“Code zwart houdt me niet tegen.” Deze studenten verpleegkunde gaan ondanks alles door
- Artikel
- 01 dec 2021
- 6 minuten leestijd
Seksuele intimidatie, afgunst in de zorg, slechte stagebegeleiders, en dan die enorme druk… toch zijn deze drie laatstejaarsstudenten verpleegkunde van plan om na hun studie in het ziekenhuis te werken.
© Florian Braakman
“Ik zie collega’s om me heen in een burn-out belanden”
Angila Sultani (24) zit in het laatste jaar van de studie verpleegkunde aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven.
“Over twee maanden studeer ik af. Ik weet nog niet welke richting ik op ga, maar ik wil zeker iets doen met mijn studie. Corona heeft mij er nooit van weerhouden om te stoppen. Tuurlijk was ik bang in het begin, maar ik zie het als een uitdaging.”
“Waar ik me wel zorgen over kan maken is de werkdruk in de zorg. Ik zie collega’s om me heen in een burn-out belanden. Dat raakt me. Verpleegkundigen doen zo hun best om met glimlach op de werkvloer te staan, maar op een gegeven moment kun je niet meer. Ik maak me niet druk om het salaris, maar ik wil natuurlijk wel een vitaal en vrolijk team om me heen hebben.”
“Op social media praat ik over taboes in de zorg. Ik heb een Facebook-community met duizenden leden en maak regelmatig video’s op TikTok over de studie verpleegkunde. Ik praat over seksuele intimidatie, afgunst in de zorg en slechte stagebegeleiders. Door dat laatste stoppen veel studenten met hun studie. Toen ik hier een video over maakte, kreeg ik duizenden reacties van mensen die hetzelfde meemaken.”
“Het gebrek aan training voor stagebegeleiders is een reden dat het vaak misgaat, maar ook de hoge werkdruk. Er is eigenlijk helemaal geen tijd om iemand goed op te leiden. Ik kreeg vaak vervelende opmerkingen naar mijn hoofd, maar werd ook weleens als verantwoordelijke voor een groep gezet terwijl dat natuurlijk niet de bedoeling is.”
“Er rust momenteel meer druk dan ooit op de zorg en daarom probeer ik andere studenten verpleegkundigen een hart onder de riem te steken met motivatiefilmpjes. Dan vertel ik ze dat ze iets bijdragen aan de wereld en dat ze moeten doorzetten. Iets kunnen betekenen voor de medemens wint het van de minder prettige kanten.”
“Code zwart op de intensive care houdt me niet tegen”
Geert Dommerholt (23) zit in het laatste jaar van de studie verpleegkunde MBO niveau 4 aan het Landstede in Raalte.
“Mijn passie voor de zorg is er met de paplepel ingegoten. Mijn moeder werkt als triagist (patiënten die gezondheidsklachten hebben en de huisartsenpost bellen, krijgen als eerste een triagist aan de lijn) bij de huisartsenpost en mijn vader is nauw betrokken bij de brandweer. Mijn grote droom is werken als ambulanceverpleegkundige, maar na mijn studie zou ik eerst in het ziekenhuis willen werken. Het liefste op de spoedeisende hulp of op de intensive care. Ik vind het vreselijk om te horen dat het daar code zwart is, maar het houdt me niet tegen. Op die plek maak je het verschil tussen leven en dood.”
“Ik denk dat veel studenten stoppen met hun studie verpleegkunde omdat de verwachtingen anders kunnen zijn dan de werkelijkheid. Je komt situaties tegen die niet leuk zijn. Je wilt mensen beter maken, maar dat kan niet altijd. De pandemie was ook zeker niet makkelijk. Weet je wat het is, studenten verpleegkundigen zijn graag onder de mensen. Toen we thuisonderwijs kregen, viel dat weg. Ik zag dat het veel deed met zowel de leraren als de leerlingen. De motivatie en het plezier werd minder.”
“Natuurlijk loop je in het werkveld ook tegen dingen aan. Ik volg een BBL-opleiding waarbij je werk en school combineert. Toen de pandemie uitbrak, werkte ik in een verzorgingshuis waar mensen met de ziekte dementie en geheugenproblematiek wonen. Inmiddels is corona onderdeel van ons leven, maar in het begin heerste er veel angst. Ik zag collega’s en bewoners ziek worden en er was ook nog eens een flink tekort aan beschermingsmiddelen.”
“Ik kan me voorstellen dat studenten hierdoor stoppen met de opleiding. De zorg is echt iets wat je moet liggen. Niet iedereen kan daar werken, ook al hebben we écht extra handen nodig. Het is en blijft liefdevol mensenwerk.”
“We moeten werken in de zorg aantrekkelijk maken”
Kirsten Bloemberg (26) volgt een opleiding tot Intensive Care-verpleegkundige aan het OLVG in Amsterdam.
“Na een hbo-studie verpleegkunde en een paar jaar werkervaring in de gespecialiseerde thuiszorg en in het ziekenhuis vond ik het tijd voor iets nieuws. Ik ben een specialisatie tot ic- verpleegkundige gaan volgen, omdat ik meer uitdaging wilde. Tijdens de tweede coronagolf liep ik mee als ic-buddy. Het scheelt dat we sinds de eerste golf meer kennis hebben over corona, maar het werk op de intensive care blijft hectisch.”
“De druk op de zorg is voelbaar en dat kan afschrikken. Na mijn stage had ik niet verwacht dat ik ooit weer in het ziekenhuis wilde werken. Mensen in de zorg zijn niet altijd even vrolijk en raken verbitterd door de hoge werkdruk. Frustraties worden nog weleens op stagiaires afgereageerd, omdat zorgpersoneel niet altijd iemand erbij kan hebben die meeloopt. Toch ligt mijn passie in het ziekenhuis. Vooral de acute zorg vind ik interessant. Je bent de oren en ogen van de arts en doet echt iets om de situatie van een patiënt te verbeteren.”
“Om het tekort in de zorg op te lossen, is het belangrijk dat we de studie en het beroep zelf aantrekkelijk maken. Denk aan tegemoetkomingen op scholen zoals het halveren van het studiegeld of de boeken gratis maken. Naar het salaris van zorgpersoneel zouden we ook eens mogen kijken. Dat is niet slecht, maar ik vind het niet in verhouding. Je hebt een enorme verantwoordelijkheid en ook nog eens te maken met onregelmatige werktijden waardoor je vaak ’s avonds of tijdens de feestdagen werkt. Dat is niet erg, maar mag van mij wat meer in balans zijn.”
“Als zorgmedewerker is het belangrijk om ook aan je eigen mentale gezondheid te denken. Veel verpleegkundigen gaan maar door en dat eist op een gegeven moment zijn tol. Je ongenoegen uitspreken helpt. Zelf ben ik lid van een vakbond en ik neem écht de tijd om bijvoorbeeld enquêtes in te vullen. Dit is voor mij een manier om te ventileren en mijn stem te laten horen.”