Thomas van Linge (23) maakt kaarten voor een betere wereld
- Artikel
- 22 sep 2019
- 10 minuten leestijd
De 23-jarige Thomas van Linge maakt kaarten waarop hij conflicten van over de hele wereld nauwgezet bijhoudt. Die kaarten deelt hij met zijn meer dan 50.000 Twittervolgers, samen met nieuws, video’s en foto’s van conflicten en opstanden. Zijn doel: de wereld een betere plek maken. Hoe werkt dat precies en hoe activistisch is hij? Hoe kijkt hij aan tegen vooruitgang? Dat vroegen we hem.
Hong Kong
“Laatst was ik naar Hong Kong gegaan, om de protesten daar met mijn eigen ogen te kunnen zien. Dat conflict daar is extreem belangrijk. China is een van de grootste bedreigingen voor vrijheid en democratie ter wereld: Hong Kong is daarmee ook een test case voor hoe China conflicten oplost en invloed uitoefent op andere staten. Voor mij is zo’n bezoek ook een manier om aan ervaringskennis te komen. Als je ergens bent geweest, met eigen ogen hebt gezien wat er gebeurt, kun je er daarna veel beter over berichten. Voor die studenten die ik daar sprak is de uitkomst van levensbelang: het gaat direct over hun toekomst. Als China het daar voor het zeggen krijgt komen hun vrijheden in gevaar. Als daarnaast de opstand in Hong Kong succesvol is, kan het ook een voorbode zijn van een grotere opstand in China zelf.”
Begin
“Ik ben student politicologie, Twitteraar en journalist. Ik volg volksopstanden, conflicten, gewapende rebellieën en protestbewegingen. Ik ondersteun bewegingen die voor mensenrechten staan en het ideaal van vrijheid. Om dat te doen deel ik video’s, foto’s van conflicten en maak ik kaarten van landen waar conflicten zijn, om aan te geven welke partijen waar tegen elkaar strijden. Zo laat ik de schaal van het protest zien.
Voor mij begon die interesse in mondiale conflicten en opstanden bij het uitbreken van de Arabische Lente. Ik was toen veertien jaar. Vervolgens begon ik me in te lezen in Egypte, in Libië, onder meer door online bronnen te volgen die daarover informatie deelden.
Mijn eerste kaart maakte ik toen ik de ontwikkelingen in Syrië begon te volgen, eind 2013, begin 2014. De strijdende partijen bracht ik heel simpel, met Microsoft Paint, in kaart. Al snel werd de kaart behoorlijk gedetailleerd. Die heb ik toen op mijn net aangemaakte Twitteraccount gepost, met de vraag of mensen eventueel correcties of verbeteringen voor me hadden. Die tweet kreeg 150 retweets, wat voor mij echt veel was. Mensen vonden het vet, met name omdat die kaart eigenlijk veel gedetailleerder was en meer informatie gaf dan veel mensen toen hadden over de situatie in dat land. Daar haalde ik ook internationale media mee, onder meer Vox en Newsweek berichtten over die kaart.
Al snel maakte ik kaarten voor andere conflictgebieden en nu cover ik de hele wereld. Voor mij was het superleerzaam: het aantal landen dat ik volgde breidde uit, dus daar deed ik allemaal onderzoek naar. Ik las reportages, verdiepte me in die plekken. Op mijn achttiende, in mijn tussenjaar na de middelbare school, ging ik vrijwilligerswerk doen in Palestina. Daar was toen veel onrust. Op de Westelijke Jordaanoever waren Israëlische soldaten doodgestoken en veel Palestijnen waren neergeschoten. Ik had mijn camera meegenomen, op mijn vrije dagen ging ik naar de protesten om die vast te leggen. Dat beeldmateriaal zette ik dan weer online. Als tiener gebruikte ik die camera nog om dieren te filmen.
Langzamerhand werd mijn Twitteraccount ook een beetje een nieuwsmedium. Inmiddels heb ik meer dan 50.000 volgers, ben ik geverifieerd en heb ik ook wel een carrière in de media. In kranten word ik weleens aangehaald als expert, ik freelance voor RTL Nieuws.”
