Snuiven we straks een legaal geproduceerd lijntje uit Colombia?
- Artikel
- 14 feb 2024
- 6 minuten leestijd
Volgens de Colombiaanse politicoloog Lorenzo Uribe is ‘s werelds grootste exportland van cocaïne klaar voor een volledige regulering van de productieketen. Maar het heeft dan wel de steun nodig van landen waar de drugs terechtkomen, zoals Nederland.
Door Rynaldo Koerhuis
Wie zich verdiept in de recente geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse land Colombia, wordt al snel duizelig van de vele militante groepen die er met elkaar in de clinch liggen. Van de linkse guerrillabeweging FARC tot extreemrechtse paramilitaire organisaties; al decennialang proberen ze elkaar én de Colombiaanse regering de tent uit te vechten. Deze eindeloze strijd heeft sinds 1964 naar schatting meer dan 1 miljoen levens gekost.
De stille motor achter het conflict? De 230 duizend hectare (zo’n 460 duizend voetbalvelden) aan bloeiende cocaplantages en de illegale cocaïnehandel die het voortbrengt. Terwijl verschillende militante organisaties en drugskartels zich verrijken met de productie en export van cocaïne, heeft de ene na de andere Colombiaanse regering geprobeerd de handel met harde hand te stoppen.
Zonder succes: het aantal illegale cocaplantages blijft toenemen en schepen gevuld met ‘het witte goud’ blijven de wereld over gaan. De Colombiaanse president Gustavo Pedro, sinds 2022 aan de macht, wil het dan ook over een heel andere boeg gooien: in plaats van cocaboeren achter tralies te zetten, biedt hij hen sinds kort mogelijkheden om over te stappen op andere gewassen zoals koffiebonen.
Ook in Nederland woedt een discussie over het legaliseren van de productie en het gebruik van cocaïne. Met hoogleraar Toine Pieters spraken we eerder over de lange geschiedenis van dit debat en over de cocaïnefabriek die begin vorige eeuw in Amsterdam op volle toeren draaide.
"Door te onderkennen dat drugsgebruik van alle tijden is, kunnen we onze maatregelen daarop afstemmen"
Net als praten over onveilige seks
President Pedro is niet de enige Colombiaanse bestuurder die geen heil meer ziet in de repressieve en verwoestende ‘war on drugs’. Langzaam maar zeker ontstaat er in het publieke en politieke debat in Colombia ruimte om na te denken over alternatieven, van een iets minder harde strijd tot de legalisering en staatsregulatie van de volledige productieketen.
Een van de meest prominente figuren die zich heeft gekeerd tegen de repressieve drugsoorlog is Claudia López, tot voor kort burgemeester van de Colombiaanse hoofdstad Bogotá. Tijdens de conferentie Dealing with Drugs, op 26 januari in Amsterdam georganiseerd door onze eigen voorvechter van drugsregulatie Femke Halsema, deelde López haar alternatieve visie.
“Door te onderkennen dat drugsgebruik van alle tijden is, kunnen we onze maatregelen daarop afstemmen”, sprak ze voor een volle zaal. “De afgelopen jaren hebben we daar in Bogotá al een begin mee gemaakt. Zo proberen we kwetsbare jongeren te behoeden het criminele drugscircuit in te gaan door ze opleidingen en baankansen te bieden en openden we veilige ruimtes voor mensen met een drugsverslaving waar zij hun drugs kunnen laten testen en onder toezicht kunnen gebruiken.”
López, zo blijkt tijdens de conferentie, zet vooral in op de regulering van cocaïnegebruik en hoopt het taboe op dat gebruik in Colombia te doorbreken. “Wetenschappelijke informatie over de risico’s en gevaren van drugs moet voor iedereen toegankelijk worden gemaakt. Maar de verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening ligt niet alleen bij de overheid, ook bij ouders. Zoals ouders met hun kinderen praten over onveilige seks, moeten ze dat gesprek ook voeren over drugs. Dat is niet makkelijk, wel noodzakelijk.”
