Zou jij je hersens laten invriezen in de hoop ooit weer tot leven te komen?
- Interview
- 20 jul 2018
- 12 minuten leestijd
Transhumanisten willen de dood omzeilen door hun geest te uploaden. Journalist Mark O’Connell bezocht de kliniek waar tientallen afgehakte hoofden wachten tot de technologie hen weer tot leven roept.
Welkom in een kliniek uit de niet-zo-verre toekomst. Waar je brein – met daarin je gevoelens, herinneringen, voorkeuren en talenten – wordt ingeladen in een computertje, opdat je nooit meer hoeft te sterven.
Ga lekker op de operatietafel liggen, probeer te ontspannen. Een robotarm drukt een prikje in je rug – niet schrikken, je voelt er bijna niets van. Naast je verschijnt een machine die eruit ziet als een mens en na een formele buiging aan zijn taak begint. Met een reeks kordate handelingen verwijdert-ie een grote schijf bot uit de achterkant van je hoofd. Maak je geen zorgen: je mag dan volledig bij bewustzijn zijn – verdoofd ben je gelukkig wel.
Vingers zo dun als spinnenpoten trommelen in je schedel, op het oppervlak van je brein. Ze tasten de chemische structuur van je hersenen af en sturen die data vervolgens naar de blazende laptop die aan de andere kant van de kamer staat. De gescande delen van je brein worden door een iets minder subtiele machine naar een bak voor biologisch afval verplaatst. Dat heb je niet meer nodig. Fijn hè?
Of toch niet? Grote kans dat je bij nader inzien toch liever bedankt om deel uit te maken van deze nachtmerrieachtige scene. Toch is precies dit voor een groep mensen de grootst denkbare utopie. Ze noemen zichzelf transhumanisten en hopen via een soortgelijke operatie over een paar jaar hun geest te kunnen ‘uploaden’.
Het doel? Onsterfelijkheid. Met een precieze kopie van de neurale structuur van hun brein zouden ze eeuwig in de cloud kunnen leven, of opnieuw geïnstalleerd kunnen worden in een mensrobot. Of – doe eens gek – in een geelrood kostuum á la Iron Man, waarmee ze met straalraketten in handen en voeten naar de uithoeken van het universum kunnen cruisen.
Transhumanisten: mensen die door technologische middelen onze biologische werkelijkheid proberen te ontstijgen. Wie dat in vredesnaam zijn? Elon Musk, PayPal-oprichter Peter Thiel, de oprichters van Google, Ray Kurzweil, hoofdingenieur van datzelfde Google, om er een paar te noemen. En dichterbij huis: de in Eindhoven gevestigde groep TransHumanisme Nederland, in het voorjaar opgericht door een ICT-er en voormalig vrijwilliger bij de PiratenPartij. Wereldwijd zijn er naar schatting tienduizenden mensen die zichzelf transhumanist noemen.
De Ierse journalist Mark O’Connell (New Yorker, New York Times Magazine) was zo geïntrigeerd – en beangstigd – door de beweging, dat hij er het boek De Mensmachine over schreef. Via Skype vertelt Mark me zeven jaar geleden voor het eerst met de stroming in aanraking te zijn gekomen, toen hij er een kort artikel over maakte voor een Ierse krant. Hij vergat de ietwat vreemde lui daarna en ging door met zijn leven.
Tot-ie drie jaar geleden vader werd.
“Door de kwetsbaarheid van zo’n jonge baby ging ik heel filosofische en op een bepaalde manier ook pessimistisch naar het menselijk leven kijken”, vertelt de in 1979 geboren Mark met een Ierse tongval waarvan je spontaan zin in Guinness krijgt. “Ik zag in mijn zoontje hoe fragiel onze soort is. Hoe de dood altijd in onze nek hijgt. Toen werd transhumanisme een obsessie – iets wat een uitweg bood voor deze fragiliteit. Tegelijkertijd was ik extreem sceptisch over hun controversiële denkbeelden – voor de meeste wetenschappers is mind-uploading een volstrekt waanzinnige fantasie.”
“Ik wilde die transhumanisten ontmoeten. Niet vanuit de wetenschappelijke vraag of we feitelijk onsterfelijk kunnen worden, maar vooral om te onderzoeken wat hun overtuigingen zeggen over de tijd waarin we leven.”
Wat wij als een beëindiging van het leven zien, is volgens transhumanisten slechts een opschorting daarvan.
Je boek begint met een bezoek aan Alcor: een ‘kliniek’ in Arizona waar dode mensen liggen opgeslagen in vloeibaar stikstof. Ze hebben de hoop over enkele decennia weer tot leven te worden gewekt.
“Mijn hoofd tolt nog steeds als ik daaraan terugdenk. Het was een science fiction-achtig gebouw midden in de woestijn. Samen met Max More, de directeur van de cryonismefaciliteit – zo heet de techniek – liep ik tussen 117 daar opgeslagen lijken en afgehakte hoofden. Voor het behoud van een heel lichaam betalen de ‘patiënten’ – zo noemt Max ze, in plaats van ‘dooien’ – 200 duizend euro. Alleen je kop laten opslaan is ongeveer drie keer zo goedkoop.”
