Zo ontleed je de uitspraken van je transfobe oom
- Artikel
- 26 okt 2023
- 9 minuten leestijd
“Niemand gaat een trechter in je mond stoppen om er ‘transgender’ in te gieten, oom André. Trans personen willen slechts kunnen bestaan.” We zetten de zeven meest gehoorde ‘genderkritische’ uitspraken voor je op een rij, inclusief antwoordsuggesties.
Het zijn bewogen tijden voor transgender personen in grote delen van de wereld. In de VS, waar Amerikaanse staten momenteel een recordaantal anti-trans-wetten doorvoeren, namen haatmisdrijven tegen de groep in 2022 toe met 33 procent. En in het Verenigd Koninkrijk, waar het aantal haatmisdrijven in datzelfde jaar met 55 procent toenam, gooide premier Rishi Sunak laatst olie op het vuur door publiekelijk te ontkennen dat er zoiets bestaat als een non-binaire- of transgenderidentiteit.
Ook Nederland blijft helaas niet gevrijwaard van toenemende vijandigheid en transfobie: De Groene Amsterdammer analyseerde onlangs tien miljoen berichten op sociale media en zag dat het aantal haatdragende berichten tegen trans personen online is geëxplodeerd.
Aantal haatdragende berichten op sociale media per groep [Groene Amsterdammer, 2023]
De meeste berichten uit de dataset van De Groene komen van een bonte mix van extreemrechtse en streng religieuze types. Maar ook complotdenkers en ‘bezorgde’ ouders met een grote online achterban (hoi, Jay Francis) mengen zich steeds vaker in de ‘strijd’. In veruit de meeste gevallen baseren zij zich op desinformatie en de overtuiging dat het erkennen van genderdiversiteit onderdeel is van een geheime agenda of ‘woke ideologie’, opgedrongen door een kwaadwillende elite.
De impact daarvan reikt verder dan het beeldscherm: niet alleen is het aantal meldingen van transfobe incidenten toegenomen, ook presenteren steeds meer politici in Den Haag zich als ‘gendercriticus’. Zo tweette Mona Keijzer, nummer twee op de kandidatenlijst van de BoerBurgerBeweging, na het verkiezen van trans vrouw Rikkie Kolle tot Miss Nederland:
Het moge duidelijk zijn: wie zich bekommert om het bestaansrecht en de veiligheid van trans personen, kan het zich niet permitteren om stilzwijgend toe te kijken hoe de anti-genderbeweging zijn schadelijke retoriek door Nederland verspreidt.
Maar stel nou dat je, bijvoorbeeld tijdens een gezellige kringverjaardag, nietsvermoedend wordt geconfronteerd met de uitspraken van zo’n zelfbenoemde gendercriticus? Wat zeg je dan terug? Om te voorkomen dat je je verslikt in een stukje slagroomtaart terwijl de ruimte zich verder vult met transfobie, zetten we de meest gehoorde ‘kritiek’ voor je op een rijtje. Met daaronder steeds één of meerdere antwoordsuggesties.
Laten we alle critici voor het gemak oom André noemen.
Oom André: “Ik geloof niet in transgenderisme, het is doorgeslagen woke ideologie”
1). Vraag oom André wat transgender zijn met ideologie te maken heeft.
2). Leg uit dat transgender zijn betekent dat je je niet (volledig) identificeert met het geslacht (man/vrouw) dat je bij geboorte is toegewezen. Dat wordt ook wel genderincongruentie genoemd. Genderincongruentie wordt in de neurobiologie, psychologie en sociologie gezien als natuurlijke variatie die bij een klein deel van de wereldbevolking voorkomt.
Anders dan sommige paniekverhalen die online circuleren doen vermoeden, bestaat er géén bewijs voor de ‘sociale besmettelijkheid’ van transgender zijn. Meer begrip en openheid over genderdiversiteit zorgen er misschien voor dat jongeren hun genderidentiteit vaker bevragen en uiten, maar dit betekent níet dat trans-zijn hen wordt ‘aangepraat’ of ‘aangeleerd’.
