Oorlogscorrespondent in eigen land
- Het verhaal van
- 10 jan 2017
- 4 minuten leestijd
De war on drugs kost in Mexico dertig levens per dag, en journalisten die erover schrijven, zijn hun leven niet veilig. Marcela Turati (1974) is een van hen, en weigert op te geven.
‘Mexico begint langzamerhand steeds meer op een reusachtig massagraf te lijken’, schrijft geprezen journaliste Marcela Turati in Het verdriet van Mexico. Het boek, waarin zeven Mexicaanse journalisten hun verhaal doen, leest als een noodkreet aan de internationale gemeenschap: help ons, de war on drugs eist te veel slachtoffers. Turati zet met de publicatie haar leven op het spel. Dit is haar verhaal.
“Lange tijd was ik een normale journalist, zoals je die in Nederland ook hebt. Ik schreef bijvoorbeeld over armoede, of over protestacties. Tot we in 2006 een nieuwe president kregen die een war on drugs begon. Hij stuurde militairen de straat op om drugshandelaren aan te pakken. Dat was een grote fout. Van de ene op de andere dag veranderden steden – waarvan we al decennia weten dat ze leven op drugshandel – in oorlogsgebieden. Het was pure waanzin.”
Een passage uit het boek illustreert de situatie pijnlijk goed. Over de stad Ciudad Juárez, de landelijke schroothoop voor de doden:
Dagelijks publiceerden kranten de aantallen moorden. In de zogenoemde ‘executionometer’ werden de aantallen lijken bijgehouden alsof het doelpunten waren in een voetbalwedstrijd. (…) Je hebt daar bijvoorbeeld het verhaal over de man uit Colonia Champoton die er genoeg van kreeg dat hij voor zijn kantoor elke ochtend lijken aantrof, en dus een briefje ophing met: ‘Hier geen lijken of vuilnis achterlaten’. In november was een van de lijken die er voor zijn deur werden achtergelaten dat van zijn dochter. Zelf heeft hij het niet gezien, want inmiddels was ook hij vermoord.
“En dit incident staat niet op zich. Bij lange na niet. Tijdens de zes jaar presidentschap van Peña Nieto, vielen er 94 duizend slachtoffers. Dat zijn 30 doden per dag. Daarnaast zijn er 27 duizend mensen vermist – gewoon, van de aardbodem verdwenen."
“Een normale journalist ben ik niet langer. Ik ben oorlogscorrespondent in mijn eigen land. De kartels en het leger laten jongeren die een potentiële vijand zijn ‘verdwijnen’. Ik ga mee met de ouders die hun vermiste kinderen zoeken. Ze hebben soms een forensische cursus gehad en zoeken zelf de massagraven – de overheid doet het niet. We zijn dan onbeschermd. Soms moeten we plotseling vluchten. Als er in de middle of nowhere een motorfiets rondjes om ons blijft rijden, bijvoorbeeld. Familieleden die niet goed voorbereid zijn, lopen het risico vermoord te worden tijdens zoekacties. Want ze vinden altijd wel iets – lichaamsresten, of botten.”
“In de afgelopen jaren verdwenen er meer dan honderd journalisten. Sommigen zijn gemarteld. Sommigen zijn vermoord, door de kartels of door de overheid. Juist hierom doen wij journalisten de belangrijkste onderzoeken van Mexico. Over de verdwijning van drieënveertig studenten hebben journalisten meer bewezen dan de politie. Zo ontdekte ik dat het leger op de hoogte was van de verdwijningen en misschien zelfs aanwezig waren. Twee andere journalisten onderzochten de executie van tweeëntwintig dorpelingen door het leger. Daardoor zijn er een aantal militairen opgepakt en veroordeeld. Dat was voor het eerst, in Mexico.”
“Veel mensen vragen: hoe kan je doorgaan met je werk als je zo veel gevaar loopt? Maar ik voel de urgentie om te vertellen wat er gebeurt. Het is inderdaad riskant, maar het volk moet weten wat de overheid voor ze verbergt. En als ik continu met de risico’s bezig ben, verandert er toch nooit iets? Mede daarom ben ik medeoprichter van de organisatie Periodistas de a Pie ('Journalisten te voet'). Daar leren we jonge journalisten hoe ze even veilig als grondig onderzoek kunnen doen. Zodat de waarheid zo vaak mogelijk boven tafel blijft komen."
“Een land als Nederland heeft mensenrechten hoog in het vaandel staan. We hopen dat zulke landen de Mexicaanse regering nu zullen vragen waar ze mee bezig zijn. Want zo kan het niet langer doorgaan – we raken echt gewend aan de ellende. Eerder hadden we golven van misdaad die dan in het nieuws kwamen. Nu is het allemaal normaal geworden. Zelfs presentatoren op televisie lezen over vermiste personen – 27 duizend op dit moment – en denken: ‘goh, weer eentje’.”
Onze collega’s van het tv-programma Brandpunt maakten een jaar geleden een uitzending over de verdwijning van de 43 vermiste studenten. Henk van de Aa reisde naar Mexico en deed verslag van corruptie, doofpotten en angst. De uitzending kijk je hier terug.