arme bevolking verder landinwaarts. “Sinds de afschaffing van apartheid is iedereen in theorie vrij om te wonen waar hij wil”, zegt Raboane. “Maar in praktijk zijn woningen in en rond het centrum onbetaalbaar voor degenen die opgroeien in de townships. De lokale overheid heeft nauwelijks moeite gedaan om integratie te stimuleren. Zo zijn er in de centrale wijken nagenoeg geen sociale huurwoningen gebouwd.”
Op deze stadskaart uit 2011 is goed te zien hoe sterk gesegregeerd Kaapstad is. De roze kleur staat voor witte stadsbewoners, oranje voor stadsbewoners met gemixte etniciteit en blauw voor zwarte stadsbewoners. Bron: Stats SA.
De komst van westerse digital nomads dreigt de segregatie en ongelijkheid in de stad te verergeren
Gezien de gigantische werkloosheid in Kaapstad begrijpt Raboane dat de lokale overheid de komst van digital nomads wil stimuleren. “Het idee is: als ze hier verblijven, besteden ze hier hun geld. En dat creëert nieuwe banen en is goed voor de economie. Maar bij wie komt het geld werkelijk terecht? Daarover wordt te weinig nagedacht.”
Huiseigenaren en vastgoedinvesteerders die appartementen verhuren aan digital nomads zijn volgens Raboane bijvoorbeeld meestal rijke, witte Afrikaners. Of ze wonen überhaupt niet in Zuid-Afrika: volgens het blad Business Tech was in 2021 20 procent van de verkochte woningen in de populaire woonwijken aan de Atlantische kust in handen van buitenlandse investeerders. De huurprijzen die worden betaald door digital nomads zijn bovendien onbetaalbaar voor de gemiddelde stadsbewoner. “Er wordt tegenwoordig meer dan 10 duizend rand (zo’n 500 euro, red.) neergelegd voor een studio in de centrale wijken”, licht Raboane toe, “terwijl het mediane inkomen van een huishouden in Kaapstad 13 duizend rand per maand is.”
Daarbij komt dat laagdrempelige banen in de centrale wijken, zoals in cafés en restaurants, niet voor iedereen toegankelijk zijn. “Er is nog altijd geen functionerend openbaar vervoer vanuit de townships naar het centrum”, vertelt Raboane. “En reis je met de auto, dan sta je twee uur in de file. Laat in de avond thuiskomen van werk is voor veel jonge mensen uit de townships een belemmering, want zodra het donker wordt is het niet veilig om alleen over straat te gaan.”
Zo blijft het geld dat digital nomads meenemen rondgaan binnen dezelfde, rijke stadsdelen, en dreigt hun komst de economische ongelijkheid eerder groter dan kleiner te maken.
“Bedenk je niet alleen wat je zelf uit een verblijf wilt halen, maar ook wat je aan Kaapstad terug kunt geven"
Wie naar Kaapstad reist, kan dat bewust(er) en verantwoordelijk(er) doen
Wil je niet bijdragen aan de economische ongelijkheid en segregatie in Kaapstad, dan kun je er natuurlijk voor kiezen om je laptop gewoon thuis open te klappen. Door niet in het vliegtuig te stappen, verdien je bovendien karmapunten van moedertje aarde.
Besluit je toch te gaan? Dan zijn er volgens Raboane manieren om dat bewuster te doen. “Verdiep je voordat je iets huurt in de eigenaar van de woning of airbnb. Gaat het om een lokale bewoner die een appartement of kamer onderverhuurt, of een commercieel bedrijf? En wordt er een eerlijke huurprijs gevraagd, of is het een scam voor rijke westerlingen?”
Is het wel een bedrijf of makelaar die de accommodatie verhuurt, dan kun je vragen naar hun B-BBEE-status. Dat staat voor broad-based black economic empowerment en geeft aan dat een bedrijf zich inzet om functies te laten vervullen door Zuid-Afrikanen van kleur. Is een bedrijf een Non-Compliant Contributor of een Level 8 Contributor dan brengt het dit doel nauwelijks in praktijk; bedrijven met een level 7 tot en met 1 presteren een stuk beter.
Een manier om iets positiefs bij te dragen aan de stad, is om je geld, tijd of skills te geven aan een lokale ngo. “Er zijn genoeg organisaties die openstaan voor hulp van vrijwilligers”, zegt Raboane, “al is het maar een dag in de week.” Denk bijvoorbeeld aan de organisatie iKhaya Le Themba, die buitenschoolse opvang faciliteert voor kinderen in Hout Bay. Ook zijn er steeds meer touroperators die toeristen rondleiden buiten de centraal gelegen wijken en ze daar in contact brengen met kleine ondernemers, zoals iMzu Tours.
“Bedenk je niet alleen wat je zelf uit een verblijf wilt halen”, besluit Raboane, “maar ook wat je aan Kaapstad terug kunt geven.”
6 dingen over Bali
Eerder schreven we dit artikel over de koloniale geschiedenis van Bali, en de impact van Nederlandse digital nomads voor wie het Indonesische eiland een gewilde bestemming is.
Beeld in header: Taryn Elliot via Pexels.