Wat een Amerikaanse HIV-onderzoeker ons kan leren over omgaan met mondkapjes
- Artikel
- 12 aug 2020
- 6 minuten leestijd
Kapje op of kapje af: hoe sta jij eigenlijk in de mondkapjesdiscussie?
De beelden uit Amerika zijn bekend: patriotten die tegen winkelpersoneel staan te schreeuwen dat het hun recht is zonder mondmasker te winkelen (wat het dan nooit is). Met een mogelijke tweede corona-golf voor onze deur wordt bij ons de vraag ook steeds sterker: “Waarom dragen we in Nederland niet overal mondkapjes?”
En hoewel er hier al felle discussies zijn tussen voor- en tegenstanders van mondkapjes, valt het nog in het niet bij hoe heftig die discussie in Amerika gevoerd wordt.
Hoewel: in Nederland hebben we onze Viruswaanzin – sorry: Viruswaarheid – -adepten die onder bezielend raaskalschap van Willem Engel het gros van wat de autoriteiten voorschrijven over het virus ‘walgelijk’ noemen. Mijn vingers jeuken bijvoorbeeld al om ze belachelijk te maken (zoals je leest), maar toch moeten we dat volgens de aan Harvard verbonden HIV-onderzoeker en epidemioloog Julia Marcus zeker niet doen.
De Amerikaanse zender NPR interviewde Marcus naar aanleiding van de artikelen die ze over deze zaak schreef voor The Atlantic. In dit boeiende interview vinden we lessen hoe we de fouten die in Amerika worden gemaakt, hier in ons land kunnen voorkomen. Marcus vertelt dat het heel belangrijk is een evenwichtige toon te vinden in hoe over maatregelen om COVID-19 in te dammen wordt gecommuniceerd. Belangrijkste inzicht: mensen shamen is een bijzonder beroerd middel om de algemene gezondheid mee te bevorderen. Te streng, te shamend werkt averechts.
Het mondkapjesdebat is in Amerika erg verhit en gepolariseerd, met allerlei video’s van ‘vrijheidslievende’ Amerikanen die het als een belediging voor hun keuzevrijheid en patriottisme zien om gedwongen zo’n mondkapje te dragen. De gierende woede die dit on- en offline oplevert is volgens Marcus prima te begrijpen, maar gewoonweg niet slim. Je moet mensen serieus nemen in hun bezwaren tegen mondkapjes, schrijft ze ook in een stuk in The Atlantic.
Ten eerste worden mensen die geshamed worden om hun wantrouwen jegens door de autoriteiten voorgeschreven mondkapjes alleen maar gevoed in dat wantrouwen. Een elite die iemand zegt wat te doen, en ook nog uitlacht als ze dat vervolgens niet doen? Koren op de molen van mondkapjes-sceptici, zegt Marcus. Maar anderen shamen om datzelfde gedrag is gewoonweg de verkeerde kant op. Dat voelt goed voor de shamer zelf, maar leidt bij de ontvanger tot het tegenovergestelde gedrag dat wenselijk is.
Daarnaast hebben veel van die mensen ook vaak een punt, legt Marcus uit. De filmpjes waar mensen bijvoorbeeld massaal zonder masker op een strand staan te dansen zijn volgens Marcus ook niet per se het probleem. Het virus wordt meestal niet op het strand verspreid, maar veel vaker in gevangenissen, verzorgingstehuizen of gekoelde units waar eten wordt gemaakt, zoals slachthuizen. Maar ja, daar worden geen video’s van op social media gepost, dus is daar veel minder verontwaardiging over.
Ook is het zo dat mondkapjes nu eenmaal niet per se cool zijn, dat ze mensen alsmaar herinneren aan het vervelende feit dat die rotziekte nog lang niet weg is en aan het gegeven dat je veel minder contact hebt met elkaar: je ziet elkaars glimlach minder goed, pakt minder aanwijzingen op van andermans emotionele staat. Ook al wordt het dragen van mondkapjes in Amerika op zo’n beetje iedere openbare plek voorgeschreven, toch zijn er legio redenen voor mensen om ze niet te dragen.
Een van de belangrijkste tips om te voorkomen dat je boos wordt op de ander, om die niet te shamen, is te proberen echte empathie voor de ander op te brengen. Daarin schuilt volgens Marcus een eigen kracht, waar je ook trots op kunt zijn: ‘Ik heb me vandaag weer mooi verplaatst in de ander.’
Ook in de sancties die worden opgelegd moet veel beter worden gekeken naar wat mensen nodig hebben en wat effectief is, in plaats van maar wraak– en boetzuchtig Rechtvaardige Straf uit te delen, betoogt Marcus.
Ze geeft het voorbeeld van een Amerikaanse universiteit. Studenten die ondanks de waarschuwingen toch naar feestjes gingen waar meer dan 15 mensen waren, werden bedreigd met van school gestuurd te worden. Ook de manier waarop de universiteit over dat soort feestjes communiceerde was heel dreigend: een student zou totaal respectloos zijn als die toch naar een feestje zou gaan – een slecht en verwerpelijk mens.
Een verschrikkelijke maatregel en manier van praten, volgens Marcus: mensen, zeker jonge mensen, hebben feestjes nodig. Daar moet je ze niet om shamen, want, mocht er vervolgens namelijk alsnog een besmetting plaatsvinden op zo’n feestje, dan is de kans dat mensen die er wél aanwezig waren dat toegeven en melden veel kleiner, en zo dam je het virus dus nooit in.
Het verschil tussen schaamte en sociale normen is volgens Marcus overigens dun. Die laatste werkt juist goed: als iedereen iets doet wat een ander helpt – handen wassen, afstand houden, een mondkapje dragen – is een beetje peer pressure om zelf óók het juiste te doen heel handig.
Als je in je eentje in de supermarkt geen mondkapje draagt voel je je raar, en er een opdoen wordt dan gewoon normaal. Doe het daarom zelf gewoon zoals het hoort: zet een masker op waar dat van je gevraagd wordt, en blijf vriendelijk naar mensen die zich niet aan de norm houden.
En goed, mocht je nou als verstandig, virusvrezend mens toch stiekem de Viruswaarheid en ‘Nee tegen 1,5 meter-samenleving’-mensen een hak wil zetten, bedenk dan dat je ze door empathie op te brengen alsnog owned. Jij bent de grootste, jij bent de verstandigste! Veel succes, en hou het veilig.
De artikelen van Julia Marcus voor The Atlantic lees je hier, het interview met haar door NPR hoor je hier.