Hoe de hoofdredacteur van het eerste LHBTI-magazine in het Midden-Oosten onvermoeibaar doorzet
Jordanië bungelt ergens onderaan de lijst wat betreft persvrijheid, op nummer 138. Een vakantieoord voor LHBTI’ers is het ook al niet. Toch zet de hoofdredacteur van My.Kali onvermoeibaar door, en viert het magazine nu zijn tienjarig bestaan. "Ons krijg je niet zomaar klein, wij zetten door."
Here’s the deal: My.Kali geldt nog steeds als een van de weinige tijdschriften uit de dat zich expliciet richt op de lokale LHBTI-gemeenschap. Dit jaar viert het zijn tienjarig (!) bestaan. Hoe heeft het zo lang kunnen bestaan? Door te leren van alle tegenslagen door de jaren heen, vertelt hoofdredacteur Khalid.
My.Kali begon in 2007 als een soort blog van Khalid Abdel-Hadi (bijnaam Kali) en zijn vrienden. Ze waren een jaar of achttien, schreven vooral over evenementen. Al gauw veranderde My.Kali in een uitlaatklep over de zoektocht naar hun eigen identiteit – simpelweg omdat een ander platform daarvoor niet bestond. In thuisland Jordanië (9,5 miljoen inwoners) zie je weinig LHBTI-moslims terug in de media, en wat wel langskwam, gold vooral als pontificale uitvergroting van negatieve stereotypen. Het resultaat: begin 2008 verscheen het eerste echte nummer van de Engelstalige online glossy My.Kali. Nu viert de redactie van nog steeds een van de weinige LHBTI-platforms in de MENA-regio (Midden-Oosten en Noord-Afrika) haar tienjarige bestaan.
De eerste maanden van de piepjonge titel zorgde al voor het nodige gedonder. Een nationale krant gebruikte tijdens de parlementsverkiezingen de cover van de eerste uitgave om aan te tonen dat de LHBTI-gemeenschap haar perverse ideeën door de strot van het nietsvermoedende, immer correcte volk wilde duwen. Andere media namen het klakkeloos over, de emancipatie in Jordanië deed gedwongen een stapje terug en boegbeeld Khalid (hij stond op de eerste cover) werd verguisd.
Maar: opgeven was geen optie, zegt hij nu – en mede daarom vieren zij dat My.Kali al tien jaar het langstlopende en openlijk LHBTI-gelieerde tijdschrift in de MENA-regio is.
Petje af.
Ik skypte naar Amman om Khalid te bevragen over omringd worden door homohaat en toch doorzetten, simpelweg omdat hij de positieve impact van My.Kali noodzakelijk acht.
Covers van My.Kali door de jaren heen: v.l.n.r. artiest Elshab elauthentic door Alisa Zaira Reznick, actrice Shereen Zoumot door D.H. en de hoofdredacteur zelf, Khalid Abdel-Hadi door Alisa Zaira Reznick.
Khalid, ik las ergens dat je voor homo of lesbisch zijn in Jordanië niet meer opgepakt of veroordeeld kan worden door een wet uit 1951. Dat klinkt eigenlijk best goed.
“Nou, dat valt tegen. Jordanië is een van de meeste traditionele landen in de regio. Je kunt hier worden opgepakt op morele gronden; als je bijvoorbeeld aan PDA doet, of seksuele handelingen in het openbaar. Al geldt dit voor álle genders en seksualiteiten. Het stigma op homoseksualiteit is nog steeds fors. Je kunt niet opgepakt worden omdat je homo bent, maar wel verbannen worden uit je stam, je gemeenschap, of je kunt ontslagen worden door je baas.”
En toch, ondanks dat je dit alles weet, richtte je My.Kali op, het tijdschrift dat zich het nadrukkelijkst als LHBTI profileert van het hele Midden-Oosten. Was dat dan niet gevaarlijk?
“Ja, het was ook eng. Toen in 2007 mijn eerste artikel uitkwam en ik daarmee zowat nationaal uit de kast kwam… Het enige andere nieuws over gays destijds ging over hoe we publiekelijk werden opgehangen, of verdwenen in landen als Syrië en Egypte, of gevangen werden genomen in Saoedi-Arabië. Maar ik had ook net ontdekt dat je in Jordanië dus niet veroordeeld kon worden voor homo zijn, dus voelde me enigszins beschermd. Ik was destijds al uit de kast, dat hielp ook. Natuurlijk ben ik bevoorrecht door hoe mijn omgeving reageerde op die coming out. Maar die privileges wil ik juist aanwenden om My.Kali zo groot mogelijk te maken - om vooruitgang te bewerkstellingen.”
Over welke privileges heb je het dan?