Conflictkaart die Thomas maakte (klik hier voor grote versie)
Activisme
“Mijn werk heeft vanaf begin af aan een activistisch oogpunt gehad. Voor mij draait het om de strijd tegen onderdrukking, om vrijheid als ideaal. De mens moet vrij zijn, democratie is het praktisch middel daartoe. Want hoe kunnen mensen vrij zijn? In een democratische samenleving. Mensen zijn door mensenrechten verzekerd dat ze die vrijheden niet kwijtraken.
Mijn inzet voor die waarden heeft deze vorm gekregen - kaarten maken, twitteren, journalistiek bedrijven - doordat dat me het meeste ligt. Ik ben goed in het snel vinden van bronnen, ik ben handig met Google Maps. Gebeurtenissen weten te plaatsen, nieuws verifiëren: daar liggen mijn skills. Als je vraagt naar activisme, denk ik ook aan iets als benefietavonden organiseren. Maar daar zou ik heel slecht in zijn. Ik wil een betere wereld, en dit is mijn manier om daaraan bij te dragen.
Soms word ik er weleens moedeloos van. Je deelt elke dag foto’s van bombardementen, van nieuwe bloedbaden, terwijl niemand ingrijpt. Maar waar ik me aan optrek is het feit dat er zoveel journalisten daar op de grond zijn die ook doorzetten, simpelweg omdat ze daar wonen. ‘Ik zie het niet meer zitten’ is een uitspraak die voor die mensen betekenisloos is, omdat het gewoonweg hun leefsituatie is. En ik kende veel van die mensen persoonlijk, door DM’s en gesprekken, doordat we informatie deelden. Dus ik wilde ze niet in de steek laten.
Ik kom in contact met veel mensen: andere activisten, journalisten, oppositieleiders van over de hele wereld. Ze geven mij informatie en ik geef hen het gevoel dat ze morele support krijgen en ik draag eraan bij dat wereld ziet wat ze doen.”
Aandacht
“Toch moet ik er ook slim in zijn. Ik volg alle conflicten, maar plaats niet alles wat ik binnenkrijg. Je merkt soms dat je publiek niet aanslaat op sommig nieuws. Je wil elke opstand aandacht geven, maar je hebt te maken met publieke aandacht. Niemand kan het opbrengen om om alles even veel te caren de hele tijd. Dus je moet toeslaan op het moment dat er gebeurtenissen zijn die echt de aandacht trekken.
Soms werkt massale, wereldwijde media-aandacht wel degelijk om dingen aan het rollen te krijgen. Ik volgde de opstanden in Sudan al van begin af aan op de voet. Er was nauwelijks media-aandacht voor. Maar als er dan een bloedbad ontstaat doordat regeringstroepen op demonstranten schieten, merk je dat soms ineens de hele wereld omgaat. Als Rihanna, Demi Lovato en de Jonas Brothers erover gaan twitteren weet je dat er aandacht is. Op zo’n moment moet je vol doorpakken: foto’s, video’s, nieuws, allemaal twitteren, alles om het verhaal naar buiten te brengen. Op zo’n moment is er momentum en kan het echt gewicht in de schaal leggen: dan voelen politici in andere landen op den duur ook de druk en komen ze eerder in actie.”
Vriendschappen
“Ik heb veel vriendschappen aan mijn activiteiten overgehouden. In de tijd van de grote crisis in Syrië onderhield ik contact met een fotograaf uit Aleppo. We deelden elkaars foto’s via Twitter. Vervolgens moest hij vluchten en kwam hij naar Nederland. Nu zien we elkaar hier soms. Tijdens de Rif-protesten in Marokko kon ik daar via activisten terecht komen, zij leidden me rond om me te helpen de situatie op de grond beter in te schatten. Die activisten heb ik later ook weer in Nederland gezien. Nu heb ik een internationaal netwerk om me heen van mensen die om dezelfde waarden geven als ik. Als ik ergens heen ga, kan ik daar een beroep op doen. Bijvoorbeeld in Sudan: toen de opstand daar begon heb ik getweet: als je in Sudan bent en foto’s of video’s hebt, maar ze niet durft te verspreiden uit angst voor represailles, stuur ze naar mij. Ik kreeg meer dan 200 reacties op dat bericht en heb daar veel contacten aan overgehouden. Nu ben ik ook uitgenodigd voor een Soedanese bruiloft die dit jaar in Enschede plaatsvindt. Vaak lezen mensen die aan het protesteren zijn mijn tweets tijdens het protest.
