Waarom is het verzorgen van kamerplanten zo verschrikkelijk populair?
- Artikel
- 13 mei 2019
- 10 minuten leestijd
Als het gesprek over kamerplanten gaat, gaat het vaak ook meteen over de onrust ('o god, ze gaan dood! Waarom!') die planten met zich meebrengen. Heeft dat iets met hun grote populariteit te maken?
Het kopen en verzorgen van kamerplanten is ontzettend populair. Mijn vrienden zijn ermee bezig, op social media zie ik veel mensen over hun planten posten en ook reguliere media publiceren er om de haverklap verhalen over het groen in de huiskamer. Voor mij heeft die plantenobsessie iets paradoxaals: je koopt kamerplanten om het leven te vieren, maar je krijgt er een zorg voor een levend (en dus: sterfelijk) wezen bij. Nog een paradox: planten zijn ‘natuurlijk’, maar ze in huis halen - waar ze voor hun welzijn volledig van jou afhankelijk zijn - is ergens zo onnatuurlijk als maar zijn kan. Waarom zijn planten dan zo populair? En heeft hun afsterven iets met die populariteit te maken? Wat brengt de plant ons eigenlijk?
Influencers
Ik ken niemand die zoveel van kamerplanten af weet als Liedewij Loorbach, dus ik benader haar als eerste in deze zoektocht. We zijn oud-collega’s, we zien elkaar op vriendschappelijke basis en ze werkt tegenwoordig bij de Amsterdamse planten-start-up Sprinklr, een webshop die al vier jaar bezig is planten te verhandelen die zo duurzaam en biologisch mogelijk zijn gekweekt en vervoerd. Sprinklr zelf doet niet alleen goede zaken met de directe verkoop van planten aan particulieren—Liedewij vertelt dat ze bij een sale een tijdje terug in een ochtend 12.000 euro omzetten—maar ook omdat ze kantoren van bedrijven helpen in te richten met mooie planten en omdat ze workshops geven aan mensen die beter willen worden met planten.
Volgens haar is de huidige populariteit van planten (in de jaren zeventig was het ook erg en vogue om je huis vol te stouwen met groen) voor een deel te danken aan Instagram.
Liedewij Loorbach, met de voor haar zo kenmerkende gulle lach
“Er komen veel jonge meiden bij ons in de winkel die helemaal plantengek zijn en die alles weten over de stekjes die ze kopen. Dat komt door Instagram, influencers en social media”, zegt Liedewij. “Er zijn een boel accounts die tienduizenden, soms honderdduizenden volgers hebben en die soms flink wat betaald krijgen voor gesponsorde posts, bijvoorbeeld om nieuwe soorten van kwekers te promoten. Ik weet dat bij sommige winkels soms ook mensen in de rij staan te wachten zodat ze nieuwe of zeldzame soorten kunnen kopen, een beetje zoals je dat met exclusieve sneakers soms ziet.”
Voor Liedewij is daarnaast de zorg voor de planten het punt ervan: “Het wordt een doel in je leven. Planten hebben je nodig. En ze geven rust en een beetje lichaamsbeweging terug. ‘Kijk, een nieuwe blaadje!’ Het is self-care in het groen. Even los van dat scherm waar je de hele dag naar tuurt, en in plaats daarvan wat bladgroen bekijken. Zelf word ik ook rustig als ik de hele dag met planten werk, ‘s nachts voor ik ga slapen zie ik ze nog op mijn netvlies, en dan slaap ik zalig.”
Tegelijkertijd moet Liedewij wel lachen om het feit dat de populariteit van de ‘rustbrengende plant’ ook voor onrust zorgt: “Influencers levert het soms alsnog stress op denk ik. Zeker om te bedenken hoe ze aan het werk moeten zijn: nog een foto, nog een foto, nog een foto. Sommigen schrijven ook bij hun foto's teksten als: ‘ik kon me vandaag echt niet zetten tot het maken van een goede foto, soms heb je gewoon even RUST nodig, maar voor jullie doe ik het.’ Ook rust nemen bestaat kennelijk niet zonder dat je het deelt.”