“Ik kom uit een politiek conservatieve en religieuze familie. Toch werd mijn gezin met de tijd toleranter, omdat ik constant mezelf bleef. Ik hoefde niet mijn koffers te pakken – dat vind ik een privilege, veel mensen worden wel weggebonjourd. Daarnaast leef ik in de hoofdstad, in een relatief vriendelijke omgeving. Vroeger zei ik dan ook dat Jordanië een van de meest tolerante landen in de regio was. Inmiddels weet ik beter: mensen leven in bubbels, en leggen de rest van de wereld langs die lat van comfort. Maar Amman, een grote stad, kent een volstrekt andere realiteit dan de rest van Jordanië. De rest van het land is nog steeds conservatief.”
Beeld uit het september/oktober 2017-nummer, door Raneem Daoud
Hoe zit het eigenlijk met censuur in Jordanië in verband met My.Kali? Ik heb het opgezocht: Jordanië bungelt ergens onderaan de lijst wat betreft persvrijheid, op nummer 138.
“Dat merken we wel, zal ik maar zeggen. Zo kregen we in 2016 ontzettend veel commentaar te verwerken van de Arabische media, nadat we de Arabische versie van My.Kali lanceerden – tot die tijd publiceerden we in het Engels, om onszelf een beetje te beschermen voor de buitenwereld. Maar goed, media schreven toen hoe verschrikkelijk het wel niet was dat de Jordanese regering het toeliet dat wij überhaupt mochten publiceren. Alleen: we geven helemaal geen printversie uit, dus de Jordanese mediacommissie had er niets over te zeggen. Toch werd ons magazine onder druk van de media-aandacht geblokkeerd in Jordanië [dat is het nog steeds, red]. Maar we verhuisden gewoon naar een ander platform [een open source site, Medium.com, red] en gingen in september 2017 weer online. Ons krijg je niet zomaar klein, wij zetten door.”
Je beeld van Jordanië als meest homovriendelijke land in de regio is veranderd. Hoe heeft dat de koers van My.Kali beïnvloed?
“Ik weet nu beter wat voor boodschappen we als My.Kali de buitenwereld in moeten insturen. We zijn gestopt met het behagen van een bepaald publiek dat ons al accepteerde, en zijn begonnen met het aanspreken van mensen die juist niet in onze eigen kringen zitten. Ik wil onder die mensen juist andere stemmen laten horen, zichtbaar blijven, awareness creëren en de juiste informatie verspreiden. Op de Arabische versie van onze website hebben we nu basisinformatie staan – we gingen er altijd vanuit dat mensen wel wisten wat dat was, genderseksualiteit, of dingen als mannelijkheid en man zijn. Dat bleek niet het geval, dus leggen we het in heldere taal uit.”
Het klinkt alsof jullie flink gegroeid, ook in aanpak. In een interview zei je: we maakten in het begin ontzettend veel fouten. Wat waren die en wat heb je daar van geleerd?
“Onze inhoud was te veel toegepast op een westers manier van denken, in plaats van op de regionale gemeenschap. Daarnaast publiceerden we dus niet in het Arabisch. We spraken namelijk zelf vooral Engels onder elkaar, en wilden onszelf toch een beetje afschermen. Wat lukte, maar ook een kloof creëerde. Nu hebben we meer impact.”
We hebben ministers in de regering geïnspireerd om het Arabische equivalent voor het woord LHBTI te gebruiken in plaats van de Arabische woorden voor perverselingen of faggots, wat voorheen gangbaar was.i
Hoe merk of meet je dat, die impact?
“We hebben meer zichtbaarheid gecreëerd. Niet alleen in Jordanië, ook elders in de regio. In 2014 postte een groot en populair YouTube-kanaal een homofobe video – een weinig luchtig filmpje over dat de holocaust herhaald moest worden, met ditmaal homo’s als doelwit. Wij hebben hen aan de publieke schandpaal genageld, waarna ze werden gedwongen de video te verwijderen en een excuus te publiceren. Dát is de impact die we kunnen hebben, vandaag de dag.”
“Een ander recenter voorbeeld is dat we belangrijke mensen hebben geïnspireerd – zoals het vrouwelijke parlementslid Dima Tahboub en ministers in de regering – om het juiste Arabische equivalent van het woord 'LHBTI' te gebruiken, in plaats van de Arabische woorden voor perverselingen of faggots, wat voorheen gangbaar was."
“Iets kleiner, maar niet minder belangrijk: we hadden in 2014 een nummer met een verzameling van lezersbrieven. Dat waren mensen die net als ik ooit dachten dat zij de enigen waren die pijn leden. Maar toen ze ons vonden wisten ze: ik ben niet alleen.”
Uit het september/oktober 2017-nummer door Alisa Zaira Reznick.