Serie kantelt mening opperrabbijn over Joodse Raad
“Een mijlpaal in de Nederlandse seriegeschiedenis.” Dat schrijft Volkskrant-recensent Mark Moorman over de vijfdelige EO-serie De Joodse Raad. De serie laat de onvoorstelbare consequenties van de anti-Joodse maatregelen tijdens de bezetting zien. “Dat zo’n verhaal op deze manier verteld kan worden, is een hoogtepunt”, aldus Moorman. Zijn woorden vinden veel weerklank bij collega’s van andere media. Ook de kijkers die deelnemen aan publieksonderzoek van de NPO zijn enthousiast, getuige reacties als “Kwalitatief hoogstaand drama met sterke cast en interessante verhaallijnen”, en “Grijpt naar je strot”. Behalve lovende kritieken spreken ook de cijfers boekdelen: Het publiek waardeert de eerste afleveringen van De Joodse Raad met een 8,6 - een zeer hoge waardering voor een Nederlandse dramaserie.
Verzoening
De tv-serie bracht een verzoening teweeg tussen opperrabbijn Binyomin Jacobs en Rob Oudkerk, de kleinzoon van David Cohen, een van de voorzitters van de Raad. Jacobs verachtte Oudkerk jarenlang vanwege het gedrag van zijn grootvader. In een dubbelinterview in het AD antwoordt Jacobs op de vraag of zijn mening over de Joodse Raad is veranderd na het zien van de serie: “Mijn mening is aanzienlijk veranderd. Ik ben totaal anders tegen de Joodse Raad gaan aankijken. Dat de Joodse Raad schuldig was aan de vernietiging van de Joden werd me als kind met de paplepel ingegoten. Ze deden dit om zichzelf te redden, werd er gezegd. Schuld is niet meer aan de orde. Uit de serie blijkt dat ze niet wisten wat er boven het hoofd van de Joden hing. Hun doel was mee te werken met de Duitsers om erger te voorkomen en door pappen en nathouden te redden wat er te redden viel.”
Lespakket
Bij de serie ontwikkelden EO en NPO samen een lespakket voor het voortgezet onderwijs. Dit lespakket geeft meer achtergrond bij de historische gebeurtenissen in de serie en helpt leerlingen zich in te leven in mensen wier levens worden bedreigd tijdens een oorlog.