Hierom zijn vrouwenvriendschappen zo ingewikkeld – én waardevol
- Tip
- 19 jul 2018
- 7 minuten leestijd
Wat leer je als je tot in den treure gesprekken tussen vriendinnen analyseert? Nou, best veel, ontdekte hoogleraar linguïstiek Deborah Tannen. Haar eerste les: ze zijn vaak niet kort van stof.
“Maar we zijn helemaal geen vrienden.” Ik moest het zeggen. Ze was boos op mij, omdat ik niet op haar verjaardag was en daarna niets van me had laten horen. Dat was ook stom, maar daarnaast – zoals dat meestal zo is als mensen ruzie hebben over first world problems – wat ingewikkeld.
We zaten samen in groep een en twee, gingen samen op vakantie, vertelden elkaar onze diepste geheimen, en stoepkrijtten onze namen op de stoep. Twintig jaar later hadden we elkaar niet zo veel meer te zeggen. “Hoe gaat het met je?” - “Goed. Met jou?” - “Goed.” We deelden de tijd, maar vulden ‘m met een opsomming van gebeurtenissen die er misschien toe deden (maar misschien ook niet). Een korte, saaie samenvatting. Stoepkrijt vervaagt, vriendschappen vergaan. Ik denk aan Acda en De Munnik: Er staat een andere maan, een andere maan.
Toen ze jaren later een huis deelde met een nieuwe vriendin van ons allebei, vierden zij hun verjaardagen met een gezamenlijk feestje. Ik zei op het laatste moment af (ja, flauw). Ik stuurde mijn nieuwe vriendin een berichtje. Mijn oude vriendin sloeg ik over (ja, stom). Ze was woest. Toen ik weken later in de keuken stond van het gedeelde huis – op bezoek bij die ander – kwam ze de trap af, ging in de deuropening staan, en vroeg om mijn excuses. Ik zei dat ik niet had verwacht dat ik haar zou kwetsen. Zij zei dat ik op z’n minst had kunnen bellen. Ik zei dat ik haar telefoonnummer al twee telefoons en vier jaar terug was verloren.
“Ik meen het. We zijn al jaren geen vrienden meer.” Ze keek naar de grond, zei niets en liep de trap weer op. Van mijn andere vriendinnen hoorde ik dat ze geen zin had in onrust, dus dat ik niet langer welkom was in haar huis. Soms denk ik dat ik haar zie lopen, in de stad of in de trein. Misschien ziet ze mij ook wel, maar versnelt ze haar pas. We hebben geen woord meer gewisseld. Ik snap het wel: het is uit.
Vriendschap tussen vrouwen is complexe materie, weet hoogleraar linguïstiek Deborah Tannen. De band tussen twee vriendinnen is vaak sterker dan die tussen geliefden – maar: vriendinnen zijn allemachtig ingewikkeld. Tannen volgde tachtig vrouwen, van tussen de 9 en 97 jaar oud, die ze vroeg aantekeningen te maken van gesprekken met vriendinnen. De resultaten van haar onderzoek beschrijft ze in het boek You’re the Only One I Can Tell: Inside the Language of Women’s Friendships.
(Ja, benadrukt ze om de haverklap: iedere vrouw is anders, iedere man ook, en dat geldt net zo goed voor iedereen die zich niet thuisvoelt in een van die twee hokjes. De conclusies die Tannen trekt, gelden vast niet alleen voor de onderzochte groep vrouwen.)
Een typische vrouwenvriendschap voldoet volgens Tannen aan de volgende kenmerken:
Praten om het praten
Vrouwen praten in het algemeen vaker en langer, en gaan tijdens gesprekken meer de diepte in dan mannen. Vrouwen ervaren het voeren van gesprekken zelfs als een vorm van ontspanning. Zeker als het ze de kans geeft hun problemen en gevoelens te uiten en te benoemen. Troubles talk, noemt Tannen dat. Je kent het wel: je hart luchten lucht op. Het is een kenmerk van vrouwenvriendschap dat ze tijdens haar onderzoek overal ter wereld tegenkwam. Anders dan mannen, is het vrouwen bij dergelijke gesprekken niet direct te doen om een oplossing. Ja, het is fijn als je vriendin je helpt bij je problemen, maar liever praat je er eerst nog een tijdje over. Troubles talk gaat om de meta-boodschap, zegt Tannen: “Ik luister naar je, ik begrijp je, ik ben geïnteresseerd, en ik sta aan jouw kant.” Als je vriendin dan ook nog met een oplossing komt, is dat alleen maar mooi meegenomen. Het cliché is waar: tussen mannen en vrouwen verloopt een gesprek over problemen vaak wat stroef, als hij al met een oplossing komt voor zij is uitgepraat. (Ik roep dit zelf ook wel eens: “Nee, ik wil er eerst nog even over zeuren!”)
