'Satanic panic': de angst voor de Week van de Lentekriebels is letterlijk middeleeuws
- Artikel
- 07 maa 2024
- 7 minuten leestijd
De ophef om ‘woke’, lhbti-rechten en seksuele voorlichting – het kan allemaal terug worden gevoerd op een periode van morele ophef in jaren ‘70 Amerika, en zelfs eeuwen daarvoor: de satanic panic.
In maart vorig jaar organiseerde kenniscentrum Rutgers de achttiende Week van de Lentekriebels, een initiatief waarmee de organisatie basisscholen op gang helpt met seksuele voorlichting, want die helpt seksueel geweld voorkomen.
Maar wanneer het initiatief wordt opgepakt door ‘alternatieve’ nieuwsmedia, rechts-reactionaire opiniemakers en momfluencers als Kim Feenstra, komt dat Rutgers duur te staan: misinformatie over het lesmateriaal tiert welig, medewerkers worden bedreigd, en bij onze zuiderburen in Franstalig België worden naar aanleiding van een vergelijkbare lesmethode zelfs scholen in de fik gestoken.
Ook dit jaar weer alliëren bezorgde ouders met reactionaire organisaties; ze starten petities, verspreiden misinformatie, en sommige ouders halen zelfs hun kind van school.
De paniek en agressie waarmee ouders en organisaties zeggen kinderen te willen ‘beschermen’ tegen ‘indoctrinatie’ en ‘seksualisering’ lijken misschien uit het niets te komen. Maar wie de geschiedenisboeken induikt, komt er al snel achter dat Lentekriebels-gate een lange historie kent. Daar weet Looi van Kessel, universitair docent aan de Universiteit van Leiden, alles van. Hij onderzoekt emancipatiebewegingen in de westerse wereld.
De ophef over Lentekriebels is niks nieuws, zeg je. Waarom?
LVK: “De jaren ‘60 waren voor de VS een tijd waarin minderheidsgroepen zich invochten in de maatschappij. Niet alleen lhbti’ers, maar ook mensen van kleur en feministen. Als reactie daarop ontstond al snel een conservatieve tegenbeweging die haar pijlen richtte op de queergemeenschap.”
“Dit is eigenlijk het begin van de zogeheten ‘cultuuroorlog’ in Amerika, die gaat over het vraagstuk: wat is de Amerikaanse identiteit? Is het wit, christelijk, conservatief? Of is het een diverse en pluralistische identiteit?”
“De jaren ‘70 en ‘80 waren in Amerika een periode van economische onrust. In de jaren ‘70 begon de naoorlogse boom af te nemen, het land verloor de Vietnamoorlog, en er ontstonden tegelijkertijd meerdere crises. Opiniemakers en kwaadwillende politici maakten daar misbruik van. Ze zeiden niet: ‘we gaan de economie oplossen’, maar: ‘het is de schuld van het satanisme’. Deze morele ophef werd ook wel de satanic panic genoemd.”
Hoe uitte die morele ophef zich destijds?
“Het begon allemaal met een conservatieve campagne in Florida, aangevoerd door een volkszangeres genaamd Anita Bryant. Miami, waar Bryant woonde, had net een lokale wet aangenomen die homodiscriminatie op de werkvloer en in huisvesting verbood. Met haar campagne, die ze Save our children noemde, pleitte ze voor een referendum. Na dat referendum werd de nieuwe wet teruggeroepen.”
Waar waren de conservatieven bang voor?
“Denk aan de kinderen, was het pleidooi van Anita Bryant. Ze wilde niet dat homoseksuele mannen en vrouwen docent konden worden, want daar konden ze kinderzieltjes winnen. Mensen geloofden dat omdat homo’s zich niet als koppel kunnen voortplanten, ze kinderen moeten ‘rekruteren’ – dit noemen we tegenwoordig de ‘sociale besmettingstheorie’.”
‘Denk aan de kinderen’, ‘laat een kind een kind zijn’, ‘verwar de kinderen niet’. Op eerste gezicht klinken ze nobel, maar dit zijn nog altijd veel gehoorde drogredenen. Ze maken gesprekken onmogelijk over de ongemakkelijke realiteit: seksueel misbruik vindt het vaakst plaats in de huiselijke kring van een kind.
Waarom werd die link tussen homoseksualiteit en pedofilie in de eerste plaats gemaakt?
