Hoe je met een aangeharkt tuintje criminaliteit bestrijdt
- Tipje
- 14 aug 2018
- 6 minuten leestijd
De natuur helpt je echt niet van je burn-out af, maar je gaat er wel misdaad mee te lijf.
We liepen langs de Korte en de Lange Duinen van Amersfoort naar Soest, een dikke twaalf kilometer bos, hei en duinen van stuifzand. Halverwege, ter hoogte van Den Dolder, werd de weg beschut door een bladerdek zo dicht dat we de vlekken die de zon op het pad maakte, op een hand konden tellen. Andere wandelaars bleven hangen bij pannenkoekenhuis De Kabouterhut, geluiden van trein of auto waren een kilometer terug al verstomd. Droge takken kraakten onder de zolen van mijn schoenen. Chaos en gekte kwamen niet voorbij de horizon. Het rook naar herfst, in de zomer.
“Ah, hier lieten ze vroeger krankzinnigen uit.”
Mijn vriend stond stil op het pad en keek naar zijn telefoon. Hij las weetjes voor, die de NS voor mensen zoals wij hadden opgeschreven. “Dit pad hoorde bij buitengesticht de Willem Arntsz Hoeve. Serieus: ‘De behandeling van psychiatrische patiënten zou voorspoediger verlopen in de vrije natuur’.”
Een paar dagen na de wandeling luisterde ik naar een aflevering van de podcast By The Book. Presentatoren Kristen en Jolenta leefden twee weken volgens de regels zoals die staan in het zelfhulpboek The Nature Fix: Why nature makes us happier, healthier, and more creative, door Florence Williams. Deze schrijfster groeide op aan de rand van Central Park in New York en voelde zich ellendig toen ze met haar man middenin Washington DC ging wonen. Over de reden hoefde ze niet lang na te denken: ze leed aan een ernstig natuurtekort. Het devies: ruik aan een blaadje, snuif aan een potje eucalyptusolie in je studio op de derde verdieping, luister naar vogels op het perron, aai een boombast in een winkelstraat, ga af en toe een weekendje kamperen, en voor je het weet ben je van al je kwalen genezen. Minimaal vijf uur per maand contact met flora en fauna maakt ons tevreden, kalm, creatief en gezond, en verlengt ons leven met tientallen jaren. “Go outside. Breathe.”
Williams’ betoog is een logische aanvulling op welbekende adviezen voor wie worstelt met een burn-out, ADHD, ADD, een depressie, PTSS en/of andere mentale problemen: ga wandelen, ga fietsen, adem in, adem uit, en trek je terug in een huisje op de hei en aai een paard. De wetenschap onderschrijft de positieve effecten van natuurtherapie: het haalt je bloeddruk naar beneden, geeft je weerstand een boost, en pakt stresshormonen aan.
Je wordt er, kort gezegd, rustig van. Snap ik, hoor, ware het niet dat enthousiastelingen als Williams de natuur een gevaarlijk overdreven geneeskracht toekennen. Volgens Williams is elke andere remedie overbodig. Ik bedoel: ze beweert op driekwart van het boek zelfs dat je met uitstapjes naar het park van slechtziendheid af kunt komen. Zie je na maanden kamperen in de natuur nog niet beter, dan heb je de natuur simpelweg geen kans gegeven. Kom je na een week nog depressief uit je kano, dan wil je gewoon niet beter worden. (Ruik harder aan die blaadjes! Harder!) “She’s a little narrow minded about mental health issues”, knarsetandt presentatrice Jolenta in de podcast. “I spend a shit ton of time in nature as a child. And the last time I checked, I still have ADHD.”
Ik raakte zo vervelend opgefokt van de podcast over het boek van Florence Williams, dat ik een tweede twaalf kilometer buiten nodig had. Ik liep langs keurig aangeharkte tuintjes van Maarn naar Austerlitz, waar tuinkabouters en gipsen Venussen vochten om een plek in de schaduw van de buxushaag. Hier wonen mensen met geld, zag ik. Dure auto’s, oprijlaantjes, kliko’s in alle kleuren, en een stoep zo schoon dat ik een gevallen croissant gewoon weer op zou rapen. En groen: veel groen.
Terug in Utrecht dacht ik aan Kanaleneiland. De wijk, in de jaren vijftig gebouwd naar een ontwerp van de ideale stad, raakten in de jaren zeventig in verval, toen de bodem van de gemeenteschatkist in zicht kwam. De middenklasse vertrok, en liet een probleemwijk achter. Het groen tussen de flats – voorheen zorgvuldig onderhouden – verging en maakte plaats voor grijze gebouwen en betontegels. In een verwoede poging de buurt van nieuw elan te voorzien, plantte de gemeente rozenstruiken en sprak met geveinsde trots van ‘Rozeneiland’. Even, tot de rozen in razend tempo verwelkten, omdat niemand naar ze omkeek.
Het klinkt vanzelfsprekend, en dat is het ook: een van de grootste verschillen tussen villawijken en probleembuurten zit ‘m in planten en aanharken. Vorige week publiceerden wetenschappers van de Universiteit van Pennsylvania de resultaten van een onderzoek naar de effecten van (netjes) groen in de buurt. Niet niks:
De onderzoekers verdeelden 541 lege of rommelige kavels rondom Philadelphia. Op eenderde van de stukjes grond plantten ze gras en bomen, eenderde werd alleen netjes opgeruimd, en eenderde lieten ze met rust. In de drie jaren die volgden, van 2011 tot 2014, vroegen ze 342 lokale bewoners regelmatig hoe het met ze ging. In de buurt van de groene en opgeruimde kavels, voelden de bewoners zich na drie jaar veertig procent minder depressief. In zeer arme wijken was dit zelfs zeventig procent. Mensen vertelden de onderzoekers dat hun eigenwaarde hoger was, dat ze hoop kregen, en al met al een stuk beter in hun vel zaten. Waar geen planten stonden en niet was opgeruimd, veranderde weinig aan de gemoedstoestand van de bewoners.
Op de verwaarloosde grond lagen naalden, gebruikte condooms, lege flessen en plastic vuilnis. Eenmaal opgeruimd, daalden ook de criminaliteitscijfers in de buurten. Wapengeweld, overvallen, zelfs de angst voor een van die twee werd minder. Bewoners hielden elkaar beter in de gaten en gingen het gesprek met elkaar aan, omdat ze elkaar tegenkwamen in de nieuwe parkjes. Deze eyes on the street maken de buurt voor criminelen minder aantrekkelijk (een auto met een geweer op de achterbank valt plotseling nogal op) en met het constante snoeien verdwenen geschikte plekken voor duistere praktijken. En als kers op de taart: het aangezicht van een aangeharkt stukje natuur nodigt uit om er extra goed voor te zorgen (een soort omgekeerde versie van de broken windows theory). Zo hoefden de onderzoekers maar even te snoeien en te sproeien, voor de buurt het zelf met liefde van ze overnam. Wie slordig omging met het schone, groene stukje land, werd er direct op aangesproken.
Hoewel je van de natuur niet kunt verwachten dat ze je plaatselijke politieploeg, je psycholoog, psychiater of hartchirurg vervangt, helpt ze wel bij het aanleggen van een gezond fundament. Dus geef je pannenkoekenplant water, knuffel 'm, ligt een tegel en plant er een bloemetje. Zo help je niet alleen jezelf, maar ook mensen in de buurt. Word je rustig van.