3). Vertel dat het idee van een georganiseerde genderideologie is bedacht door de katholieke kerk en Amerikaanse rechts-conservatieve denkers. Uit religieuze overtuigingen en voor politiek winstbejag claimen zij dat allerlei vormen van zelfbeschikking en sociale gelijkheid, zoals abortus, contraceptie, het homohuwelijk en transgenderrechten, het traditionele en christelijke heterogezin bedreigen. Door zich fel uit te spreken tegen progressieve vrouwen en lhbti+’ers hopen deze groepen hun eigen macht en invloed te vergroten.
Wat betreft het fysieke geslacht bestaan er maar liefst veertig ‘interseksevariaties’
“Een man is een man en een vrouw is een vrouw, dat is gewoon biologie”
1). Vertel dat de meeste biologen daar toch echt anders over denken.
2). Leg uit dat er binnen de biologische wetenschap wordt uitgegaan van het bestaan van zowel een fysiek geslacht (sekse) als een psychologisch geslacht (genderidentiteit).
Wat betreft het fysieke geslacht bestaan er maar liefst veertig ‘interseksevariaties’ die niet passen binnen de binaire categorieën van man of vrouw. Het lichaam van een intersekse persoon heeft aangeboren mannelijke én vrouwelijke kenmerken, wat soms ook fysiek tot uiting komt in het geslachtsdeel. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau leven in Nederland 85 duizend mensen met een interseksevariatie.
Ook je genderidentiteit wordt volgens biologen voor een groot deel al bepaald terwijl je nog als foetus in de buik zit. Onder invloed van je groeiende babybrein en het vrijkomen van hormonen ontwikkelt zich ook een psychologisch geslacht, en dat komt niet altijd overeen met je fysieke geslacht.
Welk deel van de Nederlandse- of wereldbevolking deze genderincongruentie ervaart, valt moeilijk vast te stellen. Dat hangt onder meer af van de meetmethode in een onderzoek (wordt er bijvoorbeeld uitgegaan van zelfidentificatie of een medische diagnose?) en waar het onderzoek is uitgevoerd (durven respondenten open en eerlijk te zijn over hun genderidentiteit?). Cijfers lopen dan ook uiteen van 0,1 procent van de bevolking tot zo’n 5 procent. Uit de meest recent verzamelde data onder 22 duizend mensen afkomstig uit 30 landen blijkt dat zo’n 3 procent van hen genderincongruentie ervaart. Zij identificeren zich als transgender, non-binair, genderfluïde of gendernonconform.
“Toen ik jong was, bestonden er nog geen transgenders. Hoe verklaar je dat?!”
1). Vertel oom André dat hij zelf misschien geen (openlijk) transgender personen kende, maar dat ze altijd en overal ter wereld hebben bestaan.
2). Geef eventueel een kleine geschiedenisles. Van de Mesopotamiërs uit de vierde eeuw voor Christus tot de oude Grieken en Romeinen, en van de Vikingen tot Hindus in de Middeleeuwen: uit archeologisch onderzoek blijkt dat binnen al deze volkeren mensen leefden die wij vandaag de dag transgender zouden noemen.
Het moderne, westerse begrip van genderincongruentie en transgender personen ontstond begin vorige eeuw in wetenschappelijke kringen in Europa. Het Institut für Sexualwissenschaft, in 1919 geopend in Berlijn, was een pionier op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en genderbevestigende operaties, die in die tijd al werden uitgevoerd. In 1933 werd het instituut door de Nazi’s gesloten; daarbij werden bibliotheken vol waardevolle onderzoekspublicaties vernietigd (kijktip: de documentaire Eldorado - Everything the Nazis Hate).
In de jaren 1950 kwam het onderzoek naar genderincongruentie en medische transities weer op gang. Ook in Nederland werden in die tijd de eerste hormoonbehandelingen en gender bevestigende operaties uitgevoerd. Daarop kwam echter felle kritiek vanuit de christelijk-conservatieve samenleving: meer sociale acceptatie van trans personen, voorheen vaak ‘transseksuelen’ genoemd, zou nog lang op zich laten wachten.
