Waarom al dat doemdenken onterecht is
- Tip
- 20 feb 2018
- 7 minuten leestijd
Mensen die slim willen overkomen, roepen het liefst dat de wereld naar z’n grootje gaat. Alleen: dat blijkt niet helemaal te kloppen, concludeert wetenschapper Steven Pinker.
Mensen die slim willen overkomen, roepen het liefst dat de wereld naar z’n grootje gaat. Pessimisme staat zo lekker erudiet. Tweehonderd jaar geleden merkte John Stuart Mill al op: “Niet hij die hoopt wanneer anderen vrezen wordt werkelijk wijs geacht, maar hij die vreest wanneer andere hopen."
Intellectuelen, zeker het soort dat zich progressief noemt, hebben dan ook een hekel aan progressie, zegt Steven Pinker. De beroemde hoogleraar psychologie en taalwetenschap weet het zeker. Het is niet dat die intellectuelen hun supersnelle computer liever inruilen voor pen en inkt, vrouwen en zwarte mensen hun stemrecht willen ontnemen, de griepprik weigeren en liever zonder verdoving een operatie ondergaan. Nee, ze haten het idee progressie. Sinds Nietzsche, Schopenhauer, Heidegger, Adorno, en Benjamin ertegen in opstand kwamen, is optimisme niet meer cool.
Een intellectueel die z’n reputatie op het spel zet door te beweren dat het hartstikke goed gaat, vinden de meeste mensen een sukkel, een gladjanus en een flierefluiter, zegt Pinker. Zoals de Amerikaanse schrijver Stewart Brand al eens zei: “Pessimisten klinken alsof ze je proberen te helpen. Een optimist klinkt alsof-ie je iets wil verkopen.”
Het pretentieuze doemdenken van intellectuelen is besmettelijk. Zonder dat we er aantoonbaar reden voor hebben, zijn we met z’n allen geveld door een hardnekkige vorm van pessimisme. “Bijna elk jaar tussen 1992 en 2015 lieten mensen weten aan onderzoekers dat ze ervan overtuigd waren dat de geweldsincidenten in hun woonplaats steeds vaker voorkwamen. Bijna elk jaar bleek uit cijfers dat het tegenovergestelde waar was: het aantal geweldsincidenten werd juist minder groot,” schrijft Pinker.
Heb je de film Jaws gezien, blijf je op vakantie liever op het strand. Al die keren waarop zwemmers niet op gruwelijke wijze omkwamen, heb je simpelweg niet opgeslagen
Hij snapt ze wel, de doemdenkers. “Elke dag gaat het in het nieuws weer over oorlog, terrorisme, misdaad, vervuiling, ongelijkheid, drugsgebruik, en onderdrukking. Tijdschriften waarschuwen ons op de cover voor chaos, plagen, epidemieën, ineenstortingen, en crisis, na crisis, na ‘serieuze’ crisis. “Maar over positieve ontwikkelingen horen we weinig,” schrijft Pinker. Logisch, want nare gebeurtenissen hebben vaak een grote, directe invloed op de maatschappij. Een aardbeving, een oorlog, of een dodelijk virus haalt diezelfde avond nog het journaal. Goede ontwikkelingen verlopen meestal traag maar gestaag, en vallen zo buiten de nieuwscyclus. Daar komt nog bij kijken dat nare zaken zich gemakkelijker nestelen in ons geheugen. Het is een “mental bug”, schrijft Pinker: mensen baseren de kans waarop ze denken dat iets kan voorkomen op wat ze zich kunnen herinneren. Heb je de film Jaws gezien, blijf je op vakantie liever op het strand. Al die keren waarop zwemmers niet op gruwelijke wijze omkwamen, heb je simpelweg niet opgeslagen. Columnist Franklin Pierce Adams wist het slim op te schrijven: “Niets is zo goed voor ‘the good old days’ als een slecht geheugen.”
Naast somber, vreet het pessimisme aan onze daadkracht. Door een negatieve basishouding geloven we steeds minder in verandering ten goede. “We horen elke dag weer: de aarde vergaat, tenzij we grootschalige maatregelen nemen die we nooit waar kunnen maken,” schrijft Pinker. De oplossing voor een probleem zo groot als de opwarming van de aarde lijkt zo ver weg, dat het nieuws ons fatalistisch maakt. Eat, drink, and be merry for tomorrow we die. Zonder vertrouwen in ons eigen kunnen, proberen we de wereld niet eens meer van de ondergang te redden.