Een van de grotere momenten voor mij was toen Nieuwsuur het nieuws naar buiten bracht dat de Nederlandse regering groeperingen in Syrië had gesteund. Feitelijk klopte het, maar Nieuwsuur gaf er een te sensationele draai aan. Zij claimden dat het een terreurbeweging was, terwijl ik die gasten persoonlijk kende en wist dat dat niet waar was. Daar heb ik toen over getwitterd, en ik ben nog uitgenodigd om bij het ministerie van buitenlandse zaken te komen praten.”
Succesvolle acties
“Voor mij draait succesvol activisme ook om hoe je je boodschap kadert. Wat een groep als Extinction Rebellion in Nederland doet werkt volgens mij niet zo goed. Als je met z’n allen hier in Amsterdam of in Londen op de weg gaat liggen met spandoeken gaat dat denk ik niet zoveel veranderen. Het is de menselijke natuur: als je mensen een schuldgevoel aanpraat, luisteren ze niet meer. Als de Amazone in brand staat moet je niet zeggen: het is allemaal onze schuld, al jarenlang. Je moet juist inspelen op eigenbelang: de Amazone is voor ons allemaal belangrijk, het is in het belang van je eigen toekomst om die branden te stoppen. Als er een opstand tegen een dictator is, kan je zeggen dat ‘wij’ hem jaren geleden aan de macht hebben geholpen, maar je kunt er ook op wijzen dat hem bestrijden uiteindelijk het aantal vluchtelingen inperkt. Voor mij staat dat los van de politiek of wat ‘goed’ is: ik denk gewoon na over hoe je de situatie voor de meeste mensen zo goed mogelijk kunt krijgen. Soms zijn mensen beperkt in hun interessegebied.”
Vooruitgang
“Vroeger dacht ik dat een succesvolle opstand eruit bestond dat een regime omvergeworpen werd. Met de val van Khadaffi dacht ik: kat in ‘t bakkie. Maar dat ging vervolgens helemaal fout in dat land. Ik heb toen geleerd: een opstand, een beweging naar meer democratie en vrijheid, is pas succesvol als het leven voor de mens in zo’n land verbetert. De organisatie Freedom House kent ratings toe aan landen: vrij, niet-vrij, gedeeltelijk vrij. Persoonlijk spreek ik pas van succes als een land een stapje in die ranking stijgt. Een land als Gambia is onlangs van een onvrije dictatuur naar een gedeeltelijk vrij land opgeklommen, toen president Jammeh aftrad. Maar om van grote verbetering te spreken heb je langer de tijd nodig. Het kan jaren duren voor substantieel resultaat volgt. Dat moet je accepteren.
Ik hoop dat de invloed die ik op kleine schaal uitoefen optelt tot iets groters. Aandacht voor conflicten kan leiden tot internationale solidariteit, tot hulpacties, tot ingrijpen. Door internet wordt de wereld steeds kleiner, steeds bereikbaarder. Daardoor kunnen mensen wel degelijk geven om iets wat - gevoelsmatig - in een uithoek van de wereld gebeurt. Bij de vluchtelingencrisis in 2015 kwam er op een gegeven moment meer aandacht voor de gruwelijkheden van het Assad-regime. De bommen die hij op de burgerbevolking wierp, de martelcentra die werden onderhouden. Als je door zulk soort nieuws in Nederland meer sympathie voor vluchtelingen creëert, creëer je een groter draagvlak voor de opvang van vluchtelingen. Daar red je dan concreet levens mee.”
Helpen
“Wat mensen zelf kunnen doen? De boodschap dat mensen aan goede doelen kunnen doneren zal ik ze besparen: dat kan iedereen zelf ook wel bedenken. Ik zeg: wees bewust, neem de tijd en moeite om je in buitenlandse zaken te verdiepen. Bekijk eens een Netflix-documentaire, een Channel 4-News documentaire. Verdiep je in een ingewikkeld conflict en probeer er iets over te zeggen. Als je dat doet, verandert je eigen kader en heb je dieper begrip en meer empathie. Op zo’n moment kan je je veel beter verplaatsen in mensen die elders lijden. Dat is geen luxe: we leven in een globaal dorp.”