Psychologische zorg nodig na je abortus? Je hebt vast ‘spijt’ van je keuze
Althans, dat zeggen anti-abortusbewegingen. Maar de waarheid blijkt veel genuanceerder. We presenteren: de drie grootste mythen over de psychische gevolgen van een abortus.
Vijf weken zwanger is ze wanneer actrice Jana Ierschot (23) in 2021 voor een abortus kiest. Uit nieuwsgierigheid googlet ze hoe een foetus van vijf weken eruitziet. Tot haar schrik ziet Jana een plaatje van een bijna volgroeid mini-mensje in zijn moeders buik. “Ik voelde me zo verdrietig en schuldig.”
Het plaatje blijkt anti-abortuspropaganda te zijn. Wanneer Jana zich verdiept in wetenschappelijke informatie, leert ze dat haar foetus niet groter was dan een sesamzaadje, er niet uitzag als een mens en nog geen bewustzijn had. Jana: “Toen ik de foetus minder als een persoon zag, viel het schuldgevoel weg.”
Jaarlijks worden er 30.000 abortussen uitgevoerd. Veel te veel, vinden Nederlandse anti-abortusgroepen, die zichzelf de "pro-lifebeweging" noemen. Om dit aantal terug te dringen, gebruiken ze misleidende tactieken, waaronder het verspreiden van valse informatie. Voor vrouwen die al een abortus ondergingen, zoals Jana, kan de emotionele nasleep van een abortus hierdoor onnodig zwaar worden.
Maar er is goed nieuws: sinds 1 juli 2023 vergoedt de overheid namelijk psychosociale nazorg na een abortus. Dat is een grote stap in de abortuszorg, omdat emotionele begeleiding vaak ontbreekt.
Alleen: de behoefte aan nazorg kan ook anti-abortusmythen in de hand werken. Het idee dat abortus tot zware psychische gevolgen leidt, wordt namelijk al decennialang door anti-abortusgroepen aangehaald tégen abortusrecht.
Om nog meer misinformatie te voorkomen, ontleden wij de meest hardnekkige mythen over abortus en mentale gezondheid.
Mythe #1: Abortus leidt tot psychische stoornissen
Volgens de christelijke partij SGP en anti-abortusgroep Schreeuw om Leven – die regelmatig vrouwen lastigvalt bij abortusklinieken – geeft abortus een verhoogd risico op post-traumatische stressstoornis (PTSS) en zelfdoding. Deze misvatting is zo hard gepusht door Amerikaanse anti-abortusgroepen, dat de staat South Dakota hulpverleners jarenlang verplichtte om zwangere vrouwen incorrect te informeren over de link tussen abortus en suïcide.
Vrouwen die bij een 'fake abortion clinic' komen voor een abortus worden afgeschrikt met niet-wetenschappelijke informatie over het post-abortussyndroom
De mythe ontstond in de jaren zestig in Amerika onder de naam “post-abortussyndroom”. Het zou behalve psychische stoornissen ook borstkanker en onvruchtbaarheid veroorzaken.
Het syndroom is bedacht door crisis pregnancy centers, tegenwoordig fake abortion clinics genoemd. Deze zwaar gesubsidieerde crisiscentra zeggen neutrale zorg te verlenen, maar worden gerund door christelijke anti-abortusorganisaties. Vrouwen die komen voor een abortus, worden afgeschrikt met niet-wetenschappelijke informatie over het post-abortussyndroom. Dat de klinieken eigenlijk geen abortussen uitvoeren, wordt de vrouwen niet verteld.
Hoewel vrouwen emoties als verdriet kunnen voelen na een abortus (meer hierover lees je bij Mythe #3), bestaat het post-abortussyndroom niet. Internationale onderzoeken tonen aan dat abortus niet leidt tot psychische stoornissen zoals PTSS en depressie. Gebeurt dit wel, dan blijkt er meestal een psychiatrische voorgeschiedenis te zijn of een instabiele levenssituatie voor de abortus.