Lees ook
Hoe je met een aangeharkt tuintje criminaliteit bestrijdt
Plantensale
Om te weten te komen hoe casual-plantenverzorgers tegen hun hobby aankijken bezoek ik een plantensale. Er zijn veel hippe jongeren - een jongen maakt met zijn vintage camera een foto van zijn groepje vrienden die casual trots hun aankopen tonen.
Ik heb een turbulente relatie met planten
Een jongen met Dr. Martens en een goed kapsel heeft een plant gekocht: eentje met karakter - enkele bladeren zijn gescheurd, maar verder is het een levend organisme - dat sterk is afgeprijsd. “Ik heb een turbulente relatie met planten”, zegt de jongen, die 22 jaren oud is. “Ik koop ze, en geef ze pas liefde als ze beginnen te sterven. En dan leven ze weer op.”
Jongeren, voor wie de plant goed genoeg voelt om te fotograferen. De waardering is casual, maar zeker niet vrijblijvend
“Ik wil planten doordat ik interieurs op Pinterest zag”, zegt een meisje als ik vraag waarom ze van planten houdt. “Ik werk thuis en planten geven me een extra positieve boost om harder te werken”, zegt haar vriend. Het antwoord voelt een tikkie neoliberaal. De plant als mode-object, de plant als efficiency-booster. Dan verzink in gedachten. Het is natuurlijk een lastige vraag die ik deze weinig vermoedende shoppers voorleg. Waarom houdt iemand van wat dan ook? En wie kan dat zo een twee drie beargumenteren? Ik vraag ze wat ze met planten hebben en hoop dat ze ter plekke een filosofisch antwoord geven waarin hun eigen motivaties worden gekoppeld aan grotere maatschappelijke relevantie. Zou ik zelf zo’n antwoord kunnen geven?
Jongeren met een milde neoliberale waardering voor de plant
Zingeving, zorgen, de dood
Als ik Liedewij bij de sale vraag naar planten en de dood, geeft ze het advies eens op de Facebook-groep ‘Planten- | Stekjesruil NL🇳🇱’ te kijken. In deze groep, waar meer dan 20.000 plantenliefhebbers deel van uitmaken, delen mensen lief en leed over stekken en plantjes. Mensen vragen er aan elkaar of hun plantjes er mooi bij staan, plaatsen er geestige foto’s van neukende lieveheersbeestjes, vragen of mensen daadwerkelijk iets willen ruilen, maar wat ze er bovenal delen is een vorm van betrokkenheid, een kleine relatie die mensen met een groeiend wezen aangaan. En bij die zorg zit angst. Kijk naar deze greep uit wat mensen daar posten:
Minke:
Hi allemaal! ☀️ Wie weet wat voor ziekte/plaag mijn goudpalm heeft? [...] Helpppp 🙏🏻
Ellis:
Hey, ik ben een nieuw hier en heb een vraagje. Twee weken geleden ben ik verhuisd en heb deze leuke dischidia nummularia mee verhuisd. Vervolgens, denk ik, teveel water gegeven. [...] Helaas doet hij het echt heel slecht nu en ik weet niet goed of er nog iets aan te redden valt. Iemand tips?
Larissa:
Vraagje mijn ouder hebben deze plant (FATSIA JAPONICA SPIDERS WEB - JAPANSE VINGERPLANT) Maar nu worden alle bovenste blaadjes bruin. Vooral de nieuwe uitlopers en 1 wat groter blad alsof ze "gedroogd zijn/worden". Iemand een idee hoe dit kan? Alle tips zijn welkom!
Post na post van mensen die zich omwille van grote zorg voor hun kwakkelende planten tot vreemdelingen op het internet keren. Bij het zien van deze zorgen, deze emoties, moet ik denken aan affect-theory: de studie van het gedrag die emoties of ‘affecten’ teweegbrengt categoriseert en onderzoekt, en dat met name binnen de literatuurwetenschap een grote rol speelt. Een belangrijke schrijver binnen dat veld is de Amerikaanse Lauren Berlant. Zij schrijft in ‘Cruel Optimism’ over het ‘wrede optimisme’ dat mensen koesteren ten opzichte van de dingen waar ze zich aan vastklampen, waar ze hun hoop op vestigen, terwijl die dingen hen eigenlijk leegzuigen en kapot maken.