“De conservatieve evangelicals zagen heteroseksuele, reproductieve seksualiteit als de enige 'morele' vorm van seks. Het kind als symbool staat voor onschuld en reinheid. Seksualiteit is in hun ogen iets vies, iets zondigs. Bewust koppelden ze homoseksuele personen met hun ‘abjecte seksualiteit’ aan een vorm van seksualiteit die verwerpelijk is. Terwijl in de jaren ‘70 al onderzocht en bewezen was dat homoseksualiteit en pedofilie niks met elkaar te maken hebben.”
Homo’s mochten daarna dus niet meer voor de klas staan. Waren er nog meer maatschappelijke gevolgen van de campagne van Anita Bryant?
“Naar aanleiding van de Save our children-campagne zijn er meer dan 11 duizend ongefundeerde klachten van misbruik gedaan tegen homo’s. Er zijn mensen onterecht de gevangenis ingegaan, en velen leefden in angst omdat ze beschuldigd werden van iets dat ze niet hadden gedaan.”
“Een andere consequentie was dat er een lange tijd niet genoeg gedaan werd tegen seksueel geweld tegen kinderen. Er was een narratief ontstaan dat iedere vreemde of homoseksueel een verkrachter kan zijn – een docent, een homoseksueel in de straat, een vreemde op een parkeerplaats bij een supermarkt – terwijl de meeste kinderen door iemand uit hun eigen omgeving worden misbruikt. Ouders, familieleden, familievrienden. En dus werd er geen beleid gemaakt om kinderen in huiselijke kring te beschermen.”
Complottheorieën over ritueel misbruik zijn niet ontstaan in de jaren '70, integendeel: ze worden al in ieder geval sinds de middeleeuwen gerecycled in verschillende vormen, vaak in tijden van sociale onrust. Ook in de theorieën rondom QAnon – die de mainstream bereikten tijdens de coronacrisis – kwamen beschuldigingen van ritueel misbruik door duistere groepen veelvuldig voor. Vaak hebben deze verhalen een antisemitische grondslag.
Weer is de regenbooggemeenschap doelwit, in het bijzonder transgender personen. Pak ‘m beet vijf jaar geleden was het bestaan van genderdiversiteit in Nederland nog niet zo gepolitiseerd. Zijn transgenders de nieuwe zondebok?
“Sinds 2008 leven we in een onzekere tijd. Eigenlijk is er geen periode zonder crises geweest, ze stapelen op, en worden ook nu misbruikt om angst aan te wakkeren. Politici kijken niet naar de oorzaken van crises, maar gaan op zoek naar bliksemafleiders.”
“We zijn inmiddels heel anders gaan communiceren dan in de jaren 1970, dankzij het internet kunnen complottheorieën zich razendsnel over de wereld verspreiden. En omdat we meer kennis hebben van transgender identiteiten, en meer taal om erover te praten, is er meer zichtbaarheid, meer vertegenwoordiging. Dat wordt sommige mensen teveel. Net zoals er in de jaren ‘70 de satanic panic ontstond nadat de homobeweging momentum kreeg, is die paniek er nu rond niet-normatieve genderidentiteiten.”
Opnieuw wordt de satanic panic dus uitgezaaid door de lange arm van ultrarechts, deze keer met een goeie scheut moderne complottheorieën in de mix. Politici maken dankbaar gebruik van de angst voor ‘woke’, lhbti-rechten en het ‘seksualiseren’ van kinderen. In de ogen van reactionairen zijn allemaal sinistere plannen om kinderen te corrumperen en het traditionele, door God gegeven gezin naar de andere wereld te helpen.
En ook nu heeft het al institutionele effecten.
“In de VS zie je het al: door antitranswetgeving worden artsen strafbaar als ze genderzorg verlenen, met het terugdraaien van Roe vs. Wade is het Amerikaanse abortusrecht teruggedraaid. In Wisconsin en Iowa zijn satanische beelden in publieke ruimtes verboden gemaakt. En weer zou er een satanische golf door Amerika gaan.”
“En het heeft niet alleen institutionele gevolgen, maar ook direct effect op de levens van trans- en non-binaire mensen. Een paar weken geleden is in Amerika een non-binaire scholier in elkaar geslagen en overleden aan diens verwondingen.”
Dat is in Amerika. Wat zijn de effecten in Nederland, los van het agressieve verzet tegen de programma’s voor seksuele voorlichting?
“Ook in Nederland zie je het effect van zo’n morele paniek. De transgenderwet, bijvoorbeeld, werd geïnitieerd door een VVD-minister. Toch ging de VVD draaien op haar transgenderstandpunt, uit angst dat rechtse VVD’ers overlopen naar PVV en FvD. Daardoor wordt het verbeteren van transgenderwetgeving vertraagd. Dus ja, het heeft hele echte gevolgen voor mensen in Nederland.”