Sterker nog: volgens onderzoek heeft 99 procent van de vrouwen vijf jaar na de abortus geen spijt.Toch wordt de mythe springlevend gehouden door anti-abortusactivisten. Volgens theatermaker Mystha Mandersloot (22), die twee jaar geleden een abortus onderging, blijft het hierdoor een taboe-onderwerp. Zelf voelde ze geen spijt en verdriet na haar abortus, maar was ze wel eenzaam. “Door het stigma praten mensen niet makkelijk over hun ervaring. Ik wist dus niet hoe vaak het voorkwam en voelde me erg alleen.”
Ze maakte de theatervoorstelling Abortusverhalen, gebaseerd op haar eigen ervaring en die van haar drie hoofdrolspeelsters. De eerder genoemde Jana Ierschot is hier een van. Laatst schreef een anti-abortusblog over een interview dat Mystha gaf aan NRC. “Ze schreven dat ik spijt had en een abortustrauma opliep, wat absoluut niet waar is.”
Abortuservaringen zijn niet zwart-wit, zegt Mystha. “Dat is waarom ik over mijn eenzaamheid praat. Als je bij elke negatieve emotie zegt: ‘Zie je wel, ze heeft spijt’, dan maak je van abortus een debat met alleen extreme voorbeelden. Terwijl abortuservaringen veel genuanceerder zijn dan wat je vaak leest.’
Mythe #2: Pro-keuze-mannen hebben geen behoefte aan abortusnazorg
De meeste studies naar mannelijke partners en abortus zijn uitgevoerd door anti-abortuswetenschappers als David Reardon en Vincent Rue. Die onderzoeken vooral mannen die tégen de abortus van hun partner zijn.
Ook zijn het vaak christelijke anti-abortusorganisaties als Care Net en Support After Abortion – die loog over hun neutraliteit – die speciale nazorgtrajecten bieden aan mannen.
Hierdoor lijkt het alsof de behoefte aan nazorg alleen is weggelegd voor mannen die tegen abortus zijn. Maar niets is minder waar, zegt maatschappelijk werker Jessica Schot. Ze begeleidt regelmatig vrouwen en mannen bij expertisecentrum Fiom Utrecht die een abortus overwegen of hebben meegemaakt. Jessica: “Zelfs als jij en je partner allebei achter de abortus staat, kun je rouwen om een potentieel leven dat er kon zijn. Of je rouwt om een relatie die verandert door de ongewenste zwangerschap.”
Spijt is voor christelijke partijen en organisaties één van de grootste redenen om abortus af te schaffen
Wat ze ook vaak ziet, is dat mannen zich niet betrokken voelen in het keuzeproces. Dit overkomt Lucas* (23) in 2022. Het is net uit met zijn ex-vriendin als ze zwanger blijkt te zijn. Hij begint paniek te voelen wanneer zij nog geen keuze maakt. Uit angst dat Lucas’ emoties haar zullen beïnvloeden, verbreekt ze het contact. “Er liggen opeens twee levenspaden voor mijn neus waar ik niet voor heb gekozen. Weglopen is geen optie: ik zou dat mijn eigen kind nooit aandoen. Maar het idee om vader te worden vond ik doodeng.”
Abortusrecht is iets waar vrouwen decennialang voor hebben gestreden, zegt hij. En het zijn vooral mannelijke besluitmakers die het hebben ingeperkt. “Ik wil absoluut niet bijdragen aan het stigma. Ik ben pro-keuze, maar ik wist niet wat ik in deze situatie mocht voelen.”
Na de uiteindelijke abortus voelt Lucas zich eenzaam. Hij wilde psychische hulp zoeken, maar weet niet of dit überhaupt bestaat. De lange wachtrijen voor de GGZ ziet hij niet zitten. “Zelfs als ik hulp krijg: waar moet ik over praten? Dat ik het vervelend vind dat mijn ex een keuze heeft gemaakt?”
