Waarom bewaren we de dikste tranen voor de dood van onze dieren?
- Artikel
- 27 jun 2019
- 7 minuten leestijd
In uitvaartmuseum Tot Zover opende onlangs de tentoonstelling De laatste aai - eerbetoon aan dode dieren. De expositie is een aanrader als je meer wil weten over hoe de mens omgaat met dode dieren of als je even een stevig potje wil janken.
Toen ik een jochie was droeg mijn ma mij iedere zaterdag en zondag op ons hondje Trixie uit te laten. Ik begon er steeds zuchtend aan, maar als we wandelden was het tóch fijn. Ik werd tiener, ging naar de middelbare school, het hondje Trixie werd ouder. Op een dag kwam ik thuis en was mijn moeder hevig ontzet. Trixie lag rillend in de schaduw van het gereedschapshok, de ogen bedekt met een waas, niet meer in staat om op de achterpoten te staan. Een hersenbloeding. Ik schoot vol, maar hield me in. Dit was een hondje, hield ik mezelf voor. "Ma, dit is een hondje, het is erg, maar het is een hondje", probeerde ik me groot te houden en haar te troosten. Trixie moest een spuitje. Mijn moeder was dagenlang ontroostbaar. In de weken die volgden merkte ik pas hoe ontzettend veel ik van Trixie hield. Aan het eind van de tweede week kwam ik thuis, riep ik weer: Trixie!, de trap op en toen zij daar natuurlijk niet stond brak ik eindelijk en moest ook ik bittere tranen schreien. Het beeld bleef maar door mijn hoofd gaan: van een hondje dat je aankijkt, dat op wil staan om rillend naar je toe te komen, maar dan ineen zakt omdat het echt niet gaat. Dat een mens zoveel tranen in zijn hoofd verborgen houdt. Mijn god. Mijn moeder hield me vast. Hoe kan het toch dat de mens soms de dikste tranen bewaart voor het dier?
Deze herinnering en gedachte kwamen boven toen ik deze week De laatste aai bezocht. De tentoonstelling in uitvaartmuseum Tot Zo Ver biedt mooie, veelzijdige perspectieven op hoe de mens omgaat met de dood van het dier, aan de hand van fotoseries, beeldende kunst en verhalen uit de geschiedenis. Schrijver Theodor Holman heeft voor de expo een column voorgedragen over het missen van zijn hond Moor. Die hoor je over de headset van het audioapparaat dat je meekrijgt. Theodor vertelt gedragen over hoe hij hoopt dat hij Moor terugziet in het Texel van het hondenhiernamaals, het Vondelpark van het hondenhiernamaals. Veel indruk maakt een fotoserie met close-ups van varkensogen, geschoten door Tineke Schuurmans, tijdens de periode dat ze bij een varkensboer inwoonde. De blikken van die varkens snijden door je ziel. Hoe kan na het zien van deze foto’s zo’n dier nog eten?
Op een muur is een tijdlijn aangebracht met allerlei (Westerse) cultuurhistorische momenten die te maken hebben met de vraag vanaf wanneer we nou om dieren zijn gaan geven. Het begint met het Christelijke narratief dat de mens heer en meester is over dier en natuur, gaat via de heilige Franciscus (beschermheilige van de dieren, gestorven in 1226), langs Descartes (‘dieren zijn machines zonder ziel’), door naar de opening van Artis in 1838 en de intrede van de Partij van de Dieren in de Tweede Kamer in 2006. Ik leerde dat er in 2014 een speciale herdenkingsdienst was voor de dieren die aan boord waren van MH17 (papegaaien, duiven, twee honden). Ik leerde dat anno 2019 de meerderheid van honden en katten in Nederland wordt gecremeerd.
Adriana van Zoest, Eendagskuiken, olieverf op doek, 55x80cm, 2015
Er zitten mindere werken in de expo: fotograaf Emma Kisiel legde steentjes en bloemetjes om dieren die waren doodgereden aan de kant van Amerikaanse snelwegen en daarvan meende ik op een of andere manier de onoprechtheid te voelen, alsof dit puur om het beeld en het ego gaat. Ook TOMB van Martin uit den Bogaard vond ik minder passen: het toont dierenlijken in afgesloten kistjes, waardoor het ontbindingsproces vertraagt. Normaliter koren op mijn morbide molen, maar nu valt het uit de toon.
Maar dan het hoogtepunt! Dat was voor mij de fotoserie Joerie, mijn laatste dagen met mijn geliefde hond, van Simone Henken. De fotograaf fotografeerde zichzelf en haar stervende hond en ook al is het uiterst sentimenteel en melodramatisch in beeld gebracht: als je het hierbij droog houdt, heb je geen ziel, man. Ik keek ernaar, dacht terug aan toen ik ooit The Lion King in de bioscoop zag moest ik al huilen om de dood van Simba’s vader, ik dacht terug aan het hondje Trixie, ik dacht terug aan de tranen van mijn zus toen de muizen overleden.
Maar goed, geraakt worden is in zichzelf geen antwoord op de vraag waarom je geraakt wordt. Ik sprak daarom curator Laura Cramwinckel kort over de tentoonstelling en die vraag. "Het idee voor deze voorstelling ontstond toen we met Tot Zover een actie hadden waarbij mensen post-mortem foto’s konden inzenden. Een groot deel bestond uit foto’s van dieren. Toen besefte ik wat een impact de dood van een dier kan hebben, hoe zeer mensen daarom geven." De heftige emoties die met ziekte en dood van het huisdier gepaard gaan kan ook Laura niet exact duiden, maar het heeft volgens haar te maken met de groeiende welvaart in de jaren zeventig, toen volgens haar het ‘nuttige dier’ begon te veranderen in het ‘geliefde dier’. "Het huisdier werd een nieuw gezinslid", zegt ze. "En rond 2000 krijg je ook een grote emotiecultuur rondom rouw en de dood, dat speelt ook mee met de heftige gevoelens die we hebben bij dieren." Het verbaast Laura dat het tegenwoordig zo ver gaat met die gevoelens: "Er is nu zelfs een Nederlandse kankerfonds voor dieren", zegt ze. "Er worden strandwandelingen gehouden voor dieren met kanker." Ondanks haar verbazing veroordeelt ze die gevoelens op geen enkele manier. "Rouw is altijd uniek: ieder mens rouwt op de eigen manier om andere zaken."
Nog steeds geen sluitend antwoord op de vraag waarom het dier ons het hevige verdriet bezorgt. Ik zeg dit: we huilen om de vergankelijkheid. We huilen om de momenten die we doorbrachten die niet meer terugkomen. We huilen voor onszelf. We huilen om de waas over Trixies ogen. Goede expositie, vier sterren.
Eind augustus is bij Tot Zover een speciale editie van het rouwcafé, waar mensen onder begeleiding van deskundigen kunnen praten over hun verlies, ditmaal in het bijzonder: het verlies van een huisdier. Hou de site in de gaten voor meer informatie. De laatste aai is nog tot 19 januari 2020 te zien bij museum Tot Zover in Amsterdam, op het terrein van begraafplaats De Nieuwe Ooster. De credits voor de in de headerfoto gebruikte beelden zijn, van links naar rechts:
Christel Mitchell, Skyla's afscheid in het uitvaartcentrum, digitale foto, 2014, Simone Henken, Liefde is haar omringen met bloemen, digitale foto, 2016 en Adriana van Zoest, Eendagskuiken, olieverf op doek, 55x80cm, 2015. Werken gebruikt met toestemming van Tot Zover, zie verder persgedeelte site.