Poeder uit de apotheek
Volgens de oud-burgemeester van Bogotá heeft het pas zin om serieus na te denken over de legalisering van cocaïnehandel als de voorlichting over veilig gebruik in orde is. Wat betreft de Colombiaanse politicoloog en overheidsadviseur Lorenzo Uribe is het land daar nu al klaar voor. Hij was de hoofdschrijver van een wetsvoorstel dat in 2021 door de Colombiaanse senaat werd besproken. De strekking van het stuk: cocaïne legaliseren, van de plantage tot het lijntje.
Na een fel debat werd het wetsvoorstel door een meerderheid van de senatoren afgewezen. Dat gebeurde deels onder druk van de publieke opinie (71 procent van de Colombianen vindt volledige legalisering van drugsgebruik géén goed idee), en deels door gevreesde sancties van de VS, waar een groot deel van de Colombiaanse cocaïne terechtkomt.
"Veel drugsproblemen worden veroorzaakt door het illegale karakter ervan"
Toch is Uribe blij dat zijn wetsvoorstel tenminste serieus is overwogen, vertelt hij in een telefoongesprek. “Veel drugsproblemen zoals we die nu kennen worden veroorzaakt door het illegale karakter ervan. Doordat er geen controle wordt uitgeoefend op de productie van cocaïne, vind je nu plantages op kwetsbare plekken in de natuur, ligt de regie in handen van drugskartels en wordt de politiek met drugsgeld beïnvloed”, licht hij toe. “Met het wetsvoorstel hebben we het onderwerp bespreekbaar willen maken in de politiek.”
Volgens de plannen van Uribe zou de kweek van cocabladeren worden toegestaan op de plekken waar het nu al gebeurt, met uitzondering van beschermde natuurgebieden. “Na de oogst koopt de overheid alle cocabladeren op en laat zij deze verwerken door partijen waar zij een overeenkomst mee heeft gesloten”, licht hij toe, “zoals onderzoekscentra en farmaceutische bedrijven. Deze gecontracteerde partijen maken met de cocabladeren cocaïne, waarna de Colombiaanse overheid de drug -op basis van afspraken met andere landen- legaal exporteert.” Hoe de verkoop van cocaïne vervolgens wordt gereguleerd, stelt Uribe, is aan die landen zelf.
Debat levend houden
Om het gebruik in Colombia zelf zo veilig mogelijk te maken, stelt Uribe een strikte screening van gebruikers voor. Zo moet een volwassene, voordat hij cocaïne kan kopen, eerst een medische check ondergaan en moet hij zich laten inschrijven in een register. “Pas als aan die voorwaarden is voldaan, mag je een beperkte hoeveelheid cocaïne kopen in een geregistreerde apotheek.”
Wel plaatst Uribe een kritische kanttekening bij zijn eigen plannen. “We weten nog niet hoe drugskartels zullen reageren op een eventueel legaliseringsbesluit. De kans is groot dat ze niet zomaar accepteren dat de overheid hun handelswaar afneemt. We zullen er hoe dan ook voor moeten zorgen dat we ook de kartels aan onze kant krijgen.”
Ook doet hij een oproep aan andere landen. “We kunnen in Colombia wel de wens hebben om legaal geproduceerde cocaïne te exporteren, maar als de rest van de wereld daar niet voor open staat, komen we geen steek verder. Daarom moeten we het debat over regulering levend houden.”
Aan de burgemeester van Amsterdam heeft hij in ieder geval een goede partner in crime. Zo verklaarde Halsema laatst nog aan journalisten van het FD: “Ik maak deel uit van een groeiende groep wetenschappers en bestuurders die zegt dat de internationale strijd tegen drugs zulke perverse effecten heeft dat wij dáár inmiddels meer last van hebben dan van de drugs zelf.” Dikke kans dat onze hoofdstad de eerste plek wordt waar een legaal geproduceerd lijntje Colombiaanse cocaïne gesnoven zal worden.
Beeld in header: een boerenfamilie op een Colombiaanse koffieplantage, Getty Images