Je schrijft dat Max trots vertelde dat hij ‘de oudst levende persoon op aarde’ onder zijn dak had: hoogleraar psychologie James Bedford, geboren in 1893 en de eerste mens die zich heeft laten ‘cryoniseren’.
“Inderdaad. Ik moest mijn tape na het bezoek drie keer terugluisteren om zeker te weten dat ik hem goed had verstaan – dat hij het echt over een ‘levend persoon’ heeft. Tegelijkertijd: binnen de denkbeelden van transhumanisten is het juist logisch om er zo naar te kijken.”
Hoezo?
“Volgens transhumanisten ben je pas dood als je lichaam begint te ontbinden. Zolang de 117 levenloze ‘patiënten’ van Alcor en in de twee andere faciliteiten ter wereld intact zijn, hopen transhumanisten dat ze in de toekomst weer tot leven kunnen worden gewekt. Bijvoorbeeld door een procedure waarbij het brein wordt ingescand en de geest zal worden geüpload. Bij de afgehakte hoofden zorgt de schedel voor de natuurlijke bescherming van de hersenen.”
“Wat wij als een beëindiging van het leven zien, is volgens transhumanisten slechts een opschorting daarvan. In hun ogen zijn ze als het ware stilgezet op de drempel tussen deze wereld en wat daar al dan niet op volgt.”
Het voornaamste argument van transhumanisten: de grootste wetenschappelijke doorbraken kwamen onverwachts
Indrukwekkend. Die transhumanisten; moet ik ze zien als een wereldwijde sekte van rijke witte tech-mannen die door controversiële wetenschap aan de dood wil ontsnappen?
“Niet helemaal. Veel transhumanisten komen inderdaad uit de tech-sector, waardoor de aandacht al snel op een kleine groep rijke mannen uit Silicon Valley komt te liggen. Maar in essentie is het een veel bredere sociale beweging die vindt dat we technologie kunnen en moeten gebruiken om de grenzen van het menselijk bestaan op te rekken. Dat hoeft niet per se over onsterfelijkheid te gaan – neem chips in onze waarmee we een biertje in de kroeg kunnen afrekenen. Of implantaten waarmee je ultraviolette straling kan zien. Of de hoop om ons lichaam in de nabije toekomst deels samen te voegen met een kunstmatige intelligentie.”
“Het gaat over het overstijgen – transcenderen – van onze biologische staat van zijn. Transhumanisten willen dat we verder gaan dan de dieren die we zijn.”
Duidelijk. Maar ze zijn dus niet verenigd in een Illuminati-achtig genootschap?
“Nee, dat is het interessante. Je kan transhumanisme op twee manieren bekijken. De eerste is als sociale beweging – mensen die zichzelf nadrukkelijk als transhumanist beschrijven en naar bijeenkomsten gaan. De tweede is algemener: er zijn ook veel mensen die zichzelf geen transhumanist noemen, maar wiens overtuigingen wel heel transhumanistisch zijn. Iemand als Elon Musk zou zichzelf niet expliciet omschrijven als transhumanist. Maar mensen zoals hij zijn extreem georiënteerd op een toekomst waarin we ons lichaam met technologie kunnen verrijken. Neem de Neuralink van Musk, een initiatief voor een chip in ons hoofd waarmee we ons brein aan computers en de hersenen van anderen kunnen koppelen. Hij wil er hersenziektes mee tegengaan, mensen via gedachten laten communiceren en uiteindelijk onze intelligentie samenvoegen met die van computer.”
Wetenschappers zien doorgaans weinig in het gedachtegoed van radicale transhumanisten. ‘Volslagen nonsens’, ‘bedrieglijke geldklopperij’ – dat werk. Geen vooraanstaand wetenschappelijk medium neemt de cryonisatietechniek dan ook serieus als mogelijkheid tot overleven. Simpelweg omdat niets in de huidige wetenschap hint naar een mogelijkheid om de doden weer tot leven te wekken. Waarom een groepje rijkelui dan toch tonnen betaalt om zich 21e eeuws te laten mummificeren? Het voornaamste argument van transhumanisten: de grootste wetenschappelijke doorbraken kwamen onverwachts. Een natuurkundige uit de middeleeuwen zou een lichtgevende machine ter grote van een steen, die ons vertelt of het over 38 minuten gaat regenen, ook science-fiction noemen. Toch is dat wat je nu in je zak hebt.
Mark, jij hebt koffie gedronken met mensen wiens levenswerk bestaat uit het ontwikkelen van mind-uploadingtechnologie. Hoe reageerden zij als je ze confronteerde met de wetenschappelijke consensus – dat het volkomen getikt was wat ze deden?