3). Leg uit dat de zichtbaarheid van transgender personen sterk samenhangt met de mate waarin openlijk trans-zijn begrepen en gerespecteerd wordt. En afhangt van de bestaande wet- en regelgeving tegen afwijzing, discriminatie en geweld.
“Nou, goed. Iedereen moet lekker doen wat ‘ie wil, als ze het maar niet door m’n strot duwen”
Stel oom André gerust. Bijvoorbeeld zo: “Niemand gaat een trechter in je mond stoppen om er ‘transgender’ in te gieten, oom André. Trans personen willen slechts kunnen bestaan, net als jij en ik.”
In een begripvolle omgeving hebben trans jongeren veel minder last van depressie, angst en eenzaamheid
“Maar onze kinderen moeten we beschermen! Die raken alleen maar in de war van al dat gepraat over gender en weet ik wat”
1). Leg uit dat kinderen al op jonge leeftijd, soms al als peuter, genderincongruentie kunnen ervaren. Daarom is het belangrijk dat zij worden voorgelicht over het bestaan van genderdiversiteit. Niet zodat ze daar transgender van worden (want zoals eerder uitgelegd: dat kan niet), maar zodat ze zichzelf beter begrijpen als ze transgender blijken te zijn.
2). Vertel dat onderzoek laat zien dat het begrip, de ruimte en de erkenning die op school of in een familie wordt gegeven aan transgender jongeren grote invloed heeft op hun mentale gezondheid. In een begripvolle omgeving hebben trans jongeren veel minder last van depressie, angst en eenzaamheid dan in een omgeving waarin zij niet over hun genderidentiteit kunnen of mogen praten.
“En als die kinderen een operatie krijgen en later spijt hebben?”
1). Leg uit dat kinderen in Nederland géén genderbevestigende genitale operatie kunnen krijgen: daarvoor moet je minstens achttien jaar zijn en een lang traject hebben doorlopen bij een genderpoli.
Een kind dat een medische transitie overweegt krijgt in zo’n poli altijd eerst een uitgebreide intake en diagnose van een deskundige arts. Daarbij wordt ook gekeken naar eventuele onderliggende mentale problematiek.
2). Vertel dat beschikbare cijfers weinig reden geven tot zorg over mogelijke spijt op latere leeftijd. Uit een meta-analyse van zo’n 8 duizend trans personen die een gender bevestigende operatie ondergingen, blijkt dat 1 procent hier later spijt van heeft. Dat komt vaak door afwijzende reacties uit de omgeving. En van de trans personen die bij het Amsterdam UMC vóór hun achttiende met hormoonbehandeling startten, doet 98 procent dat op latere leeftijd nog steeds.
35 procent van de trans jongeren die worden gedwongen om naar een wc of kleedkamer te gaan, krijgt te maken met seksueel geweld
“En hoe zit het dan met de vrouwenwc’s? Daar komen straks verkrachters die doen alsof ze vrouw zijn”
1). Vraag oom André waarom een mannelijke zedendelinquent de moeite zou nemen zich voor te doen als vrouw terwijl hij de meeste wc’s, kleedkamers, treincoupés, sportzalen of donkere tunneltjes prima kan binnenwandelen als man.
2). Vertel dat, sensationele (nep)nieuwsberichten ten spijt, het makkelijker maken van het kiezen van een wc-ruimte voor trans personen níet leidt tot méér zedendelicten. Dat blijkt onder meer uit vergelijkend onderzoek van de UCLA School of Law.
Andersom geldt dit trouwens wél: uit onderzoek onder Amerikaanse middelbare scholieren blijkt dat 35 procent van de trans jongeren die worden gedwongen om naar een wc of kleedkamer te gaan waar zij zich niet thuis voelen, te maken krijgt met seksueel geweld. Dat is een stuk meer dan trans jongeren die deze keuzevrijheid wel krijgen.
Beeld in header: Maxim de Gilder.