Wat de Zwarte Cross-ophef leert over hoe festivals zouden moeten zijn
- Artikel
- 24 jul 2019
- 6 minuten leestijd
De Zwarte Cross haalde borden weg die ze zelf als satirisch beschouwden, maar die voor anderen kwetsend waren - dat is eigenlijk geheel in de lijn van hoe festivals horen te zijn.
Er is ophef over de Zwarte Cross deze dagen, en deze ophef gaat me aan het hart. Rapper Sevn Alias trad op tijdens de Cross, zag vervolgens foto’s van bordjes op het festival staan met termen als ‘Ook voor kleurlingen’ die hij belachelijk vond en sprak zich er op Instagram over uit. Zijn boodschap werd breed opgepikt op social media en de organisatie van het festival haalde de bordjes weg. Een storm was geboren, waarin grieven werden geuit, op Sevn, maar ook op de Cross, voor het weghalen van de bordjes. Uit deze kritiek spreekt volgens mij verwarring over wat gastvrijheid en inclusiviteit precies betekenen, maar er is ook een les uit te trekken over hoe een festival hoort te zijn (of hoe het in een ideale wereld zou kunnen zijn).
Eerst, mijn eigen geschiedenis met de Cross. Een paar jaar terug was ik het festival en ik voelde het festival heel erg: het is een ruimte en een organisatie met het hart op de juiste plek. Toch vielen dat soort teksten me ook al op. Waarom toch, dacht ik. Een Zuid-Afrikaanse vriendin van me moest er optreden en die hadsterke bedenkingen bij teksten als ‘Ook veur blanken’, ‘Oeloeboeloedorp’ en ‘Apartigheid’. Ik schreef er iets over voor VICE (strekking: leuk festival, maar haal anders die bordjes weg), er kwamen een paar boze reacties op, er kraaide verder geen haan naar.
Nu, een paar jaar later, blijkt dat veel van die bordjes er nog staan (of hangen). Sevn Alias en vele andere Nederlanders hebben hun onvrede geuit over die borden. Voor mensen als Marcel van Roosmalen, Özcan Akyol en heel, heel veel mensen die comments achterlaten op social media, reden om op hun beurt weer onbegrip over die kritiek uit te spreken. Mensen die kritiek hebben op de Cross snappen er volgens hen geen reet van. Zij zien een festival dat zo warm is, zo inclusief is, en vragen zich af hoe dat in godsnaam racistisch of beledigend kan zijn. Zij leggen het probleem bij de toeschouwer, bij de ophef-Twitteraar in het algemeen, bij Sevn Alias. Die hebben het allemaal niet begrepen, zijn humorloos, snappen de satire niet, etc. Ook de Cross kreeg daarbij wat kritiek te verduren, zij zouden een knieval voor de zeikerds hebben gemaakt door de ‘ophef’-bordjes te verwijderen.
Boos
Die tegen-reactie maakte me een beetje boos, merkte ik. Een goed festival is een plek waar je je welkom voelt om in veiligheid en fun jezelf te zijn en waar je in veiligheid en fun gezien kunt worden door anderen. De Cross snapt dit als geen ander: zij strijden actief voor LHBTQ+ representatie en acceptatie, werken er keihard aan hun terrein en ervaring toegankelijk te maken voor mensen met een beperking (zie bijvoorbeeld deze hartverwarmende repo van de NOS), en ze programmeren uiteenlopende acts en kunst. Al deze maatregelen zijn er om de VIBE te creëren, de ziel van het festival, die mini-samenleving waar mensen zichzelf kunnen zijn en op kunnen gaan in de extase van het gedeelde.
Als je Sevn Alias uitnodigt om op te treden, wordt hij onderdeel van die mini-samenleving. Als hij die bordjes fucked vindt, en zijn achterban en heel veel andere mensen ook, dan is het verre van een ‘knieval’ om ze tegemoet te komen. Dan zeg je: ok, we hebben dit verkeerd ingeschat.
Satire en grappen zijn groeps- en waardengebonden, maar als je mensen uitnodigt, zal je iets van hun waarden moeten delen of aan tegemoet moeten komen. De vraag of wat op die borden staat racistisch is, staat nog naast kwesties van gastvrijheid en een feest delen. Dat de Cross die borden weghaalt lijkt me dan normaal, een kwestie van gastvrijheid en staan voor je waarden.
Festivalgeschiedenis
Goed, komen we dan uit bij wat een festival kan zijn, hoort te zijn. De geschiedenis van het festival is zo oud als de mensheid. In de Antieke tijd werden festivals georganiseerd als feesten om de oogsttijd te markeren, om het groepsgevoel te verhogen, om een gevoel van geborgenheid en gemeenschap op te roepen. Drank, spel, verhalen, een subversie van religie, autoriteit en politiek door middel van het carnavaleske en satire, dat kwam er allemaal al bij kijken.
In het oude Griekenland van 400 voor Christus werd jaarlijks het grote Dyonisische Festival gehouden. Er werd gezopen, het was subservief, shockerend, grappig, en werkelijk iedereen mocht meedoen, ook mensen van buiten Griekenland. Theater en de kunsten hadden er een enorme rol, ze moesten catharsis aan het publiek brengen, een vorm van ontlading voor het dagelijks bestaan, deels door extatisch op te kunnen gaan in de groep, in het geheel.
Doet een festival als de Zwarte Cross (of een festival als Welcome to the Village waar ik het afgelopen weekend zelf rondliep) vandaag de dag iets heel anders? Ik denk het niet. Mensen die de Cross bezoeken zijn blij met die functie. Zelfs de grootste, bierdrinkende agrariër die lekker in de modder wil wentelen en kut wil roepen komt volgens mij uiteindelijk ook om een spirituele reden naar een festival - saamhorigheid.
Een opmerking als die van Sevn Alias wordt ervaren als inbreuk op wat het festival is. Is het straks nog wel hetzelfde, als wordt toegegeven aan een roep om verandering? Ik opper dit: natuurlijk is het nog hetzelfde, nee, het is beter. Beter, omdat meer mensen kunnen deelnemen aan de VIBE, omdat nog meer mensen zichzelf kunnen zijn. En natuurlijk kan een festivalorganisatie zelf kiezen wat ze uitdraagt, wie ze bij de groep uitnodigt en wie buitensluit. De Cross een beetje kennende lijkt het me dat ze zoveel mogelijk mensen aan boord willen. Als de rest van Nederland dat ook snapt, komen we zo, hup, weer een beetje verder. Warm he.