Het ‘wrede optimisme’ waarover zij spreekt stamt volgens haar uit de jaren tachtig, toen mensen zich binnen de sociaal-democratie begonnen te hechten aan een visie van een burgerlijk leven - huis, werk, de zekerheden die erbij komen kijken, opwaartse sociale mobiliteit voor jou en je kinderen - waarvan het in dat decennium tegelijkertijd duidelijk werd dat voor de meeste mensen die verworvenheden nooit binnen handbereik zouden komen.
Als ik om me heen kijk zie ik in ieder geval bij veel van mijn vrienden en stadgenoten een soort fatalisme over de toekomst. Een huis bezitten: lastig. Klimaatverandering: zorgelijk. Banen: schaars of stomvervelend of leidende tot burn-outs, of in ieder geval ongelofelijke stress. Is het gek dat mensen zich tot plantjes wenden, tot binnen-tuinieren?
Het is zo bezien poëtische rechtvaardigheid dat onze stervende kamerplanten ons stress geven
Alleen lijkt me het hechten aan de plant zelf ook een vorm van ‘wreed optimisme’. Toen ik Jet Passchier van de Rotterdamse plantenwinkel Stek voor dit stuk sprak, vertelde ze me dat zij denkt dat mensen tegenwoordig zo van planten houden omdat mensen “bewuster zijn van het milieu, van wat groen is.” Ze zei: “Iedereen deed jaren terug nog massaal planten weg uit huis, maar tegenwoordig willen mensen weer terug naar de natuur, naar natuurlijkheid. En nou zijn kamerplanten niet per se heel erg natuurlijk, toch denk ik dat het kleine hier voor het grote staat. Ik hoop dat mensen er meer bewustzijn door krijgen van hoe dingen groeien.”
Maar is dat zo? Groeit dat bewustzijn? Net over de grens in Duitsland, op krap 2 uur rijden van Amsterdam, zitten op dit moment activisten aan daadwerkelijk ‘natuurlijke’ bomen vastgekluisterd om te voorkomen dat de laatste resten van het Hambach-bos worden gekapt. Je plant verzorgen voelt als ‘iets doen’, als ‘bewustwording’, en tegelijkertijd wordt absurd dichtbij huis gewoon op industriële wijze gekapt, notabene om meer kolen te kunnen mijnen. Het is zo bezien poëtische rechtvaardigheid dat onze stervende kamerplanten ons stress geven.
De vraag waarom mensen van planten houden heeft ergens ook zoveel antwoorden als er mensen zijn. Misschien is de dubbelzinnige kracht van planten dat we er juist onze vragen en verlangens op kunnen projecteren. Terwijl ik de huidige plantenobsessie zie als een vorm van ontduiking van de grotere verantwoordelijkheid voor de natuurlijke wereld, heeft Liedewij bijvoorbeeld een extreem positieve lezing van de liefde voor de plant: “Kennelijk zit er iets in ons dat graag wil zorgen, ondanks alles. We hebben een doel nodig. Een hond is ècht veel werk, maar een slap hangende Calathea zich zien oprichten nadat jij 'm water hebt gegeven, dat geeft ook voldoening. In deze geïndividualiseerde samenleving, is er in elk geval dan nog een plant die niet zonder ons kan.”
Maar goed, om te inspireren, kunnen planten zelfs dood zijn. Bij mij thuis staat een heel treurige stengel in een terracotta pot. Ooit zaten er prachtige, ronde bladeren aan. Ik kreeg de plant van iemand die ik liefheb. De bladeren vielen een voor een uit, en toen ‘ie kaal was en ik stopte met bewateren, droogde ook de aarde in de pot uit. Ik denk niet dat ik die kale stengel ooit weggooi.