Lees

Modelverhalen: er is niet één manier om Aziatisch te zijn

Mensen met Aziatische roots zijn géén modelminderheid. Dat wil Liang de Beer laten zien met Modelverhalen, een bundel met verhalen van 30 Nederlandse en Belgische schrijvers, die zij heeft samengesteld. Ik spreek haar vlak voor de publicatie. 

Foto bio

Seshiekela Moerlie

Geplaatst op donderdag 24 oktober 2024

“I stood at the border, stood at the edge and claimed it as central. Claimed it as central, and let the rest of the world move over to where I was.” - Toni Morrison

Met die woorden begint Modelverhalen, reflecties op Aziatische roots. Ik vraag Liang waarom ze daarvoor heeft gekozen. Meteen zie ik een voorzichtige glimlach verschijnen op haar gezicht. “Vaak als we het over diversiteit in de literatuur hebben, moet je je verhouden tot de witte meerderheid”, legt ze uit. “Er wordt een schrijver van kleur gezocht, in aanvulling op een lijst witte schrijvers. Met deze bundel probeer ik onze verhalen voor de verandering juist centraal te stellen. Dat is precies wat ik zo mooi vind aan deze quote.”  

Liang

Foto: Martijn Beekman

De naam van het boek, Modelverhalen, is op verschillende manieren een speling. Enerzijds refereert de titel aan verhalen van de zogeheten ‘modelminderheid’. “Met name Aziatische mensen in het Westen dragen het frame van een soort ideale migrantengroep met zich mee. Natuurlijk klopt dat totaal niet – en dat vind ik zo leuk aan dit project: we are talking back.” Modelverhalen van de zogenaamde modelminderheid die haar eigen narratief schrijft, schrijft Liang in haar inleiding. 

Ook kan de naam geïnterpreteerd worden als een verwijzing naar rolmodellen. Alle auteurs delen andere perspectieven en kunnen daarmee ook een rolmodel zijn. Toch denkt niet iedereen hier zo over. “Heel veel auteurs werden er onrustig van. Ze zeiden tegen me: maar ik ben toch helemaal geen rolmodel? Moet ik dan een heel goed verhaal schrijven?” Maar juist dat is het idee achter Modelverhalen: laten zien dat er niet zoiets bestaat als een modelmigrant, dat niemand perfect is. 

Voor sommige auteurs is hun aandeel aan deze bundel een “Aziatische coming-out”, vertelt Liang. “Sommige mensen twijfelden of ze mee wilden doen. Ze vonden het een tof concept, maar wisten niet zeker of ze als Aziatische auteur bekend wilden staan. Het is dan meteen een ding waar je je tot moet verhouden. Sommigen vroegen zich ook af of ze wel Aziatisch genoeg waren. Mag ik hier wel bij horen?” Lin An Phoa stelt juist deze vraag in haar verhaal. 

In de toko probeer ik niet op te vallen te doen alsof ik hier thuishoor alsof ik weet of en hoe ik hallo moet zeggen alsof ik bekenden tegen het lijf kan lopen alsof dat toevallig of juist vanz 5

Liang schrijft dat ze zich tijdens het maken van deze bundel voorzichtig weer Nederlander is gaan voelen. Ik vraag haar wat ze hiermee bedoelt. “Ik heb heel veel verhalen gelezen waarin ik mezelf kon herkennen. Opeens zag ik: ik ben niet de enige. Ik besefte dat er verschillende manieren bestaan om Nederlander te zijn. Want ook deze verhalen zijn Nederlanderschap (N.B. aan de bundel droegen ook een aantal Belgische auteurs bij). Dit boek geeft meer lading aan dat begrip. Je kunt verschillende dingen tegelijk zijn – of ergens tussenin zitten. En je culturele identiteit is nooit het enige wat je met je meedraagt.”

Op de achterkant van het boek staat dat de creatieve representatie van Westers-Aziatische stemmen achterblijft. Zelf had Liang geen moeite met het samenstellen van een shortlist schrijvers. Hoe kan dat dan? “Je moet beter je best doen om ze te vinden. Als ik heel generaliserend spreek, denk ik dat Aziatische Nederlanders over het algemeen wat minder vocaal zijn dan andere migrantengroepen. Maar natuurlijk speelt ook uitgeversland hierin een grote rol. Je moet een bepaalde toegang hebben, die maar weinig mensen krijgen. En er wordt vaak van je gevraagd het standaard migrantenverhaal te schrijven. Als je daar niet aan voldoet en iets anders centraal stelt, is daar niet altijd ruimte voor.”

