Treed in de voetsporen van Juraj Jánošík, de Slowaakse Robin Hood
- Artikel
- 09 dec 2024
- 6 minuten leestijd
Juraj Jánošík staat bekend als de Slowaakse Robin Hood, omdat hij volgens de legende stal van de rijken en gaf aan de armen. Veel van zijn struikrovertochten speelden zich af in Malá Fatra, en laat dat nou net een van de meest betoverende berggebieden van Centraal-Europa zijn.
Juraj Jánošík is tot op de dag van vandaag een symbool van de Slowaakse volksgeest. Hij werd geboren in 1688 in Terchová, Slowakije, waar dan ook het zeven en een halve meter hoge standbeeld van hem staat. Elk jaar vindt van eind juli tot begin augustus het Jánošík-festival plaats. Gedurende deze weken komt het dorp tot leven met muziek, dans en verhalen over de heldhaftige daden van de beroemdste struikrover van Slowakije.
Hoewel Jánošík slechts 25 jaar oud werd, leeft zijn naam al meer dan driehonderd jaar voort als een icoon van verzet en moed. Slowaken, Tsjechen, Polen en Hongaren dragen hem zo in hun hart dat er allerlei uitdrukkingen met zijn naam zijn. Zo betekent ako Jánošík – ‘zoals Jánošík’ – dat iemand rechtvaardig is en deelt met de armen. De grootste heropleving van zijn verhaal vond echter plaats tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de Slowaakse partizanen – verzetsstrijders die tegen de nazi’s vochten – Jánošík als symbool van hun strijd tegen de onderdrukker gebruikten.
Rebel, soldaat, struikrover of held?
Om het verhaal van Jánošík te begrijpen, moeten we een aantal eeuwen terug in de tijd. In de achttiende eeuw maakte Slowakije deel uit van het Koninkrijk Hongarije, onder controle van de Habsburgers. De Slowaakse bevolking leefde in armoede en was gebonden aan de adel als horigen, boeren die verplicht moesten werken voor hun adellijke landheren. Onder deze omstandigheden sloot Jánošík zich rond het jaar 1706 aan bij de rebellengroepering van de Hongaarse graaf Ferenc II Rákóczi, die zich verzette tegen het Habsburgse regime. Dat duurde uiteindelijk tot 1708, toen de rebellen werden verslagen tijdens de slag bij Trenčín.
Net als bij de Engelse Robin Hood, is er door de eeuwen heen veel geschreven en verzonnen over Jánošík. Toch bestaan er historische documenten die een aantal zekerheden bieden. Waarschijnlijk werd Jánošík na de slag gevangengenomen en soldaat gemaakt door de Habsburgers, waarna hij werd gestationeerd als gevangenenbewaarder in het kasteel van Bytča. Naar verluidt ontmoette hij hier voor het eerst zijn latere kameraad en bendelid Tomáš Uhorčík, die op een dag op mysterieuze wijze ontsnapte uit het kasteel.
Nadat Jánošíks tijd als soldaat erop zat, sloot hij zich al snel aan bij de groep van Tomáš Uhorčík en werd hij een geliefd lid van het stelende gezelschap. Na enige tijd ging Uhorčík met pensioen en werd Jánošík de nieuwe leider.
Nationaal park Malá Fatra: schuilplaats van de struikrovers
Malá Fatra was een van de belangrijkste gebieden waar Jánošík en zijn bende opereerden. De bergen, diepe kloven en uitgestrekte bossen boden een perfecte schuilplaats voor hem en zijn mannen en maakten het moeilijk voor de Habsburgse autoriteiten om hen te vinden. Tegenwoordig dient het gebied niet meer als schuilplaats, maar dat maakt het allerminst nutteloos. Malá Fatra biedt onbeperkt genot voor je ogen.
Sterker nog: om het hele gebied te verkennen, zou je hier minstens een week moeten blijven. En dat is absoluut geen straf, want deze regio biedt een enorm divers aanbod aan wandelroutes door ongerepte natuur, indrukwekkende kloven en schilderachtige berglandschappen. Hier wandelen betekent niet alleen genieten van de natuur, maar ook van de rijke geschiedenis en legendes die deze streek zo uniek maken.
Waar je moet beginnen? Met een van de meest iconische bergen van Malá Fatra: de Velký Rozsutec. Het beste startpunt voor deze wandeling is vanaf de parkeerplaats bij het dorpje Štefanová. Er lopen verschillende wandelroutes naar de top, maar welke je ook kiest: je zal te maken krijgen met bossen, ruige rotsformaties en weidse panorama’s. De routes duren ongeveer tussen de drie en vijf uur en belonen je met een adembenemend uitzicht over het Slowaakse landschap. Hou er wel rekening mee dat het gebied tussen 1 maart en 15 juni gesloten is om nestelende vogels te beschermen.
De Jánošík kloven: trappetjes, beekjes en watervallen
Een andere bijzondere wandeling vind je bij Jánošíkove Diery, een netwerk van kloven en watervallen. Hier loop je over houten loopbruggen en smalle paden langs kabbelende beekjes en indrukwekkende rotswanden. Deze route is ideaal voor avontuurlijke wandelaars en duurt twee tot vier uur, afhankelijk van je tempo en de gekozen route.
Ook de Vrátna-vallei mag niet op je lijst ontbreken. Deze vormt het hart van Malá Fatra en biedt routes die variëren van ontspannen wandelingen tot uitdagende beklimmingen. Een aanrader is de kabelbaan naar de top van Chleb, van waaruit je kan wandelen naar Veľký Kriváň: het hoogste punt van het gebergte. Deze wandeling is perfect voor wie houdt van weidse uitzichten en frisse berglucht.
Geen zin om in een ganzenpas door het gebied te kachelen? Gelukkig is wandelen niet de enige manier om de voetstappen van Jánošík te volgen. Ben je in de winter in de buurt van Malá Fatra? Trek dan je ski’s aan en geniet van de goed onderhouden pistes die door het rustige berglandschap slingeren. De bergen bieden in de winter een compleet andere ervaring, met een laagje sneeuw dat de natuur omtovert in een serene, witte wereld. Ook buiten het winterseizoen is er veel te zien en doen. Tussen mei en augustus kan je het symbolische Jánošík-huis bezoeken, op de plek waar hij volgens de legende werd geboren. Het is een klein, maar bijzonder stukje geschiedenis. Of je nu wandelt of geniet van de winterse rust; Malá Fatra biedt altijd een mooie omgeving om het verhaal van Jánošík te beleven.
Een wreed einde
En zoals we op het begin van dit artikel al benoemden, eindigde dat verhaal voor hem al op 25-jarige leeftijd. In maart 1713 bezocht hij een bekende in een kroeg in Liptovský Mikuláš, een kleine stad op zo’n anderhalf uur rijden van Malá Fatra. Wat hij niet wist was dat de autoriteiten waren getipt en naar de kroeg kwamen om hem te arresteren. Toen hij probeerde te vluchten zou hij uit zijn gegleden over een bord erwten. Die lagen daar overigens niet zomaar: een oude vrouw zou het bord op de grond hebben gegooid om de rover te stoppen. Hierna werd hij gevangengezet, gemarteld en uiteindelijk geëxecuteerd door – trigger warning – aan zijn rib opgehangen te worden aan een galg. Hij had geen woord losgelaten over het onderkomen van de rest van de struikrovers en hun buit. Het feit dat meerdere personen getuigden dat hij nooit iemand heeft gedood of verwond heeft hem uiteindelijk zijn heldenstatus opgeleverd.
Niet iedere legende gaat over een held. We nemen je mee naar de geboorteplaats van Dracula.