Een middag op de blindentribune van AZ: 'Hier hóór je ergens bij'
- Artikel
- 28 nov 2023
- 5 minuten leestijd
Voetbal is niet alleen vermaak, maar kan ook een maatschappelijk doel dienen. Een voorbeeld: de blindentribune bij het stadion van AZ. “Als slechtziende doe je vaak niet mee. Hier kan dat wel."
Het zindert in het AFAS Stadion in Alkmaar: vandaag is een belangrijke dag, iedereen in het volle stadion voelt het. Als AZ een noemenswaardige plaats in de competitie wil bemachtigen, móeten ze deze wedstrijd tegen FC Volendam wel winnen. Eitje!, roept een fan. Tien-nul, zegt een ander. De vraag is niet óf AZ gaat winnen, maar met hoeveel goals.
Ook mevrouw Groet (99) is erbij. Ze glundert bij het feestelijke gejuich. Haast 50 jaar geleden moet het zijn geweest dat ze een voetbalwedstrijd van haar AZ zag. Door een oogziekte verloor de zelfbenoemd ‘Grootste Fan van AZ’ lang geleden haar zicht. Ze dacht dat het voorgoed klaar was met haar passie – tot ze hoorde van de blindentribune bij het nieuwe AZ-stadion, het AFAS Stadion. AZ - FC Volendam begint zo, en ondersteund door haar kleinzoon schuifelt ze door het stadion met lichtjes in haar ogen.
Tekst loopt door onder de foto's.
Voetbal is een sport met impact. Het kan mensenrechtenschending in de hand werken, geopolitieke conflicten sussen en maatschappelijke debatten doen ontvlammen. Er is geen sport die zoveel mensen bij elkaar brengt, en de sector zelf neemt de afgelopen jaren steeds meer een rol in maatschappelijke vraagstukken. Racisme, lhbti-emancipatie, vrouwenrechten, de veiligheid van jonge mensen: de voetbalwereld kijkt niet langer weg van haar sociale verantwoordelijkheid. De blindentribune in het AZ-stadion in Alkmaar – dat trouwens benoemd werd tot het meest toegankelijke voetbalstadion van Nederland – is zo’n sociaal initiatief.
Op volle capaciteit past er bijna twintigduizend man in, en de thuishaven van AZ is vandaag grotendeels gevuld. We zitten op de blindentribune, met kleine, donkerblauwe apparaatjes in onze oren die iets weg hebben van stethoscopen. Het zijn ontvangertjes met een draaischijf eraan om het volume te bedienen.
In onze oren horen we verslaggeversduo Rob (39) en Koen (27) vanaf de perstribune één tribune verderop, omringd door laptops, schriften, microfoons en draaiboeken. Ze zijn goed op elkaar ingespeeld, horen we, en praten aan één stuk door.
De sfeer in het stadion en het enthousiasme van de fans, daar doen de twee het voor. Ze willen iets terugdoen, vertelt het duo ons. Rob begon bijna 14 jaar geleden met de verslaggeving voor de blindentribune, en Koen sloot iets later aan. Hoe het verschilt van normale voetbalverslaggeving? “Het lijkt een beetje op de radio, maar je vertelt meer details. Bijvoorbeeld als iemand lang haar heeft of juist kaal is, welke kleur het keeperspak heeft, en waar een speler precies op het veld staat.”
AZ-sjaal om zijn nek, koffie in de hand: Lars (25) is er klaar voor. Hij heeft een AZ-seizoenskaart en is iedere twee weken, soms vaker, in het stadion te vinden. Omdat hij blind geboren werd, zegt hij, is er voor hem niet overal in de samenleving plek.
Lars: “Als slechtziende kun je vaak niet meedoen in de maatschappij. Dat is moeilijk om mee te leren leven. Maar voetbal brengt ‘goede’ mensen en mensen zoals ik bij elkaar. Tijdens zo’n voetbalwedstrijd gebeurt heel veel, en op de blindentribune krijg je bepaalde details die je als blinde mist juist wél mee. Dat is een hele gave beleving.”
Lars stopt zijn oordopjes in zijn oren en luistert naar de aftrap. Geanimeerd beschrijven Koen en Rob wat er op het veld gebeurt: van de vlucht van de bal, tot het uiterlijk van de spelers – "leuk, die palingshirts van Volendam" – afgewisseld door een scala aan ultraspecifieke voetbalwoordgrapjes (“...volledig volgens ProtoKuol volgt nu een ingooi”) en onderonsjes.
Binnen vijf minuten veert de blindentribune op, het stadion buldert: AZ scoort net haar eerste doelpunt.
Toen zijn MS erger werd, stopten de ogen van Frank (40) er langzaam mee, en zijn geheugen is ook niet meer wat het was. Hij worstelt met mijn vragen. Vriendin Tanja vult hem aan. Vroeger stonden hij en zijn Tanja in het W-vak, vertelt ze – op de ‘Ben-Side’, waar de harde kern van AZ vertoeft. Wie een blik op “vakkie W” werpt, ziet een in zwart gehulde, springende, luid zingende massa met vlaggen en spandoeken.
Maar voor Frank ging het niet meer, het rechtop staan. Dus verplaatste het stel naar de blindentribune. Bewegingsloos luistert Frank naar de wedstrijd terwijl AZ haar tweede doelpunt scoort. De blindentribune lijkt een oase van rust in het daverende stadion.
Afgezien van de derde rij dan, waar Dennis (50) zit. Hij roept zijn team luidkeels toe, met vader in zijn kielzog. Dennis is al zijn hele leven blind en heeft autisme. Vroeger deed zijn moeder voor hem verslag bij wedstrijden van het lokale amateurteam in zijn dorp, maar na haar dood kreeg hij voor Sinterklaas van zijn vader een AZ-seizoenskaart bij de blindentribune van AZ. Dennis is hier voor de sfeer, zegt hij, “En om af en toe een beetje vuurwerk te gooien”. Zijn vader corrigeert hem: “Nee hoor Dennis, vuurwerk mag niet.”
Het AFAS stadion barst uit in oorverdovend gejuich, wanneer na met behendig een-tweetje AZ haar laatste goal scoort tegen een worstelend FC Volendam, in de zevenenvijftigste minuut. Dreunende muziek vult het stadion. Op het veld pakken de spelers elkaar vast.
De derde goal bleek het laatste. Die 10-0 blijft AZ haar fans nog verschuldigd, maar toch viert het hele AFAS stadion met broodjes worst en platgeslagen biertjes de zege van AZ. De blindentribune loopt leeg; sommigen gaan voor de derde helft, maar de meesten gaan – met een trots gevoel – op huis aan.
Foto's door Neeltje Walgien