De valkuil die bij dit kenmerk hoort, volgens Tannen, schuilt in de hoeveelheid tekst: vrouwen praten meer, dus de kans is groot dat tussen al die zinnen een verkeerde zit.
Het delen van geheimen
Krachtig beeld: een jong meisje dat een ander meisje iets in het oor fluistert. Volgens Tannen maakt dat twee zaken duidelijk over vrouwenvriendschap: je laat door te fluisteren aan buitenstaanders zien dat jij en je vriendin iets speciaals hebben, en je vriendin weet dat dit gefluister enkel alleen voor haar bedoeld is. Dat laatste is het hoogst haalbare binnen een vrouwenvriendschap, zegt Tannen: het delen van een geheim. Zo geef je een klein stukje van jezelf weg, wat de ander in bewaring moet nemen. Je maakt jezelf kwetsbaar, en geeft de ander macht: het geheim kan doorverteld worden en veranderen in een smerige roddel. Binnen vrouwenvriendschappen, zeker als het om een groepje gaat, wordt je status als vriendin binnen de groep hoger als je een geheim of een intiem detailtje over het leven van een ander voor het eerst, of zelfs als enige uit de groep weet. Of het nou gaat om triviale weetjes of een verborgen groot verdriet: wie het best op de hoogte blijkt, is de beste vriendin. (Mannen verlenen hun status aan heel andere zaken. Zij kunnen geheimen dan ook beter bewaren, zegt Tannen, omdat doorvertellen ze meestal weinig oplevert.)
Vrouwenvrienden kunnen elkaar beconcurreren met weetjes over gezamenlijke vrienden. “Loes heeft een nieuwe vriend.” - “Ja, dat zei ze gister al.” De meeste vrouwen zijn dan ook heel bang dat ze te weinig weten. “The fear of not being told something,” noemt Tannen dat. Sociale media versterken de onzekerheid, omdat het meer dan ooit duidelijk is dat ze lang niet alles kunnen meemaken. Het is voor vrouwen (in het algemeen, ja-há) dan ook vreselijk wanneer ze worden genegeerd. Ze zien hun status voor hun ogen verzwakken, en krijgen last van een nieuw angst: fear of getting kicked out (FOGKO). Je kent ‘m wel van de basisschool, zegt Tannen. Die ene zin, die altijd weer insloeg als een bom: “Nee, jij mag niet op mijn feestje komen.”
Indirectheid
Vrouwen praten dan misschien veel, soms zeggen ze weinig. Om elkaar te beschermen voor de harde waarheid, verpakken vriendinnen ‘m in omslachtig taalgebruik. “Ja, hoor”, betekent soms: liever niet. “Ok”, betekent soms: nou ja, als het moet. En “Prima” kan werkelijk alles betekenen. Dit geharrewar kan van pas komen, omdat conflicten door de milde vorm van communicatie worden vermeden. Meestal werkt het averechts, en voelt de vriendin in kwestie aan haar water dat er met die lieve woorden iets heel anders wordt bedoeld. Mannen merken de meta-boodschap achter een woordje als “ok” vaak niet eens op, wat resulteert in een ander relatie-cliché: “Je zei toch dat je het goed vond?” - “Ja, maar je zag toch dat ik niet wilde?”
Omdat een vrouwenvriendschap draait om intimiteit, is een break-up heftig. De vrouwen in Tannens onderzoeksgroep lieten haar weten dat de band met hun vriendinnen vaak nog sterker was dan die met hun geliefde. “Die vriendschappen zijn voor mij zo essentieel als zuurstof,” zei een van hen. Soms is het een ruzie, soms de tijd. Soms is de een wel vrienden met de ander, maar de ander niet met de een. Het rouwproces kan jaren duren. Wie een vriendin verliest, hapt naar adem. Tot ze een nieuwe vriendin vertelt van het verdriet om de oude.
Eerst ben je twee vrienden;
En dan vrienden van weleer;
Maar dan ben je in de nieuwste theorie;
Eigenlijk al geen vrienden meer.