Na even denken komt de samensteller met een voorbeeld uit haar eigen ervaring. “Ik had een verhaal ingestuurd over de Chinees-Indonesische community. Als feedback kreeg ik: ze doen en denken wel heel westers – en ze hebben hele westerse namen. Toen dacht ik: maar dat is juist heel typisch voor deze bevolkingsgroep, die misschien niet voldoet aan een single story over Aziatische mensen. Daarom gaat het dus niet alleen over meer diversiteit in auteurs, maar ook de wereld eromheen. Voor mijn eigen roman werk ik samen met mensen van kleur – ik merk dat ik aan hen veel minder hoef uit te leggen.”

Naast dat Liang Modelverhalen  heeft samengesteld, heeft ze zelf ook een verhaal geschreven voor de bundel. Wat is de stem die zij nog graag wilde toevoegen? “Ik had eerst een paar anekdotes naast elkaar, allemaal over eten. Dat is natuurlijk zo'n clichébeeld van migrantenfamilies. Iedereen houdt van eten en koken. Daarom probeer ik dat beeld om te draaien en te bevragen. Mijn eigen herinneringen, kloppen die wel? En hoe verhoud ik mij tot eten? In het boek staan meerdere verhalen over dit onderwerp, daar probeer ik mijn eigen bijdrage ook tegen af te zetten.”

In de toko probeer ik niet op te vallen te doen alsof ik hier thuishoor alsof ik weet of en hoe ik hallo moet zeggen alsof ik bekenden tegen het lijf kan lopen alsof dat toevallig of juist vanz 6

Tijdens het maakproces wordt Liang ook een aantal keer geconfronteerd met haar eigen beperkte blik, zoals ze die zelf noemt. “Ik heb discussies gehad met auteurs, omdat ik dingen soms verkeerd had begrepen of geredigeerd. Ik kwam er telkens weer achter: er is niet één manier om Aziatisch te zijn.
Ook merk ik dat de Gen Z-auteurs veel meer inclusieve taal geïnternaliseerd hebben, als millenial is dit iets wat ik pas later geleerd heb. Ik heb bijvoorbeeld gesprekken gehad over woorden als ‘Indo’ en ‘Indisch’. Uiteindelijk worden ze wel gebruikt in de bundel, want ik denk: zolang je dat soort termen maar contextualiseert en uitlegt, zoals Dido Michielsen bijvoorbeeld heel goed doet in haar stuk.”

In de toko probeer ik niet op te vallen te doen alsof ik hier thuishoor alsof ik weet of en hoe ik hallo moet zeggen alsof ik bekenden tegen het lijf kan lopen alsof dat toevallig of juist vanz 7

Uiteraard hoopt Liang dat de lezers genieten van én geraakt worden door de mooie verhalen. Maar daarnaast ziet ze ook graag dat hun beeld van Nederlanders met Aziatische roots  verrijkt wordt. “Er is superveel diversiteit binnen deze groep, waarvan dit een kleine selectie is. Dit is een startpunt dat meer zichtbaarheid biedt, maar hopelijk volgen er nog veel meer mooie producties. Te vaak heb ik gehoord: maar er zijn niet zo veel Nederlandse auteurs met Aziatische roots. Dit boek laat zien dat dat niet waar is en biedt een nieuwe kaartenbak. Het gaat om zo’n grote groep dat ik zo nog een editie zou kunnen maken.”

Kunnen we dus een deel twee verwachten? “Ik denk dat we ons nog wel een beetje hebben ingehouden. Ik schrijf in mijn inleiding dat ik inspiratie heb geput uit Ali Wong, een ratchet  comedian zonder enige schaamte. Als ik daarnaar kijk, denk ik: misschien zitten er wel verhalen onder Modelverhalen die we nog niet durven te vertellen. Dus wie weet maken we  over tien jaar deel twee, waarin we ook de rauwere randen kunnen delen.”

Modelverhalen  is vanaf 25 oktober te vinden in je lokale boekwinkel. Op vrijdag 13 december wordt de bundel voor publiek gepresenteerd in Pakhuis de Zwijger. Meer horen van Liang? Luister dan naar The Grill (KRO-NCRV), waar ze te gast was om te praten over het boek. 

Luister naar The Grill met Liang (vanaf 30:00 min)

9789464563450 prom
Foto bio

Seshiekela Moerlie

Gaat het liefst iedere ochtend naar de film. En luistert met plezier elke dag naar dezelfde playlist: een mix van queer pop en Indonesische liedjes.

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor de NPO Cultuur nieuwsbrief en ontvang iedere vrijdag mooie, inspirerende en interessante tips. Van kunst tot film en van muziek tot theater, zo hoef je niets meer te missen!