Lucas was niet voorbereid op hoe emotioneel het proces zou zijn. Hij is nu opgelucht dat zijn ex voor abortus heeft gekozen, maar hij rouwt wel om hun band: ‘Als we nooit in deze situatie waren beland, dan zou zij het contact nooit hebben verbroken.’
Mythe #3: Rouw en verdriet na een abortus betekent dat je spijt hebt
Spijt is voor christelijke partijen en organisaties één van de grootste redenen om abortus af te schaffen. Zo schreef De Groene Amsterdammer in 2021 hoe anti-abortusgroep Schreeuw om Leven vrouwen adviseerde om de “spijtpil” te nemen: een gevaarlijk medicijn dat de abortuspil ongedaan zou maken. Op hun website gebruiken ze spijt en verdriet door elkaar als symptomen van “ernstige psychiatrische problemen”.
Het idee dat verdriet en spijt onlosmakelijk verbonden zijn, komt van Amerikaanse anti-abortuscrisiscentra in de jaren zeventig. Sterker nog: zij waren de eersten die emotionele zorg na een abortus aanboden, maar met de intentie om vrouwen spijt aan te praten. De crisiscentra zeiden bijvoorbeeld dat hun verdriet kwam door “het schenden van hun moederlijke instinct door hun ongeboren kinderen te vermoorden”.
"Ik heb geen spijt, maar wel verdriet gevoeld. Ik vind dat we als maatschappij meer ruimte mogen maken voor deze nuance”
Maar verdriet en spijt zijn niet hetzelfde, zegt maatschappelijk werker Jessica Schot. Ze ziet regelmatig vrouwen die verdrietig zijn om de situatie, maar geen spijt hebben van de abortus. “Ze voelen zich schuldig over de omstandigheden en hebben überhaupt nooit willen kiezen.”
Nogmaals: volgens onderzoek heeft 99 procent van de vrouwen geen spijt van een abortus. Uit dezelfde studie blijkt wel dat sommigen van hen last krijgen van verdriet, schuldgevoel en schaamte. Dit gebeurt vooral bij vrouwen die weinig steun en veel stigma ervaren. Maar deze gevoelens worden na verloop van tijd steeds minder. Opluchting wordt het vaakst gevoeld.
Het is ook mogelijk om rouw te voelen na een weloverwogen abortus, zegt Jessica. Eerdergenoemde actrice Jana herkent dit. Ze is net samen met haar huidige vriend als ze in 2021 onbedoeld zwanger raakt. Sinds haar zevende heeft Jana een grote kinderwens gehad, maar ze is er niet klaar voor om moeder te worden. De keuze voor abortus is snel gemaakt. “Maar dat maakte de rouw niet minder.”
De periode na de abortus omschrijft ze als een emotionele achtbaan. Jana stelt zich soms voor hoe haar leven zou zijn geweest als ze niet voor abortus had gekozen. “Ik voelde allerlei emoties door elkaar en wist soms niet wat ik met mezelf aan moest. Maar één ding wist ik zeker: ik heb de juiste keuze gemaakt.”
Jana hoopt daarom dat haar verhaal in dit artikel niet wordt gebruikt door de anti-abortusbeweging als argument tegen abortus. "Ik heb geen spijt, maar wel verdriet gevoeld. Ik vind dat we als maatschappij meer ruimte mogen maken voor deze nuance.”
Tijdens keuzehulpgesprekken legt maatschappelijk werker Jessica uit dat de verwerking voor iedereen anders is. Sommige mensen hebben weinig last van de abortus en kunnen meteen door met hun leven. Jessica: “Gun jezelf de tijd. Tegenstrijdige emoties zijn heel menselijk. Als het na een paar weken nog steeds niet gaat, dan is het goed om met iemand te praten.”
Ben je ongewenst zwanger en heb je behoefte aan een keuzehulpgesprek of nazorg? Ga dan naar infopuntonbedoeldzwanger.nl voor informatie en doorverwijzing naar gespecialiseerde hulpverleners.
*Naam gefingeerd, maar bekend bij de redactie