Hoe geef je al die pessimisten in godsnaam dat vertrouwen terug? Tellen, zegt Pinker. In zijn voorlaatste boek The better angels of our nature: why violence has declined – tot vorige maand het all time lievelingsboek van Bill Gates – ging hij ons pessimisme met cijfers te lijf. Zo liet hij zien dat we de vrede tussen Westerse grootmachten nog nooit zo lang hebben bewaard, en dat geweldsincidenten jaar na jaar in aantallen afnemen. Uit werkelijk elke meting, zegt Pinker, blijkt dat oorlogen, (terroristische)aanslagen, schietincidenten en individuele moorden steeds minder voorkomen. Hoewel we heus nog te maken hebben met vele vormen van geweld – begrijp hem niet verkeerd – gaat het dus wel beter. In zijn laatste boek – sinds vorige maand het all time lievelingsboek van Bill Gates – Enlightenment now: the case for reason, science, humanism, and progress pakt hij door. Een voorproefje:
- We worden steeds ouder, in elk deel van de wereld. Ja, mensen in Afrika worden nog altijd minder oud dan mensen in Europa, maar het verschil wordt langzaamaan kleiner.
- Moeders sterven wereldwijd steeds minder vaak tijdens of vlak na de bevalling. Hun pasgeboren kinderen gaan minder vaak dood in de wieg.
- Steeds minder mensen zijn ondervoed.
- Niet alleen de rijksten worden rijker. Extreme armoede komt steeds minder voor: nu leeft tien procent van de wereldbevolking onder de armoedegrens, in 2030 zou dit opgelost kunnen zijn.
- Kinderarbeid neemt af. (Maar, wil Pinker hier zeggen, het is een hardnekkig probleem, en nog altijd veelvuldig aanwezig.)
- We leren steeds sneller en beter lezen. In 2018 kan negentig procent van alle mensen op aarde lezen. (Al zijn vrouwen daar een stuk beter in dan mannen.)
- De kans op een auto-ongeluk wordt kleiner. Net als de kans dat je omver gereden wordt op de stoep. Ook vliegtuigen verongelukken steeds minder vaak.
- We besteden minder van onze tijd aan ons werk en het huishouden wordt door technologie steeds gemakkelijker. We hebben dus meer vrije tijd dan ooit.
- Zelfs ons levensgeluk schiet in grafieken de hoogte in. We vinden onszelf gelukkiger dan ooit. (Al is ‘geluk’ een ingewikkeld begrip, geeft Pinker toe.)
Het boek barst van grafieken en andere datavisualisaties waaruit blijkt dat het ondanks ons pessimisme best goed met ons gaat. Hoeven we ons dan helemaal niet meer druk te maken? “NO!” zegt Pinker. “De was doet zichzelf niet: je moet je altijd in blijven zetten voor een betere wereld. Activisme en beleid zijn cruciaal.” Maar als je eenmaal bent begonnen aan de zoektocht naar progressie, blijkt het verslavend, schrijft hij. Zeker als je ziet hoe positief de uitslagen zijn.
Schrijf die nou eens op, zegt Pinker. Tja, de drempel is hoog. “Journalisten denken dat ze door het negatieve te benoemen hun plicht doen,” schrijft hij. “Als waakhonden en klokkenluiders, die niet bang zijn om heilige huisjes omver te schoppen.” En als ze dan een keer iets positiefs opschrijven, is er wel een intellectueel die het nieuws voor de bühne tot gesomber reduceert. “Een goede ontwikkeling wordt al snel omschreven als een nutteloze quick fix: een pleister op een gebroken been.”
“We moeten de mentaliteit die we onszelf tijdens de Verlichting hebben aangeleerd terug,” vindt Pinker. Weg met de onderbuik, vol met pessimisme. “Laat de wetenschap het sentiment weer bepalen.” Cijfers liegen niet, en overtuigen ons vandaag voorzichtig van progressie. Tijdens een lezing kijkt Pinker zijn publiek in. Hij grijpt het katheder vast, knijpt zijn felblauwe ogen samen en grijnst. “You know what? All hope is not lost.”