“Meestal dus met het argument dat we vanuit de huidige wetenschap niet kunnen voorspellen hoe de wetenschap van de toekomst eruit ziet. Daar geloven ze met een bijna religieuze overtuiging in. Volgens Aubrey de Grey, een biomedisch gerontoloog die bakken geld krijgt van Peter Thiel om door celtechnologie ouderdom te bestrijden, zijn andere wetenschappers tegen transhumanisten omdat ze geen reputatieschade willen leiden. Als ze zijn artikelen zouden citeren, redeneerde hij, zouden ze zichzelf impopulair maken bij fondsen en misschien geen geld meer krijgen voor hun eigen onderzoek. Ik ben zelf geen wetenschapper, maar dat is een behoorlijke ingenieuze loophole van een argument.”
Geloof jij dat we onsterfelijk kunnen worden?
“Zoals ik al zei: ik ben geen wetenschapper. Als je me dwingt om die vraag te beantwoorden, zou ik zeggen dat het extreem onwaarschijnlijk is. Volgens de meeste medische wetenschappen is het simpelweg onmogelijk.”
“Het grappige is wel dat mijn mening hierover steeds veranderd. Soms antwoord ik: ja, maar niet voor jou en mij. Hooguit voor Elon Musk of Peter Thiel: superrijken met enorme technologische middelen tot hun beschikking. Maar vandaag is het antwoord nee."
"Het is goed dat we ooit doodgaan." Foto: Rich Gilligan
Is het niet kortzichtig om onze geest of bewustzijn te reduceren tot ‘hardware’?
“Volgens mij is het vooral een metafoor die ons helpt onszelf te begrijpen. In de Oudheid gebruikten Grieken en Romeinen watertechnologie zoals pompen en fonteinen om menselijke gesteldheid op basis van ‘lichaamssappen’ te verklaren. Tijdens de renaissance werd het uurwerk de gebruikelijkste metafoor voor het leven. Nu zien we onszelf als computers. Logisch, maar neurowetenschappers zullen je vertellen dat je brein fundamenteel anders werkt dan je laptop.”
Getuigt het van enige overmoed en gulzigheid niet te accepteren dat je ooit de pijp uit gaat?
“Ja. Je kan transhumanisme als een extreme metafoor van het kapitalisme zien. Van het enorme Amerikaanse individualisme, zo van: ‘Waarom zou ik dood moeten gaan? Ik ben het meest belangrijke op deze wereld – het is een ondenkbare catastrofe dat ik dood zou gaan.’ De meeste transhumanisten gaven als reden om niet dood te willen ook dat ze niets willen missen. Het idee dat we over vijftig jaar ruimtereizen zullen maken en dat zij dat niet mee kunnen maken, vinden ze ondragelijk.”
Waar ben je het meeste van geschrokken tijdens al je ontmoetingen?
“Waarschijnlijk van hoeveel ik zelf ben gaan twijfelen over hoe ik over de dood denk. Ik dacht altijd: ik wil niet dood, maar het is goed dat we ooit doodgaan. Dat geeft het leven betekenis. De dood is het donker dat ons toestaat het licht te zien. Als je dat tegen een transhumanist zegt, lacht ‘ie je uit in je gezicht en zegt: 'Dat is lulkoek. Je zit vast in' – dit is een woord wat ze vaak gebruiken – 'deathism.' Daarmee bedoelen ze: de rechtvaardiging die we aan de dood geven omdat we weten dat we er toch niets aan kunnen veranderen. Het is volgens transhumanisten een psychologisch mechanisme om met onze sterfelijkheid te kunnen dealen. Als je gelooft dat we de dood wel kunnen vermijden, is de manier waarop we de dood in het zonnetje zetten misschien inderdaad lulkoek. Dat heeft me toch aan het denken gezet.”
Waarschijnlijk kunnen alleen de superrijken onsterfelijk worden
Wat kunnen we leren van transhumanisten?
“Mijn houding is vooral kritisch. Maar er is iets aan dat nogal gestoorde project van je mouwen oprollen en de dood willen verslaan, dat ik – ik wil het niet aansprekend noemen – bewonderenswaardig vind. Dat neemt echter niet weg dat ik denk dat onsterfelijkheid in werkelijkheid catastrofale gevolgen zou hebben.”
Hoezo?
“Een voor de hand liggend probleem van een wereld waarin niemand sterft is natuurlijk overbevolking. Waar ik me alleen meer zorgen over zou maken, is het feit dat waarschijnlijk alleen de superrijken onsterfelijk zouden worden. Qua ongelijkheid zou dat een dystopie zijn.”
Maar wees eens eerlijk: zou jij niet kiezen voor onsterfelijkheid als je de kans kreeg?
“Uuuuuhm. Nu is mijn antwoord nee. Maar als je het vraagt als ik 85 ben en keelkanker heb, zou ik misschien anders antwoorden. Laat ik het zo zeggen: ik zou de optie willen hebben om niet dood te gaan op een bepaald moment in mijn leven. Ik zou niet per se onsterfelijk willen zijn, maar de keuze om onsterfelijk te kúnnen zijn, lijkt me niet verkeerd.”
Meer weten over transhumanisme? De Nederlandse vertaling van Marks boek To be a machine verscheen dit jaar bij uitgeverij Podium.