'Dit is niet vol te houden'. Deze jonge mensen staken voor een eerlijk loon
- Artikel
- 21 feb 2023
- 6 minuten leestijd
Afvalbergen op straat, bussen die niet rijden en winkels die dicht blijven. Afgelopen weken werd er flink gestaakt in Nederland. Het einde lijkt nog niet in zicht, want vakbond FNV kondigde nog meer stakingen aan de komende tijd. We spreken met drie jonge stakers.
Even een recap. De vakbond FNV, die de werknemers vertegenwoordigt, ligt in de clinch met de gemeenten. Reden van het conflict: de cao, oftewel de collectieve arbeidsovereenkomst. Hierin staan afspraken die gemaakt worden met de werkgever over bijvoorbeeld loon, ziekteverzuim en het pensioen.
Bij de onderhandelingen over een nieuwe cao kwamen de vakbond en de gemeenten er niet uit. De vakbond wil een loonsverhoging van 12% voor gemeenteambtenaren om de inflatie het hoofd te kunnen bieden en dat dit loon in de toekomst automatisch meestijgt met de inflatie. Ook willen ze een betere verlofregeling hebben.
Daar gingen de gemeenten niet mee akkoord, dus bleef voor de werknemers nog één optie over: staken.
De vakbond helpt ook als de werknemers gaan staken. Zij helpen bij het organiseren en doen de woordvoering voor de stakers. Ook krijgen leden van de vakbond hun salaris (deels) doorbetaald tijdens de staking. Dat gebeurt uit de zogenoemde stakingskas van de bond.
Staken mag wettelijk gezien in Nederland; het is zo geregeld dat je niet ontslagen kan worden of andere straffen krijgt. Dat geldt ook voor de drie jongeren die we spraken.
Transportchauffeur Ruud (30): “Met het salaris dat we nu overhouden kunnen we bijna beter thuis zitten en proberen toeslagen te harken”
Ruud uit Geldermalsen staakte vorige week.
Ruud werkt als chauffeur bij de milieustraat in onder andere Geldermalsen. “Ik rijd de containers en het afval van de milieustraat richting de vuilverwerker. Dat doe ik fulltime. We hebben vorige week een paar dagen gestaakt.”
Dat was nodig, vervolgt Ruud: “De inflatie is retehoog. We komen op het punt dat je met het salaris dat we nu overhouden bijna beter thuis kan zitten en proberen toeslagen te harken. Je bent echt voor een paar rotcenten nog aan het werk.”
Dus was de grens bereikt voor Ruud en zijn collega’s. “Het bod dat we kregen was zo schandalig laag, dat we iemand van de vakbond hebben laten komen om te kijken hoe je een staking moet organiseren. Superspannend natuurlijk, maar de animo om te staken bleek heel erg groot.”
“Het is voor ons vooral ook lastig dat je geen overuren kan maken. Normaal in de transportsector is dat best mogelijk. Maar als je bij de gemeente werkt heb je te maken met openingstijden van bijvoorbeeld de milieustraat. Als je loon dan achterblijft en je niet meer uren kan maken, wordt het financieel lastig.”
Ruud gelooft en hoopt dat de onderhandelaars eruit gaan komen. “Wij komen uit een kleinere gemeente, maar wilden toch ons steentje bijdragen. Als straks ook in de grote steden gestaakt gaat worden, zullen mensen hopelijk zien hoe belangrijk ons werk is.”
Straatveger Elahi (37): “Wij doen fysiek zwaar werk. Als je fysieke problemen krijgt en niet kan werken is die onzekerheid beangstigend”
Elahi uit Den Haag is straatveger en staakte vorige week.
Ook de Haagse Elahi staakte. Hij werkt bij de gemeente Den Haag als straatveger. “Ik doe van alles in de stad: zwerfvuil oppikken, vuilnisbakken legen of bladeren wegblazen. Ik sta om 06:00 uur op en ben een uur later op werk aanwezig om te horen wat we die dag gaan doen.”
Elahi maakt lange dagen, maar de beloning daarvoor blijft achter. Dat leidt tot pijnlijke situaties, vertelt hij: “Een collega werd lid van de FNV, maar zag na drie maanden ineens dat zijn lidmaatschap was opgezegd. Wat bleek: hij had te weinig saldo op zijn rekening voor de maandelijkse afschrijving. We hebben het hier over een bedrag van 25 euro.”
Maar geld is niet de enige zorg van Elahi en zijn collega’s. Ook het afschaffen van het derde ziektejaar baart hem zorgen. Hierdoor hoeven werkgevers geen salaris meer te betalen als iemand langer dan twee jaar ziek is.
“Het werk dat we doen is veelal buiten en fysiek zwaar. We lopen veel, moeten veel sjouwen en bukken. Als je dan fysieke problemen krijgt en niet kan werken is die onzekerheid beangstigend. Omscholen is voor ons lastig, want sommige jongens spreken de taal niet goed. Je laten omscholen tot een kantoorbaan gaat dan moeilijk.”
Bij collega’s ziet Elahi dat die situatie voor veel stress zorgt. “Daardoor ga je jezelf ook meer afzonderen, omdat je het niet steeds met mensen over wil hebben. Maar dat zorgt er juist voor dat je ook nog eenzaam wordt.”
Vuilnisophaler Stijn (27): “Mensen denken dat alles goed geregeld is als je voor de gemeente werkt, maar dat is een misvatting”
Stijn staakte vorige week in Utrecht, dat landelijk in het nieuws kwam door de grote afvalbergen die toen ontstonden.
“Ik ben, zoals je dat in de volksmond noemt, vuilnisman. In de gemeente Utrecht haal ik het vuilnis op uit de containers, gft-bakken en kliko’s. Het is werk waar ik veel waardering voor voel vanuit mijn omgeving en de samenleving. Ik hoor van buurtbewoners dat ze blij zijn dat we weer langskomen en de straat schoon houden. Maar vaak hoor ik ook: ‘Oh, dat verdient vast lekker’. Zij denken dat het goed voor je geregeld is als je voor de gemeente werkt, maar dat is een misvatting.”
Hij zou normaal gesproken prima moeten rondkomen, maar bij zichzelf en zijn collega’s ziet Stijn dat de stijgende prijzen hard toeslaan. “De inflatie staat hoger dan mijn thermostaat thuis. Boodschappen doen, ergens lunchen of op vakantie gaan; daar moet ik heel goed over nadenken. Ik heb beperkte financiële ruimte.
Het is volgens Stijn niet zo dat ze simpelweg een hoger loon eisen. “De inflatie ligt boven de tien procent. Het aanbod dat de onderhandelaars van de vakbond kregen was eerst een loonsverhoging van vijf procent en volgend jaar drie procent. Dan gaan we er qua koopkracht op achteruit en verdienen we dus eigenlijk minder. We willen graag gewoon onze koopkracht behouden.”
Toen Stijn en zijn collega’s vanuit de vakbond hoorden dat er gestaakt ging worden, twijfelden ze geen moment. Stijn: “We zeiden gelijk: let’s go! Onderling voelen we die bereidheid enorm. Iedereen in de kantine was het ermee eens. Het liefst wilden we diezelfde dag nog het werk neerleggen. Dat kan juridisch gezien niet, maar het geeft wel aan hoe wij allemaal die noodzaak voelen.”